The Last Remnant
In The Last Remnant volg je het verhaal van een achttienjarige jongen genaamd Rush Sykes. Nadat zijn zusje ontvoerd wordt voor een nog onbekende reden, komt Rush door de achtervolging terecht in een enorm slagveld tussen naties en hun Remnants. Hierdoor raakt Rush verwikkeld in een globaal conflict, waarbij hij ook nog eens zijn zusje moet redden. Hij zal gedurende het verhaal worden bijgestaan door verscheidene personages en zal daarbij ontdekken dat er een link is tussen hem, zijn zusje en de verdwijning van Remnants door een mysterieuze, maar bekende krijger, genaamd The Conquerer.
In de wereld van The Last Remnant krijg je te maken met (logisch) Remnants. Remnants zijn artefacten die magische krachten bevatten. Deze zijn te vinden in allerlei formaten en worden gebruikt om mensen te beschermen of bijvoorbeeld om oorlogen te winnen. Zo zal de ene van halskettingformaat zijn en de ander het formaat hebben van een flatgebouw. Je zult ze wel herkennen zodra je rondloopt in de wereld.
Zoals eerder was aangegeven, zul je in de wereld van TLR vergezeld worden door verscheidene personages. Zo zul je in contact komen met de Mitras, deze lijken gewoon op mensen, de Yamas, een visachtig ras, de Qsitis, een klein kikkerachtig ras, en de Sovanni, een katachtig ras met vier armen. Kortom, voldoende characters om groot verhaal neer te leggen.
Nu de basis is uitgelegd, gaan we over het meest unieke element van The Last Remnant en dat is het combatsysteem. De game die draait op de Unreal 3 Engine is namelijk een “Turn-Based/Command-based” systeem. Je vecht niet individueel met de hoofdpersonages, maar in gemixte groepen van maximaal vijf personages, genaamd unions. Daarnaast kun je ook nog eens vijf unions hebben in je team, waardoor je op een gegeven moment met 25 man staat te vechten. Een klein legertje dus. Enkelen zullen denken: “WAT? Zoveel?”. Ja, het lijkt veel, maar in het begin zul je het met ongeveer tien man doen, naarmate je verder komt zal de mogelijkheid komen om je team uit te breiden. Vijanden zullen net als jij ook in unions van maximaal vijf aanvallen en het aantal unions is voor hun niet gelimiteerd. Hierdoor is de 25 man die je kunt krijgen absoluut een benodigdheid.
Om te kunnen vechten in the Last Remnant hoef je niet zoals in andere turn-based games te wachten op een random-encounter terwijl je rondloopt. De monsters zijn gewoon zichtbaar op het scherm, waardoor je pas in combat gaat als jij dat wilt of als zij jou als een bedreiging zien en aanvallen. Zodra je in combat zit zal je een aantal opties en info worden voorgelegd. Zo is er een map waarop staat waar iedereen zich bevindt, krijg je de levensbalken van alle unions te zien en zal je een lijst met opties voorgeschoteld worden met wat jouw unions moeten doen. In TLR heb je trouwens geen mana, maar Ability Points (AP). Deze bepalen welke moves jij kunt uitvoeren gedurende iedere beurt. De APs zullen gewoon continu worden bijgevuld met iedere beurt, dus gamers hoeven niet zuinig te doen.
Zodra je iedereen een taak hebt toegewezen doet ieder zijn toegewezen “zet”. Tussendoor zal er hier en daar een buttonicoontje komen voor extra schade, dit kun je uiteraard negeren of zelfs op automatisch zetten. Het enige nadeel daaraan is het feit dat de game zichzelf dan eigenlijk nog meer aan het spelen is. Ondanks die autofunctie kan zelfs de computer nog een button missen. De game kent daarnaast nog een paar aardige toevoegingen. Dat zijn de moraalbalk, de formaties en de aanpassing van je wapens en superaanvallen. De moraalbalk verandert aan de hand van hoe jij vecht, en hoe en waar iedereen aanvalt. Denk maar aan hoeveelheid eenheden, aanvallen van de zijkant etc. Hoe meer het in jouw voordeel werkt, hoe sterker jouw eenheden worden. Dit kan uiteraard ook averechts werken.
De formaties in de game zijn er in allerlei combinaties (defensief, healing, offensief, combinatie van flank bescherming en healing enz.). Iedere vijand is anders en niet iedere formatie is effectief tegen iedere vijand of baas.
Wapens kun je aanpassen met de enorme hoeveelheid componenten in de game. Je teamleden zullen af en toe een bepaalde component wensen, zodat ook zij betere uitrustingen krijgen. Als allerlaatste punt krijgen de hoofdpersonages op willekeurige momenten in bepaalde gevechten superaanvallen. Deze kun je natuurlijk ook negeren, maar ze zijn spectaculair en leveren je team soms wel het benodigde voordeel op.
Wat enkelen niet zullen verwachten in een RPG is het feit dat er in TLR geen gebruik wordt gemaakt van levelen, maar battle ranks die op basis van jouw stijl van vechten(wie, wat, hoe) bepaalt hoe snel het volgend niveau komt. Daarnaast zal na ieder gevecht je HP-balk volledig hersteld worden.
Wat je jammer genoeg wel zult ontdekken in TLR zijn de af en toe voorkomende framedrops en textures die laat geladen worden. De een zal zich er dood aan irriteren en de ander valt het vrijwel niet op. Het is niet zo erg als in bijvoorbeeld Blue Dragon of Lost Odyssey, maar dan nog hebben de makers blijkbaar veel moeite gehad met de engine waarop de game gebouwd is. De framedrops en te laat ladende textures kunnen overigens wel verminderd worden door de game te installeren, waardoor de game opvallend soepeler loopt.
Je zou denken dat de game er prachtig uit zou zien en dat de framedrops daardoor ontstaan. Maar in TLR is dat niet helemaal het geval. De characters zijn goed uitgewerkt, de wereld is origineel en levendig, maar niet perfect. De game bevat veel meer detail dan bijvoorbeeld Lost Odyssey en mag daar zeker een staande ovatie voor krijgen, maar in TLR lijkt het soms alsof de characters en de wereld niet bij elkaar horen en dat is dan met name het geval in grote open gebieden. Als de makers wat langer aan de engine zouden tweaken, dan zou de game er waarschijnlijk (grafisch en prestatiewijs) beter uit zijn gekomen. De wereld in TLR is gelukkig lekker toegankelijk en vereist geen eeuwig geloop voor je gewenste bestemming. De game geeft je ook naast de main-quest, een goede hoeveelheid verscheidene side-quest en guild-quests. Deze kun je doen voor extra items en battle ranks, maar zijn uiteraard niet vereist.