CD: Björk - Medúlla

Medúlla begint met Pleasure Is All Mine. Een meerstemmig 'Oehoehoe' vult mijn speakers, ondersteund door gehijg op de achtergrond. 'The pleasure is all mine, to finally let go', zingt Björk. Het nummer heeft na de intro iets bombastisch, terwijl het toch inderdaad vooral bestaat uit vocalen, maar op zo'n manier gemixt, dat dat bijna niet meer opvalt. Het nummer gaat bijna ongemerkt over op Show Me Forgiveness. Alleen doordat de ondersteunende geluiden plaats gemaakt hebben voor stilte en Björk A-capella haar verhaal vertelt, merk je dat er een ander nummer is ingestart.

Hetzelfde gebeurt als Where is the line wordt ingestart. De human beatbox op de achtergrond is een duidelijke breuk met het vorige nummer, maar qua melodielijn lijkt het allemaal in elkaar door te lopen. De stem van Björk wordt in dit nummer ook vervormd, iets dat ik niet zo'n succes vind. Bovendien zingt ze zo vaak 'Where is the line with you?', dat ik er zenuwachtig van word. In Vökuró zingt Björk IJslands, wat voor mij totaal onverstaanbaar is, maar wel mysterieus klinkt. Het nummer is weer wat rustiger dan het vorige en ook iets toegankelijker. De zangeres zingt hierin iets meer volgens een herkenbare melodie dan bij de eerste paar nummers.

Öll Birtan begint als een schattig liedje, maar de stemmen en geluiden vullen de muziek alweer snel. Maar het wordt hier niet overheersend. Het heeft helaas wel iets weg van een stemoefening aan het begin van een zangles, als opwarming van de stem. Alleen de uithalen van Björk ontkrachten dat idee gelukkig weer.



Who Is It doet me het meest denken aan de nummers die op Post staan. Het nummer is lekker om naar te luisteren. In dit nummer is experimentaliteit van dit album gemixt met de toegankelijkheid van een popsong, wat erg goed gelukt is. Er zit iets herkenbaars in dat blijft hangen, maar tegelijk is het absoluut geen 13-in-een-dozijn-liedje. Submarine klinkt in het begin als een mannenkoor dat close-harmony zingt. Ik herken Björk er niet in. Halverwege heeft ze dan toch een solo, en is het toch ook wel weer typisch de IJslandse. Het nummer heeft wel iets enorm slooms over zich, ik kan niet wachten tot er wat meer tempo komt.

Desired Constellation begint bijna als een doodgewone pop/rocksong, maar is het zeker niet. De vocalen van Björk komen goed uit de verf in dit nummer, dat misschien ook wel thuis had kunnen horen op Debut. Het volgende nummer - Oceania - bracht Björk ten gehore op de Olympische Spelen, waar ze het ook speciaal voor schreef. Het is één van de betere nummers van het album, de compositie van het nummer klopt goed en alle verschillende geluiden komen goed tot hun recht.

Sonnets/Unrealities XI is weer een zeer sober nummer, zonder veel moeilijk verteerbare geluiden op de achtergrond. De zangeres wordt alleen ondersteund door een klassiek koor, wat het nummer een heilig tintje geeft. Ancestors klinkt als een piano met iemand die erbij zit te jammeren. Dramatisch, maar ook een beetje irritant, helaas. Mouths Cradle is vervolgens weer een veel harmonieuzer nummer, met eindelijk iets meer vaart.

Midvikudags, wat zoveel betekent als woensdag, klinkt ook weer als vanouds, hoewel de ondersteunende stemmen te veel op de voorgrond komen en Björk zelf een beetje ondergesneeuwd raakt. Triumph Of A Heart is zowaar een uptempo nummer, dat heel vrolijk klinkt, maar ook wel een breuk vormt met de rest van het album. Het is desalniettemin absoluut een goede uitsmijter en erg goed gelukt.

Al met al is Medúlla een bijzonder werkje. Stemmen vormen (bijna) het enige instrument, en dat daar veel mee mogelijk is, bewijst Björk zeker. Het is een mooi geheel van herkenbare, toegankelijke nummers en nummers die meer geschikt zijn voor de echte Björk-liefhebber. Want je moet er wel van houden: van deze stijl en van de stem van Björk.

Op de volgende pagina staan de details van de cd nog even op een rijtje...