CD: Threshold - Subsurface
Mac (Zang) en Karl Groom (gitaar)
Dit werd Glynn Morgan en de band dacht rustig aan het tweede album te kunnen gaan werken, toen drummer Tony Grinham er de brui aan gaf. Haastig werd er gezocht naar een vervanger en de drummer van Shadowland, Nick Harradence, werd bereid gevonden om de leegte tijdelijk op te vullen en zo kon “Psychedelicatessen” toch uitgebracht worden. Nog meer personeelswisselingen waren nodig om het derde studio-album in de winkel te krijgen. Glynn Morgan werd vervangen door de eerder opgestapte Damien Wilson en Mark Heaney nam deze keer plaats achter het drumstel. Vooral de terugkomst van Damien deed de fans goed en ”Extinct Instinct” werd over het algemeen goed ontvangen.
Nick Midson (gitaar) en Richard West (Keyboard)
Dat zou natuurlijk de perfecte basis moeten zijn om door te gaan met het maken van nieuwe albums, maar Wilson dacht daar anders over en verliet de band wederom. Ex-Sargant Fury zanger Andrew ‘Mac’ McDermott nam het stokje over en met hem werd “Clone” opgenomen. Mark Heany vond het toen wel weer mooi geweest en de band kon weer eens een nieuwe drummer zoeken. Dit werd Johanne James. Met zijn komst kwam er wat meer stabiliteit in de band en kwamen de albums “Hypothetical” en “Critical Energy” uit.
Nu is er dan Subsurface en het album begint bijzonder goed met het nummer “Mission Profile”. De zang van Mac is zuiver en lijkt in de verte wel wat op de stem van Skid Rows Sebastian Bach. Omdat de band met twee leadgitaristen speelt, Karl Groom en Nick Midson, is er meer variatie mogelijk en daar wordt op dit nummer optimaal gebruik van gemaakt. Het is snel, maar zeer melodieus, mede dankzij toetsenist Richard West. Ook “Ground Control” mag er wezen. Na een snel en stevig begin zijn de progressive-invloeden goed te horen en dat levert een leuk contrast op. De zachte, zoete klanken mengen prima bij de snelle gitaar- en bassriffs. Het nummer is catchy, maar dan op een positieve manier.
“Opium” is het best te omschrijven als ‘Flower Kings ontmoeten Skid Row in een modern jasje’. Bijzondere aandacht verdient het refrein dat zeer sterk in elkaar zit. “Stop Dead” is wat rustiger en lieflijker dan de voorgaande tracks en het rustpuntje op deze plaat is uitstekend gekozen. Als je dit nummer los beluistert is het misschien wat saai, maar als ‘verbindingsnummer’ werkt het perfect. Let vooral even op de dromerig klinkende gitaarsolo’s. “The Art Of Reason” is een echte ‘epic’. Ruim tien minuten genieten van een uitstekend opgebouwd nummer. Na een rustig begin krijgen bassist Steve Anderson en beide gitaristen de tijd om te laten dat ze perfect op elkaar ingespeeld zijn. De zuivere stem van Mac is iedere keer een prettige onderbreking. Het laatste deel is bedoeld voor de gitaarsolo’s en die zijn bijzonder sterk en ergens wel te vergelijken met Nevermore.
Johanne James (Drums) en Steve Anderson (Bass)
Na zo’n lang en imponerend nummer is het volgende nummer vaak wat minder van kwaliteit en dat is bij “Pressure” eigenlijk ook wel het geval. Het nummer zit op zich niet slecht in elkaar en het is vrij stevig, maar vergeleken met het vorige is het ietwat vlak, ondanks de sterke gitaarsolo’s.
“Flags And Footprints” is weer een rustpuntje, zo rustig dat het bijna saai te noemen is, maar het nummer zit bijzonder sterk in elkaar en het is wederom slim geweest om er zo’n nummer tussen te stoppen, het album komt erdoor in balans. “Static” is wat meer rechttoe-rechtaan. Strakke gitaarrifs, bass en drums die goed op elkaar afgestemd zijn en een goede melodie zijn de ingredinten voor wederom een prima track. Als afsluiter mag “The Destruction Of Words” natuurlijk niet tegenvallen en gelukkig is dat ook niet zo. Ietwat ingehouden wordt er toegewerkt naar een aantal gitaarsolo’s en een prachtig laatste couplet.