CD: Oh No - The Disrupt

De geintjes waren voorspelbaar, maar niet onbegrijpelijk. Zou Oh No het zoveelste pseudoniem van Madlib zijn? Hij had immers al het hele Yesterdays New Quintet bij elkaar verzonnen, waarom dan ook geen broertje? Zoiets werkt natuurlijk niet motiverend voor een beginnend artiest. Je broer is binnen de Hiphopscene een icoon en geniet het respect van talloze muziekliefhebbers wereldwijd, terwijl jijzelf direct het labeltje opgespeld krijgt: ‘de broer van’.

De enige manier om snel van dat imago af te komen is terugslaan met een denderende debuutplaat. Aan de producers op het album kan het in ieder geval niet liggen; die zijn voor een groot deel afkomstig van Madlib en ook J. Dilla heeft zijn medewerking verleend. De basis is dus in orde, nu is het aan Oh No om ons van zijn skills te overtuigen. Het begin is hoopgevend. Zijn zelfgeproduceerde beats op ‘I’m Here (Intro)’ zijn rustig en intelligent en z’n flow is zeer acceptabel. Hij geeft ook direct aan dat we hem als zelfstandig artiest moeten zien en niet als broertje van Madlib.

Nu dat ook op plaat duidelijk gemaakt is kunnen we snel door naar ‘Right Now’. De beats zijn afkomstig van Madlib en dan zit je als MC gebakken. Donkere jazzinvloeden en futuristische computersamples vormen een ideale ondergrond voor Oh No om een ijzersterke flow neer te leggen en de liefhebber herkent direct een lekkere headnodder. De productie op ‘Move’ is afkomstig van J. Dilla en hij neemt een bijzonder groot risico. Hij samplet een stukje uit Johann Sebastian Bachs ‘Toccata e Fuga in E.’ en gooit er een stevige bassline onder. Moreel gezien zou ik hier natuurlijk moeite mee moeten hebben omdat je dat soort stukken niet mag misbruiken voor populaire muziek, maar ik moet toegeven dat het toch bijzonder aardig klinkt.

‘Perceptions’ is weer een eigen productie en ook deze keer klinkt het bijzonder prettig. De beats zouden zonder problemen passen op een album van MF Doom of Madvillain, ook met de flow is het dik in orde. ‘Stomp That, v. 2’ zal lang niet door iedereen gewaardeerd worden. De beat is zeer experimenteel en valt het best te omschrijven als het geluid uit een oude machinekamer met een motor die lastig start. Persoonlijk kan ik dit soort beats wel waarderen, maar ik kan de bezwaren ook begrijpen. Liefhebbers van luchtigere, meer jazzy beats kunnen hun hart ophalen bij ‘Seventeen’. Dit had misschien wel de beste track van het album kunnen zijn, als het wat langer dan 97 seconden had geduurd.

Ohno2


‘Break’ is wat steviger, maar helaas ook minder interessant. De beat is te overheersend en ook de flow blijft niet hangen. Gelukkig is ‘The Ride’ weer een stuk beter. Oh No krijgt op deze track vocale assistentie van Medaphoar, die volgens mijn bescheiden mening bij de absolute toppers in de undergroundscene behoort. Zijn flow is pakkend en de beat van Oh No tilt de track naar een hoger niveau. Ook zonder de hulp van Madlib is hij dus in staat om tracks van grote klasse te produceren. Het tempo gaat omlaag op ‘Getaway’, een heerlijke laidback, jazzy track die wat doet denken aan Large Professor in zijn beste tijd. De rapskills van Oh No komen op dit soort beats het best tot hun recht.

Ook ‘I Can’t Help Myself’ is rustig en jazzy, waardoor de sterke flow van Oh No extra goed overkomt. De gezongen hook van Staci Epps klinkt prettig in de oren en voegt voor de verandering wat toe aan de track in plaats van hem onderuit te halen. ‘Every Section’ is weer een Madlib productie met duistere jazzinvloeden en een vleugje Drum ’n Bass. ‘WTF’ valt vooral op door de bijzonder fijne percussie en een op hol geslagen jazztrompet. Madlib gooit alle registers open en laat een complete band uit z’n computer komen en het klinkt alsof het live gespeeld is. De flow van Oh No valt helaas wat in het niet bij de beats, maar dat mag de pret niet drukken.

De sfeer op ‘My Aggin’ is compleet anders. Het speelse, jazzy geluid is ingeruild voor een meer industriële en agressieve beat. Vreemd genoeg sluit deze track prima aan op de vorige. ‘Take Another (Blunted Conversations)’ zit bijzonder aardig in elkaar. De beat bestaat uit drie lagen die elkaar op een juiste manier aanvullen. De raps schijnen echt afkomstig te zijn van Oh No, maar ik had het ook geloofd als er werd gezegd dat het MF Doom was. ‘Green Tree’ dient enkel en alleen als overgang naar ‘Chosen One’, een track die het vooral van de percussie moet hebben. Voor een Madlib procuctie vind ik het wat aan de vlakke kant en ook het refrein is irritant, waardoor dit vooral een nummer om te skippen wordt.

Gelukkig dat de afsluitende track ‘On My Way’ een stuk beter is. Oh No laat z’n sterkste flows horen op een latin-beat met vogeltjes op de achtergrond. De geluid op de track eindigt na minder dan vier minuten, maar om onduidelijke redenen duurt het dan nog meer dan tien minuten voordat de cd is afgelopen, een hidden track staat er in ieder geval niet op.