DVD: World War II Classics Box

Natuurlijk zijn deze films de moeite waard om te hebben. Stuk voor stuk zijn het geweldige films, al is “From Here To Eternity” uit 1953 een beetje de vreemde eend, zowel van de technische kant als het verhaal. Als enige nog in zwart-wit, mono en 1:33 formaat, maar dat geeft de film wel de authenticiteit die past bij de acteerstijl en het verhaal. Zo komt dat toch nog samen! Frank Sinatra valt misschien nog wel het meeste op, eigenlijk zegt dat al genoeg. De acteurs spelen de emoties wel heel overtuigend, misschien een beetje té. In elk geval zijn geen van de karakters echte helden te noemen, maar heeft iedereen wel één of meerdere minpunten. Dat maakt ze wel een stuk menselijker en is zeker een pluspunt voor de film. Maar dat het soms wel een beetje te veel van het goede is, komt vooral door de enorme stemmingschommelingen.


Goed voorbeeld is de overbekende strandscène, waarin een koppeltje op het strand heerlijk labiel op en neer slingert tussen hartstochtelijke liefde en verbitterde woede. Het ene moment liggen ze een partij te zoenen, 1 seconde later valt het woord hoer. Gezellig, vrouwen worden de gehele film toch al een beetje degenererend neergezet en zo geeft de film ook nog een mooi beeld van die tijd. Niet echt een oorlogsverhaal dus, hoewel het zich wel afspeelt vlak voor de aanval op Pearl Harbor. Het is drama, vol ouderwetse romantiek wat zich achter de schermen afspeelt op een Amerikaanse legerbasis. Ach, de aanval is eigenlijk maar bijzaak in deze film, al komen er wel echt beelden van die dag voorbij. Nee, de film lijkt eerder een aanklacht tegen het Amerikaanse leger. Het gaat over prostituees, drankmisbruik, machtsmisbruik, overspel en nog wat van dat soort menselijke fouten. De 8 oscars voor deze film mogen buiten het hoge aantal daarom als bijzonder worden ervaren, aangezien de Amerikanen nooit zo verzot zijn op kritiek op de trotse landmacht, zo blijkt nu maar weer op de acties op Moore´s “Fahrenheit 9/11”.

“The Guns Of Navarone” (1961) is daarentegen wel keiharde actie, maar bevat geen feitelijke oorlogsfeiten, buiten dat het zich ergens rond de Egeïsche zee afspeelt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Daar staan diep verborgen in rotsen, twee enorme kanonnen. Zo goed verborgen dat ze via lucht of zee domweg niet te vernietigen zijn, zodat er een groepje commando’s op afgestuurd moet worden. Naar mijn mening de leukste film om naar te kijken met een pot bier en de vrouwen de deur uit. De kleuren zijn wat flets, maar in feite voegt dat alleen maar meer toe aan de spanning van de film. De film is geen strijd tegen de Duitsers (die eens een keer niet als beesten worden afgeschilderd), maar draait om de spanning binnen die commandogroep. Ze hebben een verrader in hun midden. Deze man of vrouw heeft tijdens een lange tocht richting Navarone veel kansen om sabotage te plegen en maakt daar ook gebruikt van.

Bij een tweede keer (of 30ste keer) kijken weet je de dader dus al, wat zou kunnen betekenen dat de film minder interessant wordt. Maar daar komt juist de kracht naar voren van sterk acteerwerk en puike oneliners, hij blijft spannend! Misschien nog wel spannender, omdat je dan weet dat er iets gaat gebeuren en het maar gerekt en gerekt wordt terwijl de frustratie op de gezichten valt af te lezen….

“The Bridge On The river Kwai” (1957) is ongetwijfeld de bekendste en beste film van deze drie. Net als de andere films is ook deze gebaseerd op een boek (die op zijn beurt weer is gebaseerd op waargebeurde feiten deze keer) en daarmee is dan eigenlijk ook het enige terechte kritiekpuntje geraakt. Het boek is veel beter. Dat is en blijft altijd zo, klaar, dus in hoeverre je daar bij welke film dan ook iets van moet aantrekken? Nee, deze film is magistraal. De onzin van de oorlog ten top. De Japanners zitten in de knoop met hun bevoorrading in Azië en om daar een oplossing voor te brengen leggen ze een spoorlijn aan door Birma.

Nou ja, “ze”… In dit geval dus de Britse krijgsgevangenen en een enkele verdwaalde Amerikaan. De Britten grijpen deze brug aan om te bewijzen dat ze beter zijn dan hun overheersers, door deze brug succesvol te bouwen. Dat wordt zo´n obsessie, dat de leider Alec Guiness haast vergeet dat hij daarmee de Jappen wel heel erg helpt. De film draait om de obsessie over de te bouwen brug, zowel van de kant van de bouwers, als commando´s die hem moeten gaan opblazen. Over de behandeling in het kamp, de onverzettelijke gevangenen, eigenlijk de botsing van culturen. Dit wordt vooral duidelijk in het eerste deel van de film, die overduidelijk het sterkste is. Er had wat in geknipt kunnen worden, maar dan wel minimaal. Op dit moment een weer erg relevant thema, door de Amerikaanse bezetting in Irak en de behandeling van (krijgs)gevangenen door de Amerikanen, welke eveneens niet geheel volgens de conventie van Genève is. Een sterke film dus, die nu zelfs nog meer tijdloos blijkt te zijn.