The Last of Us

Ontwikkelaar Naughty Dog wilde eens iets anders dan Uncharted en is jaren geleden begonnen aan The Last of Us, een game dat nog het best te omschrijven is als The Walking Dead meets The Nanny.

Header

De wereld heeft over twintig jaar geen last meer van overbevolking. Een pandemie heeft miljoenen mensen gedood en vele plaatsen lijken uitgestorven. De overlevenden zijn verzameld in quarantainezones die door het leger worden geleid. Joel, handelaar op de zwarte markt, belooft een vriend een veertienjarig meisje genaamd Ellie te brengen naar een verzetsgroep genaamd de Fireflies. Helaas rijdt er geen bus meer, dus dat wordt lopen.

Jij speelt Joel en Ellie loopt met je mee en als het kan helpt ze mee met het verslaan van vijanden. Die bestaan onder andere uit zombies, die het virus overbrengen, scavengers, die leven van alles dat ze tegenkomen en het leger, dat Ellie zoekt en terug wil brengen. Zombies zijn vooral gevaarlijk in groepen, ze rennen op je af en als je niet snel bent, kijk je naar een laadscherm om het vanaf het laatste checkpoint nog eens te proberen.

Scavengers zijn dan weer andere koek. Deze zijn veel meer georganiseerd en werken samen om je te grazen te nemen. Zien ze dat je een wapen hebt, dan zoeken ze dekking en werken ze samen om je uit jouw schuilplaats te krijgen. Merken ze dat je geen kogels meer hebt dan komen ze op je af en heb jij weer een probleem erbij. Het leger was niet te vinden in de demo, maar verwacht dat ze terugschieten en meer kogels hebben dan jij.

De sfeer in The Last of Us voelt grimmig, zoals het hoort. De boel lijkt allemaal verlaten en je krijgt het gevoel dat je op elk moment door een zooi zombies aangevallen kunt worden. In een van de levels ben je op zoek naar een oude vriend die nog een schuld bij Joel heeft openstaan. Joel zoekt een auto om sneller te reizen en deze vriend schijnt er een te hebben. Het dorp waarin je bent heeft tig boobytraps, om mensen en zombies buiten te houden. Het voelt verlaten, je merkt dat in winkels en huizen iedereen halsoverkop moest vertrekken van het leger.

Dat de omgeving verlaten is, is handig, want je moet het doen met spullen die je onderweg vindt. En dat zijn er nogal wat. Het doorzoeken van een level loont zeker. Wapens, kogels, stukken hout, verband, van alles is er te vinden en te gebruiken. Wapens kun je ook upgraden op werkbanken, als je genoeg spullen hebt gevonden om de gewenste upgrade te doen.

Toch breken kleinigheden de sfeer wat. Zo ben ik in een café en is er geen druppel alcohol voor mijn medicijnkist of molotovcocktail te vinden. De cd-winkel ernaast heeft wel een fles of wat staan. Maar het ergste is toch wel Ellie. Ik sluip tussen wat huizen en Ellie huppelt als een attention whore achter me aan. Meid, bukken, oh wacht, veertien jaar. Meid, sluipen! In andere gevallen, als er meer vijanden zijn, probeert ze wel dekking te zoeken, maar als er dus niet iets in de nabije omgeving is, vindt de AI van Ellie mijn voorzichtige stijl allemaal overdreven.

The Last of Us is geen vrije wereld waar je kunt gaan en staan waar je wil. Zo heb je een honkbalknuppel en is het niet mogelijk in alle huizen te komen door de ruiten in te slaan. Op een andere plek moet je een grote plank over twee daken leggen om zo verder te geraken. Ik zie nog een dak, maar opeens kan ik de plank, die ik eerst continu kon verplaatsen, niet meer oppakken. The Last of Us lijkt daarin dus erg op Uncharted: de maker bepaalt waar je heen gaat en er is geen weg die je zelf eens kunt onderzoeken.

The Last of Us belooft een interessant verhaal. De gesprekken tussen Ellie en Joel laten al doorschemeren dat er meer gaat komen over Joel en zijn verleden. Ellie gedraagt zich als een kind, en vraagt dus veel aan je, maar dat maakt het ook realistischer: een kind heeft nu eenmaal vragen, zeker als de wereld is zoals in het spel. Naughty Dog gaat eens van het Uncharted-pad af en probeert een ander verhaal in een andere setting te vertellen. We gaan over enkele weken zien of ze dat gelukt is. The Last of Us komt 14 juni exclusief op PlayStation 3 uit.