Rechercheur verkocht informatie aan criminelen

Een rechercheur die tegen betaling informatie uit politiesystemen zou hebben verstrekt aan criminelen. Daar draaide het vandaag om in de zaak tegen een 36-jarige, voormalige politieman uit Zoetermeer. Ook zijn contactpersoon in ‘het milieu’ (een 32-jarige Zoetermeerder) en een belangrijke afnemer (een 47-jarige Zoetermeerder) moesten zich voor de rechter verantwoorden. Het OM eiste tot 30 maanden cel.

'Bonnetjes'. Zo noemde de 32-jarige contactpersoon laconiek de papiertjes waarop zijn klanten de gegevens schreven van degene over wie zij informatie wilden. Die bonnetjes leverde hij vervolgens in bij de rechercheur die hij kende van het vissen. De rechercheur haalde de namen op zijn beurt door de politiesystemen heen. Soms ging het om hun eigen namen, soms om die van anderen.

Adressen, justitiële documentatie, lopende onderzoeken, of er taps liepen of niet; alles werd zonder blikken of blozen door de rechercheur aan zijn contactpersoon geleverd die het weer doorspeelde naar de afnemers. Goedkoop was het niet. Per bevraging moesten er honderden euro’s betaald worden. Maar blijkbaar was die prijs voor de criminele afnemers geen bezwaar.

Platte pet
Anderhalf jaar lang gingen de zaken goed; vanaf mei 2016 tot oktober 2017. De 32-jarige Zoetermeerder bazuinde in het milieu rond dat hij een ‘platte pet’ kende die tegen betaling informatie kon leveren. Dat leverde behoorlijke klandizie op. Bewijsbaar is volgens het OM dat tientallen namen door de rechercheur op verzoek door de politiesystemen zijn gehaald; vaak ook meerdere keren per naam.

Daar zat onder meer de 47-jarige Zoetermeerder bij die in de softdrugs zat en min of meer vaste klant werd. Maar bijvoorbeeld ook de voormalige advocaat van de leider van een motorbende uit Breda. Een advocaat tegen wie inmiddels zelf een strafrechtelijk onderzoek loopt.

Harddrugs
In januari 2017 ging het mis voor de rechercheur en zijn contactpersoon. In een onderzoek naar harddrugs kwam de naam van de contactpersoon over de tap omdat bij hem politie-informatie gekocht kon worden. Het was nota bene een onderzoek van de rechercheur zelf. Hij zag zich dan ook genoodzaakt hiervan zelf melding te maken bij de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten van de Haagse politie dat daarop een onderzoek startte.

In juli van dat jaar werd er een val opgezet. In het politiesysteem werd een verzonnen melding opgenomen als zou de vriendin van de contactpersoon betrokken zijn geweest bij het dumpen van XTC-afval. Zij werd uitgenodigd voor een gesprek op het bureau. Kort daarna bleek de rechercheur de melding te hebben bekeken. Lachend zei zijn contactpersoon nog diezelfde dag over de tap tegen een ander het volgende over het voorval: ‘Die vriend van mij ken dat zien natuurlijk!’

Semi-automatisch pistool
Het zou nog tot oktober 2017 duren voordat er voldoende bewijs was verzameld om de rechercheur, zijn contactpersoon en de afnemer aan te kunnen houden. Daarbij werden in het huis van de afnemer onder meer een semi-automatisch pistool en een stroomstootwapen gevonden.

De rechercheur bekent dat hij informatie uit politiesystemen heeft opgevraagd en verstrekt aan de contactpersoon. Maar volgens hem heeft hij daarvoor nooit geld ontvangen, ook al werd hem dat wel beloofd. De officier van justitie gelooft daar niets van: ‘Volstrekt onaannemelijk dat je 17 maanden lang politie-informatie verstrekt, alles op het spel zet, zonder hier ook maar één keer voor betaald te hebben gekregen’. Ook staat in de telefoon van de rechercheur een notitie aan zijn ‘mattie’ dat hij ‘gezeur heeft met de vrouw over die 600’ die hij van hem zou krijgen. Met als uitsmijter: ‘Kan in ieder geval die 600 ontvangen vanmiddag’.

Eerwraak
Wat de rechercheur heeft bewogen om zichzelf aan de kant van de misdaad te scharen, blijft een raadsel. Hij stond bekend als ‘een enthousiaste, hardwerkende en goede rechercheur’, aldus de officier van justitie. Zij wees op het onderzoek naar harddrugs dat in elk geval door zijn toedoen is stukgelopen. Maar het had nog erger kunnen lopen. Zo heeft hij ook informatie verstrekt in een mogelijke eerwraakkwestie.

‘Een mol binnen de politieorganisatie is een nachtmerrie voor het hele politie- en justitieapparaat en een goed voorbeeld van de verwevenheid van onder- en bovenwereld’, zo sloot de officier van justitie af. Zij eiste tegen de rechercheur 30 maanden cel en woog daarbij dat hij al strafontslag heeft gekregen nadrukkelijk niet mee. Tegen de contactpersoon eiste zij 24 maanden cel en tegen de afnemer 16 maanden cel.