Drie landen met deflatie in eurozone

Drie landen in de eurozone hebben te kampen met deflatie. In Griekenland daalden de prijzen in mei op jaarbasis met 2,1 procent. Ook in Portugal en Cyprus namen de prijzen van producten en diensten af, met 0,3 en 0,1 procent. Dat blijkt maandag uit de tweede inflatieraming van het Europese statistiekbureau Eurostat.

In Griekenland was de deflatie in april nog 1,6 procent. Alleen in november was de deflatie in Griekenland met 2,9 procent hoger.

In Slowakije bleven de prijzen gelijk. Nederland heeft, na dat land, met een gemiddelde prijsstijging van 0,1 procent de laagste inflatie in de eurozone. In maart was dat ook al het geval.

In april steeg de inflatie juist naar 0,6 procent in Nederland. De terugval in mei werd mede veroorzaakt door een prijsdaling van vakanties en voedingsmiddelen, meldde het CBS eerder.

Oostenrijk is het land met de hoogste inflatie. Met anderhalf procent komen de Oostenrijkers niet ver onder het streefpercentage van de Europese Centrale Bank uit. De ECB mikt op een inflatie van net onder de twee procent. In Luxemburg was de geldontwaarding 1,4 procent en in Roemenië 1,3 procent.

De inflatie in de gehele eurozone kwam in mei op een half procent uit, evenveel als in een eerste raming. In april was dat nog 0,7 procent. In de hele Europese Unie daalde de inflatie van 0,8 naar 0,6 procent.