Genoeg bewijs voor oorlogsmisdaden Poolse SS-er

De afdeling nazimisdrijven van het Duitse openbaar ministerie wil de 94-jarige voormalige SS-commandant Michael Karkoc voor de rechter zien. Zelfs zonder een onlangs teruggevonden getuigenverklaring à charge was er al genoeg bewijs om vervolging te rechtvaardigen, liet de tweede man van de afdeling maandag weten.

Thomas Will en zijn collega's onderzochten de afgelopen maanden of er grond was voor een strafzaak tegen Karkoc, die sinds 1949 in de Verenigde Staten woont. De afdeling vraagt het federale parket deze week aan welke aanklager zij het dossier moet overdragen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Karkoc compagniecommandant in het Oekraïense Zelfverdedigingslegioen, dat later opging in de SS. Dat legioen brandde in het huidige Oekraïne en Polen verscheidene dorpen plat en slachtte de inwoners af.

Voor de verdenking dat Karkoc niet alleen aanwezig was bij, maar het bevel voerde over de verwoesting van een van die dorpen, heeft persbureau AP nieuw bewijs gevonden. Een van Karkocs manschappen, de Oekraïner Ivan Sjarko, heeft in 1968 tegenover de Oekraïense inlichtingendienst verklaard dat Karkoc het bevel gaf het Poolse Chlaniow uit te moorden.

Karoc' eenheid voerde de opdracht nauwgezet uit. Het dorp ging in vlammen op en meer dan veertig mannen, vrouwen en kinderen kregen de kogel. Chlaniow moest volgens Sjarko boeten voor de moord op de SS-majoor onder wie Karkoc diende.

Karkocs zoon houdt vol dat zijn vader 'nooit een nazi is geweest'. De familie wil niet meer op de 'lasterlijke beschuldigingen' ingaan totdat zij van 'de vermeende bewijzen' heeft kunnen kennisnemen, aldus Karkoc junior.

Duitsland meent dat mensen die betrokken zijn geweest bij misdaden uit het nazitijdperk berecht moeten worden, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.