Iraakse vluchtelingen voorlopig niet teruggestuurd
De groep Iraakse vluchtelingen die Nederland dreigde te worden uitgezet, hoeft voorlopig niet terug. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft woensdag besloten dat het eerst per persoon wil uitzoeken of het veilig genoeg is voor een terugkeer, meldt Vluchtelingenwerk Nederland. Het hof was niet direct bereikbaar voor bevestiging.
Begin deze maand hield het hof de uitzetting van vijftien vluchtelingen een dag van tevoren tegen. De oppositie verweet minister van Integratie en Asiel Gerd Leers (CDA) dat hij een brief van het hof hierover zou hebben achtergehouden. Leers ontkende dit.
In de brief van 22 oktober stond dat bekeken gaat worden of het terugsturen van asielzoekers uit Irak wel verantwoord is. Uitgeprocedeerde asielzoekers konden in afwachting van de uitspraak van woensdag met succes beroep aantekenen tegen gedwongen uitzetting.
De brief werd niet doorgestuurd naar de Tweede Kamer. Juridisch gezien hoefde dat ook niet, omdat er geen rechterlijke uitspraak in stond. Maar omdat de brief niet openbaar was, wisten sommige asielzoekers niet dat ze beroep konden aantekenen. Daardoor liepen ze het risico terug te worden gestuurd naar Irak.
Het hof heeft volgens Vluchtelingenwerk besloten de individuele gevallen nader te onderzoeken. Nieuwe verzoeken om uitzetting op te schorten zouden ook individueel door het hof worden bekeken.
