Sno: "Het was nog niet mijn tijd om te gaan"

Evander Sno werd enkele weken geleden getroffen door een hartaanval, maar is inmiddels weer volop in training. De middenvelder is naar eigen zeggen bijna klaar voor een rentree bij Ajax.

Tijdens het duel tussen Jong Vitesse en Jong Ajax, dat zes weken geleden werd gespeeld, zakte Sno ineens in elkaar. De medische ploeg van beide teams had een kwartier nodig om het hart van de speler weer op gang te brengen. De voetballer werd vervolgens met spoed naar het ziekenhuis gebracht.

In het ziekenhuis plaatsten de artsen een soort interne defibrillator in zijn lichaam. Dit apparaatje waakt over het hartritme van de speler. "Mocht er ooit nog iets met mij gebeuren, dan zorgt dat apparaatje dat ik vanzelf weer wakker word. In feite ben ik nu zelfs beter beschermd dan iedere andere speler."

Sno was de eerste dag, dat hij weer in de kleedkamer zat, vooral benieuwd naar de reactie van zijn ploeggenoten. "Ik dacht: straks vinden ze me zielig, gaat iedereen me bewust sparen. Maar er lijkt niets te zijn veranderd en zelf voel ik me steeds beter. Ik ben weer op kracht, heb zelfs het gevoel dat ik zó weer een wedstrijd kan spelen."

Toch herinnert Sno zich helemaal niets meer van het voorval. "Ik hoef de details ook nooit meer te weten", zei hij. "Er zijn tv-beelden, heb ik begrepen, maar wat heeft het voor nut om die terug te zien? Ik zou er nu alleen maar van schrikken. Wat voor mij belangrijk is, is dat de artsen mij helemaal binnenstebuiten hebben gekeerd en niets hebben gevonden."

De zus van Sno werd door de speler als eerste op de hoogte gebracht, nadat hij was bijgekomen. "De dokters vroegen me naar mijn familie. Van mijn zus wist ik gelijk haar nummer, omdat ze al jaren niet van telefoon veranderd is. Mijn ouders waren op dat moment in Suriname, zij zijn halsoverkop teruggekomen. Er zijn momenten dat ik ze nog gerust moet stellen, al kunnen ook zij het steeds beter een plek geven. Zelf haal ik veel kracht uit het geloof. Ik bid veel. Ik zie het zo dat mij iets is overkomen, maar dat het blijkbaar nog niet mijn tijd was om te gaan."