Column: Arme Fernando

Arme Fernando staat onder druk. Het is duidelijk dat hij een stapje extra moet doen om zijn derde titel binnen te slepen. En dat terwijl zijn kracht in voorgaande jaren juist een gestaag tempo was, en hij het niet echt moet hebben van extra stapjes.

Alonso heeft sinds de race in Barcelona zo vaak naast de baan gereden dat een overstap naar Husqvarna het overwegen waard begint te worden. Ja, in de straten van Monaco bleef hij op het grijze gedeelte van de baan, en won hij ook meteen, maar daar is ook geen groen te vinden. Sutil en Liuzzi probeerden nog op het gras bij de fontein voor het casino terecht te komen, maar kwamen niet door de vangrail heen.

Maar wat ik echt sneu vind voor Alonso, is alle aandacht die het conflict tussen hem en Hamilton krijgt. Kovalainen reed Fisichella dit weekend naar huis, maar daar hoor je amper iemand over. Sutil zet Albers al het hele seizoen te kakken, maar als ik op buitenlandse F1 sites kijk, lees je daar nauwelijks iets over. Als Vettel nog één of twee races de tijd had gehad zou hij waarschijnlijk Heidfeld de les lezen. Ik wil Hamilton geen eer ontzeggen, want van de rookies heeft hij ongetwijfeld de sterkste tegenstander, maar als Alonso en Hamilton niet in de sterkste auto van het veld hadden gezeten, waren zijn prestatie slechts opmerkelijk, in plaats van superlatieven tekort komend.

Nee, nu dient het duel in het spotlight uitgevochten worden; ieder incident wordt uitvergroot en opgeblazen; de strijd tussen Alonso en Hamilton heeft overal de aandacht van iedereen. Ik las vandaag zelfs dat Prost zijn duit in een zakje deed. "Ik denk nu dat het hebben van twee gelijkwaardige auto's in een team een fout is," zei hij in een Franse krant. "Uiteindelijk zal het ze opbreken omdat het te veel spanning creëert." Let wel, dit zijn woorden uit de mond van de persoon die in 1988 en 1989 continu liep te zaniken dat Senna meer aandacht van McLaren en Honda kreeg dan hijzelf.

De geschiedenis herhaalt zich bij het team van McLaren, en Prost zal de eerste zijn die het kan herkennen. Prost was net als Alonso tweevoudig wereldkampioen toen Senna bij hem in het team kwam. Prost was net als Alonso een coureur die liever rustig, veilig en constant naar de titel toereed, dan iemand die iedere race tot het uiterste ging. Ik hoor het Alonso ook keer op keer zeggen; de weg is nog lang, ik moet gewoon goed blijven scoren, ik hoef niet iedere race te winnen, uiteindelijk kom ik er wel, enzovoort.

Ik herinner me nog goed één van Prosts eerste opmerkingen over Senna, in Engels met een Frans accent dat doet denken aan de agent uit Allo Allo: "He make me push meur, and I deunt want to push meur." Alonso zou het gezegd kunnen hebben, met een Spaans accent dan natuurlijk. Nog iets wat ik in beide rijders zie: altijd een excuus hebben. Altijd iets om over te klagen. Nooit de schuld bij jezelf zoeken. Zwaaien naar de wedstrijdleiding als er iets niet naar je zin is. Met andere woorden: Prost herkent de situatie onmiddellijk, hij weet waar hij over praat.

Prost werd in z'n eerste jaar verslagen door nieuwkomer Senna, maar revancheerde zich in het jaar erna, waarna hij alleen nog maar gereden heeft bij teams waar hij onbetwiste nummer één status kreeg, en pakte bij Williams uiteindelijk zelfs een vierde titel. Ook Alonso heeft nog alle kans om de titel dit jaar of in de toekomst naar zich toe te trekken. Maar dan moet hij zich niet gek laten maken door de hype rond Hamilton, en concentreren op het werk wat van hem zelf verwacht wordt. Niet zeiken over ongelijkheid, achterblijvers, strategie of vuile lucht, maar gewoon kop omlaag en laten zien dat de afgelopen twee titels geen toeval waren.