'Julien C. op school al gestoord'
Op een gegeven moment verscheen Julien C. echter niet meer op school. Zijn ouders hadden hem ziek gemeld: hij zou de ziekte van Pfeiffer hebben. In werkelijkheid zat Julien echter in de cel wegens een roofoverval op een supermarkt.
De stiefvader van Julien, Gosse Meerstra, zegt in het AD dat zijn stiefzoon al vijf jaar niet meer in Hoogerheide woonde. ''Hij kwam hier af en toe aanwaaien, maar wat hij deed weten wij niet.''
Bol-oog
Voormalige medeleerlingen herinneren zich Julien als een jongen die continu stoned was en met steeds vreemdere toekomstplannen aankwam. Zo wilde hij een booreiland met wiet en hoeren beginnen. Niet veel later probeerde hij een lening te krijgen voor de aanschaf van een grote graafmachine. Daarmee wilde hij in Afrika diamanten delven. Op de opleiding had C. de bijnaam 'bol-oog' vanwege de stonede blik en zijn toegeknepen ogen.
Julien, die een uitzonderlijke belangstelling had voor geweld en wapens, was zelf op school nooit gewelddadig. Anders dan zijn moeder en stiefvader en zijn biologische vader, die allen befaamde karateka zijn, sloeg Julien nog geen deuk in een pakje boter.
Overigens ontkent Julien C. nog altijd dat hij de moord op Jesse heeft gepleegd.