Philips stopt met videorecorder

Nog voordat de opvolger op de markt is, stopt Philips met de productie van videorecorders. VCR-pionier Philips verkoopt zijn video-activiteiten aan het Japanse Funai. Het concern zet al zijn kaarten op de dvd-recorder, die volgende maand op de markt komt.

Philips pionierde in de jaren vijftig en zestig met de videorecorder. Eind jaren zestig al bracht het bedrijf een consumentenapparaat op de markt, dat met spoelen werkte. Daarna toog het concern aan de slag met een video-cassetterecorder.

Video 2000 heet nog altijd technisch superieur te zijn aan andere videosystemen, maar moest het als eerste afleggen tegen Sony's Betamax en JVC's VHS. Uiteindelijk bleef alleen de laatste over. Philips had zich toen allang toegelegd op de productie van VHS-recorders.

Op de apparaten wordt nog maar weinig verdiend. De prijzen zijn ingezakt tot drie-, vierhonderd gulden en Aziatische B-merken hebben de overhand.

Philips draagt zijn videorecorders nu over aan zo'n merk: Funai, de grootste producent van videorecorders ter wereld. De videorecorderfabriek in Wenen gaat dicht, wat 850 banen kost.

Binnen de Philips-strategie, die uitgaat van hoogwaardige digitale apparatuur, waarop de winstmarges groot kunnen zijn, spelen de apparaten geen rol meer.

Philips heeft inmiddels de opvolger al gepresenteerd: de dvd-recorder. Die kan tv-programa's digitaal opnemen op dvd-schijfjes. Die zijn kwalitatief beter - en langer houdbaar - dan VHS-opnamen, maar hebben het nadeel dat er maar één tot twee uur beeld op past.

Opnieuw lijkt het Philips-systeem technisch superieur. De dvd+RW-techniek heeft het voordeel dat opgenomen schijfjes ook in andere dvd-spelers afgespeeld kunnen worden. Concurrerende systemen kunnen dat alleen, als het schijfje tegen verder opnemen wordt beschermd.

Alleen leerde Video 2000 dat technische superioriteit niet altijd de overwinning betekent.