Dit gebeurt toch niet echt?

Het onderstaande verhaal is geen fictie. Ouders: hou rekening dat toestanden zoals in dit artikel nog steeds voorkomen! Let goed op en laat het grondig onderzoeken! Sta achter uw kind.    

Ik was twaalf jaar. Het was mijn eerste jaar op het speciale onderwijs. Een cluster 4 school.* In de praktijk zijn dat vaak tuchtscholen voor kinderen met een psychiatrische diagnose. 

Je had veel geluk als de leraar je duldde. Als je tegen een leerkracht in ging, kon je een klap of een schop krijgen. Of je werd wild door elkaar geschud of naar de gang gesleept.

Ivo was een jongen die graag stoer deed en opschepte. Hij zocht nog wel eens ruzie. Hij had ook veel mooie kanten. Zo kwam hij me bevrijden toen een klasgenote die een hekel aan me had, me op de grond wilde werken. Hij had gevoel voor rechtvaardigheid. Op het Jeugdjournaal was eens te zien hoe twee mannen om niets iemand in elkaar sloegen en hij noemde de daders ‘klootzakken’. Ook moest ik vaak lachen om opmerkingen van hem, hij had humor.

De leraar vond niet dat Ivo goede kanten had. Ivo zat uren per week op de gang.
Misschien denk je dat ik overdrijf, maar als ik zeg uren, bedoel ik uren. Hij bracht echt ochtenden of middagen op een stoeltje in een hoek door!
Zo bracht hij een zekere woensdag de hele schooldag door op de gang. De dag daarvoor had hij ook al straf en had ook nog het lef om weg te lopen. Als hij één keer per week op de gang zat, was het weinig. Viel het onder de pauze, mocht Ivo ook niet eten.

De aanleiding? Soms was Ivo aan het dollen. Soms had hij ruzie met klasgenoten en kreeg dan als enige straf, al had hij niet meer misdaan dan de anderen. Of hij ging tegen een leraar in. Hij zuchtte eens na een Kerstmaal toen hij moest helpen afwassen. De leraar stuurde hem van tafel. Nadat Ivo met een rood hoofd apart zat, sleepte de leraar hem weg. Ivo huilde en weeklaagde.
Soms wist ik niet eens wat de aanleiding was. Illustratief was dat de leraar tegen iemand anders zei: “Ga jij maar naar de gang”. Hij noemde geen naam. Ivo vroeg verbaasd:
“Ik?”
“Ja, ga jij ook maar”, besloot de leraar toen. Het was geen grapje.
“Hij zei alleen maar ik”, riep een meisje verontwaardigd.
“Wil jij je niet met mijn zaken bemoeien?” zei de leraar met een nare autoritaire stem. Zijn zaken? Het gebeurde voor onze ogen.

Ivo werd alleen maar opstandiger en bozer. Hij reageerde vaak zenuwachtig en achterdochtig. Als het weer raak was, protesteerde hij, soms boos, soms huilend en jammerend. Proberen in discussie te gaan, moedigde de leraar vooral aan. Hoe moet Ivo zich van binnen hebben gevoeld? Hij leed er duidelijk onder.
De leraar zei nooit iets aardigs tegen Ivo. Toen Ivo een mooi rapport had, zei de leraar nors: “Je cijfers zijn goed. Nu je gedrag nog”.

Tegen het einde van het schooljaar escaleerde het. Tenminste, ik denk dat het komt door de opeenstapeling van onrecht, frustratie en machteloosheid.
Tijdens de pauze, op de speelplaats, had Ivo mot met een jongen, tegen wie hij niet op kon. Een klasgenoot begon te grinniken. Ivo waarschuwde zijn klasgenoot op zijn gebruikelijke macho manier. Er was niets opvallends aan, totdat hij zich op de jongen stortte. Ze rolden over de grond en gingen elkaar te lijf. Net twee vechtende straatkatten. Een juffrouw greep in. Ze gebood Ivo dringend maar beheerst: “Laat hem los”. Dat deed hij meteen. Nu wordt het wel opgelost, dacht ik. Zelfs ik vond dat Ivo dit keer wel straf verdiende. De andere jongen huilde van schrik en er zat bloed op zijn gezicht.
Een leraar kwam aanlopen. Niet mijn eigen leraar, maar van de hoogste groep. Wat er toen gebeurde… Zelfs na alle scènes op school, was ik verlamd van ontzetting.
Die leraar greep Ivo bij de keel en tilde hem tegen de muur. Ivo’s voeten hingen boven de grond.
Ivo huilde, zijn gezicht was donkerrood. Daarna sleepte de leraar hem naar binnen.
Toen ik zelf naar binnen moest, zat Ivo in het handarbeidlokaal. De leraar zei hem niet te bewegen.

Naderhand was ik helemaal overstuur. Op geen enkele manier kon ik het uiten. Ik had geen recht van spreken. Ik durfde het ook niet aan mijn ouders te vertellen. Wie zou dit geloven? Het was zoveel te erg dat ik het verdrongen heb, maar soms komt het weer naar boven.

Mijn leraar had door het gevecht weer een aanleiding om een hekel aan Ivo te hebben. Wat hij zei over wat zijn collega deed: “Als je bij je moeder en vader gaat klagen: De meester deed dit bij mij, dan ben je wel héél kinderachtig”. (De leraar beeldde redelijk uit wat zijn collega deed bij Ivo.)
De leraar zei Ivo excuses te maken naar de jongen die hij had aangevallen, wat Ivo ook deed: “Sorry, dat we hebben gevochten.”
Het klonk oprecht. Toch zei mijn leraar: “Ja, het zal wel.”

Tekenend is dat mijn leraar zich ook een keer op een jongen heeft gestort, die hem provoceerde. Dus een leraar mag het blijkbaar wel.

Ik was blij voor Ivo dat hij na de zomervakantie naar een andere school ging.


*Onder cluster 4 vallen scholen voor leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK)

Lees ook: http://www.nrcreader.nl/artikel/7250/soms-moet-je-met-drie-man-op-een-jongetje-zitten

Post traumatische stress, hoe zou dat komen? Naar mijn weet is dat geen aangeboren aandoening.

PS: Een vriend van mij schrok zich rot van dit verhaal en werd misselijk. Hij raadde mij aan om aangifte te doen, maar het is al jaren geleden en nauwelijks te bewijzen. Die jongen is misschien ernstig getraumatiseerd geraakt. Hij kreeg geen kansen. Wilde die leraar hem kapot maken?  
Waarom hebben Ivo's ouders niet ingegrepen? Misschien werd hij niet geloofd, dachten ze dat hij overdreef. Of hij durfde het niet te vertellen. Misschien hebben de ouders geprobeerd voor hun zoon op te komen, maar veranderde er niets of werden ze zelfs geintimideerd. Waar je natuurlijk nooit iets over hoort.
Is het gedrag van die leraar de reden, dat Ivo naar een andere school ging? Daar hebben die ouders dan heel verstandig aan gedaan! 

Zit uw kind op een cluster 4 school, houd er dan rekening mee dat je niet weet wat er met hem gebeurt. Dat hij misschien psychisch of lichamelijk mishandeld wordt. Hij is niet in staat om het psychische geweld en de wreedheden duidelijk te verwoorden. Het is bovendien moeilijk te geloven of bevatten dat dit echt gebeurt.   

Hoe zou het nu met Ivo gaan?