Hakken en zagen

Hé Gramps, ga je twintig jaar na datum met een kale kop en Aussies aan je lijf van muziek veranderen? Nou, wat denken jullie zelf? Nee, laten we het maar letterlijk houden. Ik ben zoals bekend is met pensioen en dan ga je ook anders tegen klussen aankijken. Vroeger, toen we nog een behoorlijk inkomen hadden, liet ik bepaalde zaken gewoon effe doen. Beetje poen aftikken en klaar was Kees, maar dat is nu toch iets lastiger. Dat heb je met heel veel verschillende werkgevers in je werkzame leven, met dat pensioen had het wel wat beter gekund, al klagen we niet. Nu ga ik kijken of ik iets zelf kan, met de inzet van spierkracht en zweet. Vooral zweet, dat heb ik volop beschikbaar.

In ons voortuintje van zes bij acht meter stonden twee bomen, een lijsterbes en een berk. Het is aan de noordkant, dus hadden we niet het idee dat verwijdering van die bomen veel effect zou hebben op de hoeveelheid licht in ons huis. Laat maar staan dus. Maar ja, je hebt ook nog buren, tenminste aan de ene kant. Buurvrouw had vele jaren een tokkietuin gehad, compleet met veel onkruid en achtergelaten auto-onderdelen. Gezanik over de rotzooi die de lijsterbes in haar tuin veroorzaakte legden we dan ook soepeltjes naast ons neer. Anders werd het toen ze haar landgoed liet opknappen, toen had ze wat meer recht van spreken. Om van het gezanik af te zijn deed ik met gulle hand de hele boom aan haar over. Ze mocht hem hebben, maar dan wel compleet met de stronk. Ik zat namelijk niet te wachten op een boomstronk in ons tuintje die misschien pas is weggerot tegen de tijd dat Gramps de rijpe leeftijd van honderd jaar heeft bereikt. Buurvrouw zegde haar volle medewerking toe.

Niet dus, na maanden wachten hadden haar hulptroepen nog steeds niet hun opwachting gemaakt. En die berk, veel groter, dikker en hoger dan de lijsterbes stond er ook nog. Een berk is een rotzooimaker, de hele tuin ligt meestal vol met dunne takjes. Bovendien is het in bepaalde jaargetijden een geweldige bron van hooigoortz. Als je in de lente een ernstig verztobte deuz hebt en er is een berk in de buurt, dan is de link gauw gelegd. Het ding stond voor 80% in een gemeenteperk naast onze tuin, de rest stond in onze tuin. Dus hebben we iemand van de gemeente uitgenodigd om de zaak te bekijken. Ja hoor, dezelfde dag stond hij in onze tuin. Met een prentje van de situatie. Raar, die berk was zeker 30 jaar oud, maar hij stond niet vermeld. Een moerascypres iets verderop wel, de berk was echter niet te vinden. De ambtenaar bood dan ook aan om de kapaanvraag te doen, ook al omdat het ding grotendeels op gemeentegrond stond, dat scheelde ons toch weer 85 euroootjes.

Een paar weken later kwam er opeens een vrachtwagen de straat inrijden. Twee lieden stapten uit, klommen via een lange ladder in de berk en knoopten een lang, dik touw zo hoog mogelijk aan de stam vast. Het andere eind van het touw werd aan de vrachtwagen bevestigd. Aan de valzijde werd een wig uit de boom gezaagd, waarna de boom van de andere kant werd doorgezaagd terwijl met de vrachtwagen aan het touw werd getrokken. Binnen een paar minuten lag het geval in het gemeenteperk naast ons huis en op de straat. Nog een halfuurtje later lagen alle dunnere takken op de vrachtwagen en was het dikkere hout in stukken van driekwart meter langs de straat opgestapeld. Ik informeerde naar de behoefte aan koffie; die was er. En die lijsterbes? Die hoorde niet bij de opdracht, die was geen dertig centimeter dik op anderhalve meter hoogte. Mooi is dat.

Ik nam dan ook mijn toevlucht tot een ouwe truc die natuurlijk niet werkt bij deze mensen: laagbijdegrondse omkoperij. Weer een halfuurtje later was ook de lijsterbes verdwenen, zelfs de bladeren op de straat waren met een bladblazer bijeengebracht en opgeschept. Klussie gepiept, alleen zat ik nu met twee stukken stam van enkle tientallen centimeters boven de grond en rest eronder. Ik kon natuurlijk een vakman laten komen die de ondereinden met een gruwelijk groot masjien eruit freest, maar het was juist zaak om die operatie zonder veel kosten uit te voeren. Mijn portemonnee zo veel mogelijk dichthouden, dat was en bleef de bedoeling. Dus ga ik aan het werk met een goeie spade en een knoepert van een bijl. De wortels uitgraven en doorhakken. En dan de stronk eruittillen, dat is wel zo’n beetje het plan.

De lijsterbes bleek een secreet te zijn, vooral door de plek waar hij stond, in de uiterste hoek tussen het hek van de buren en de straat. De laatste wortel die door moest liep onder de straat en daar kon ik helemaal niet bij met mijn bijl. Gelukkig heb ik een bouwbuurman die mijn geklooi aankeek en met een reciprozaag kwam. Kijk, toen was het zo gepiept. Alle wortels waren weg, dus ik hief mijn maatje 47 en gaf een trap tegen de stronk. Aiii, geen millimeter beweging. Ik zal dus toch een Tirfortakel moeten regelen en de stronk gewoon omtrekken. Er zullen toch nog wel een paar worteltjes vastzitten. Grof geweld is dus de oplossing.

Een van onze zonen haalde nog dezelfde dag dat de bomen werden gekapt, het hout op met een aanhanger. Dat moest ook wel, want we werden helemaal platgebeld door lieden die dat haardhout best wilden meenemen. Kleinzoon Luuk van zeven jaar was het heel erg oneens met de gang van zaken. Hij zag dat ik de stronk van de lijsterbes had losgehakt en gaf verontwaardigd te kennen dat hij had willen helpen. Lekker graven, mannenwerk, net wat voor hem. Ach joh, kijk, daar staat er nog eentje, nog groter en dikker dan deze. Ik bel je als ik eraan begin, dan mag jij helpen. Een grote glunder op zijn giechel diende als antwoord. Het is niet zo’n prater, onze Luuk.

Afgelopen donderdagmiddag maakte hij zijn opwachting, in werkpak, laarzen aan, schep in de hand. Hij vond dat we nu toch wel eens aan het werk mochten. Goed jong, dat doen we. Ik wees hem waar de wortels in de grond verdwenen en vertelde dat hij tussen de wortels de grond moest weghalen, dan kon ik de wortels met mijn bijl te lijf. Ai, dat viel tegen, wat zat daar allemaal onder het zand verborgen? Dunne worteltjes Luuk, die moeten eerst weg, anders kun je niet graven. Kijk, ik heb een spade met een scherpe rand, daarmee steek ik die dingen weg voor jou en dan kun jij graven. Hier, neem dit kleine plantschopje maar, dat gaat veel makkelijker. Luuk liet zich niet kennen, ondanks de motregen sloeg hij hevig aan het spitten. Af en toe moest ik met mijn spade bijspringen en dan ging hij weer verder. Als er moest worden gehakt stuurde ik hem naar het tuinpad, een paar meter verderop. Opa, ik ga nog wat verder weg staan, ik kreeg een spaantje tegen mijn hoofd. Goed jong, we komen er wel, samen.

Na een uurtje werd het me toch te gortig met die motregen, dus de andere helft komt volgende week. Ik moest plechtig beloven dat ik het werk niet zonder Luuk zou doen, hij was nog lang niet genezen. Ik zal jullie, lezers, wel effe waarschuwen voor het uithakken van een berkenstronk. Van bovenaf gezien lijkt het een eitje, de wortels zijn zes of zeven centimeter breed. Maar dan ga je graven en dan blijken ze wel vijftien centimeter hoog te zijn. Een rotstreek van die berk. Als de boel eruit is, spuit ik de stronken schoon met de hogedrukspuit en dan mag zoonlief de rest doen met de kettingzaag.

En dat hakken, ging dat nog een beetje met je kantoorhandjes, opa? Dat viel helemaal niet tegen. Ik heb het geleerd toen ik een jaar of zeven, acht was en het blijkt net zoiets te zijn als fietsen, je verleert het niet. Alleen merk je wel dat vijftig jaar roken niet echt bevorderlijk is voor de Ausdauer. Maar de behendigheid is er nog steeds. En een rotklus, dat blijft het. Grootste voordeel van deze manier van werken is dat ik hooguit acht tientjes kwijt ben voor een bijl, een spadesteel en de huur van de Tirfor. Mooi meegenomen toch? En ondanks de ligging van de tuin op het noorden is moeders uiterst opgetogen over de veel grotere hoeveelheid licht die we nu in huis hebben. Ik was eigenlijk voornemens om de twee bomen te vervangen door een mooie plataan. Nou, dat kan ik dus vergeten, bomen zijn niet meer welkom. Daglicht, dat willen we hebben.