De Band
Tegenstellingen. Zwart en wit. Groot en klein. Extremen liggen vaak dichter bij elkaar dan je denkt. Gekte en genialiteit kom je dikwijls in één persoon tegen. Rijk en arm. Of beter: mensen waar we tegenop kijken en mensen waar we op neerkijken. Dat laatste is zeker op ons van toepassing. Jarenlang bungelden we ergens onderaan de samenleving. We hadden niets en we leefden van niets. Zelfs van veel primaire behoeften, die we in een rijke samenleving vanzelfsprekend achtten, bleven we verstoken. Schoon water, een fatsoenlijke maaltijd, warmte, het was allemaal onbereikbare luxe voor ons. Bijna anderhalf decennium lang.
Uitschot waren we. Een soort stinkende zwervers waarbij mensen liever snel de andere kant opkijken. Bang om aangesproken te worden voor een eurootje of bang om een schuldgevoel te krijgen. Ook van werk bleven we grotendeels verstoken. Zelden had iemand van ons wel eens een baantje. Dat duurde nooit langer dan de introductieperiode. We hadden collectief geen agenda, problemen met ritme en op tijd komen in het bijzonder.
Het enige wat ons anders maakte dan een stel zwervers, was de gezamenlijke passie die we deelden. Iedere vrije minuut, en dat waren er nogal wat, staken we in onze muzikale ontwikkeling. Muziek hield ons bij elkaar, net als drugs en alcohol. We leefden al bijna vijftien jaar aan de onderkant van de samenleving. Na zo'n lange tijd brak bij mij een periode van berusting aan. De droom bestond nog wel, de passie voor muziek ook. Maar het geloof dat de droom zou uitkomen, vervaagde.
Ik zag het niet meer gebeuren, dat we zouden rocken op alle grote festivals. Geen hordes fans, slapend op straat om tickets voor onze shows te bemachtigen. Geen grote podia voor ons om op te spelen en voor gillende meisjes om hun slipjes op te gooien. Hoe merkwaardig het ook mag klinken, daarmee viel er een enorme last van mijn schouders. Ik kon accepteren wie ik was geworden. Helemaal niemand.
Tot de dag waarop het allemaal in één klap veranderde. Een lomp deuntje dat ik uit verveling had uitgewerkt tot een track, belandde op YouTube. Het werd opgepikt door de radio en vanaf dat moment stond de telefoon roodgloeiend. Het is maar goed dat ik destijds niet wist wat ons allemaal te wachten stond, want ik weet niet of ik er dan wel aan begonnen was.