Wordt het nog wat met Hendrikus?

Nou… Het wordt zeker een enorme toer. Want dan moet-ie zelf wel meewerken, en vooralsnog is hij niet echt overtuigd van de noodzaak daartoe. Waarom ik hem Hendrikus noem? Lees maar, het is volkomen logisch.

Sinds jaar en dag heb ik geregeld een stel enorme brokkenpiloten in mijn klas, zo van die lui die echt alles tegen hebben. Het begint met een geweldige afkeer van school, meegebracht uit het VMBO. Dat je daarbij wordt tegengewerkt door de minister die eist dat je met 18 jaar een startkwalificatie moet hebben, en zo niet dat je dan tot je 27-ste de tijd hebt om dat alsnog voor mekaar te boksen, ach, dat is een extra obstakel, maar ook niet meer dan dat. De praktijk is heel wat weerbarstiger dan de theorie en de leerplichtambtenaar heeft meer dan genoeg werk. Die heeft algauw in de peiling of iets met sancties oplosbaar is of niet. En verder hebben de meesten van hen de vaste overtuiging dat leren niks is voor hun. Nee, werken, dat gaat heel wat beter. Ik kan, als ik daarvoor eens in the mood ben, gloeiend pissig worden over de mentaliteit die deze jongelui op het voorgaande onderwijs hebben opgedaan. Nee Gramps, dat zie je toch verkeerd, dat komt uit hun opvoeding, thuis begrijp je wel? O, en hebben jullie dan ALLES in het werk gesteld om die instelling te bestrijden? Of mogen wij dat doen, omdat het jullie te moeilijk leek? Het kan namelijk WEL. Van alle tobbers, losers en prutsers die ik in mijn klassen heb gehad hebben er 90% een eerlijk, zelf verdiend diploma binnengehaald. En sommigen kwamen zelfs nog twee niveau’s hoger uit. Kwestie van poetsen, kalmeren, af en toe een grote muil, relativeren, aanhouden en doordouwen. Alles met een prima humeur als voornaamste attribuut. Dat vast-gekankerde idee dat ze niks kunnen op leergebied is er heel moeilijk uit te krijgen, maar het is zeker niet onmogelijk.

Anders wordt het als zo’n joch nog andere dingen meesjouwt die hij niet zou moeten hebben. Zoals Hendrikus. Ik heb zelden een vreemder portret meegemaakt, er klopt echt helemaal niks bij dat manneke. Ik sloeg steil achterover toen ik vorige week vernam dat hij een vriendinnetje heeft. HIJ???
Hendrikus zit bijna twee jaar bij ons, en heeft een paar docenten versleten voordat-ie bij mij kwam. Ze waren hem allemaal spuugzat en graag bereid om hem te lozen, ongeacht de financiële consequenties. Dwars, lui en stront-eigenwijs. Toch zou het nog een redelijk behapbaar joch kunnen zijn, ondanks die nare trekjes, maar hij had een houding om zich heen opgebouwd die ieder normaal mens afstoot. Het geval wilde dat ik een oudere, wel normale broer van hem in een andere klas had zitten en die had een uitgebreid gesprek met mij over Hendrikus. Niemand in het grote gezin wist zich raad met het manneke, maar een diploma zou een grote stap zijn in de goede richting. Reden voor mij om het toch maar te proberen.

Hij bleek op de vorige school vreselijk te zijn getreiterd. Niet echt verbazend dat het daar gebeurde, want dat is een school van: menéér, dat komt bij ons niet voor. Wij zijn een school met hoogstaande principes en strakke regels, wat denkt u wel? Jaja. Dan rijst bij mij meteen de vraag of die houding van hem de oorzaak of het gevolg was van het gepest.

Hendrikus heeft een muur om zich heen gebouwd om zich achter te verschuilen en geen last te hebben van wat dan ook. Nou, dat is niks bijzonders, dat hebben zoveel mensen. Misschien wel alle mensen, daarover kun je nog van mening verschillen. Maar als je een muur bouwt, waarom eentje van nat karton? Of van flinterdun glas? Waarbij je zelf dan nog het idee hebt dat het de meest stabiele constructie is die er bestaat, en dan ook nog eens onzichtbaar voor bijna iedereen? Dan is er wat mis, dan spoor je niet.
Hij heeft een bouw die totaal niet overeen komt met de beroepseisen – lang, iel, brilletje, haartjes, kleren altijd keurig. Als je dat ziet zitten in mijn klas tussen de anderen, dan denk je dat er ergens een grote plaatsingsfout is gemaakt. ICT-nerdje in de bouw. Of zo.

Als hij dan begint te praten valt het moeilijk om niet te lachen, maar dat gaat heel gauw over. Hij praot heel plààt, heel gedragen, zo’n beetje als een laag-opgeleide, irritante bouwvakker van achter in de vijftig, maar kraamt daarbij natuurlijk de onzin uit van een niet al te slimme achttienjarige. Van iedere kilo praat die hij, meestal on-uitgenodigd aflevert maakt hij nog geen gram waar. Want natuurlijk heeft-ie overal een mening over, zelfs de directeur wordt niet gespaard. De werkgevers volgen elkaar dan ook in hoog tempo op, want zijn maten zijn heel rap klaar met dat holle vat en melden de baas dat hij wel weg mag, of liever moet. Teveel irritatie.

Op school is de docent altijd de sjaak, voor het minste of geringste staat hij bij je bureau: zeg (achternaam docent), ik snààpter geen bààrstvààn, leg dat es effe uit. Jochie, ga zelf eerst eens aan de gang, je kunt onmogelijk zo stom zijn dat je het niet door hebt na een beetje bestuderen. Opperste verbazing: moet ik dat ZELF doen???? Laten uitleggen is veel makkelijker en daar ben jij toch voor? Hendrikus, nu even niet, je gaat zelf aan de gang en ik wil je zeker een half uur niet aan mijn bureau zien.  Wanneer ik niet op school was kon hij bij een andere docent aanschuiven en zijn werk doen, maar dat kwam ook tot een abrupt eind. Hij moest nog een aantal tekeningen maken en stond op een gegeven moment in de klas te vertellen dat hij wel iemand wist die deze tekeningen al had gemaakt, dus even lenen en natekenen, lekker gauw klaar. Ook maakte hij een toets die aan het eind van de dag niet voltooid in zijn  tas verdween. Dus hij was meteen niet meer welkom bij de collega’s en hij mocht zich voor flessentrekkerij komen verantwoorden. Verbazing alom bij meneer. HIJ deed echt niks verkeerd. Wat een gezeur. Fraude?? FRAUDE??? Achteraf lijkt het muntje toch te zijn gevallen, want de laatste week was de klep dicht en de pen tekende en schreef, zonder kabaal.

Het behoeft geen betoog dat de opleiding niet helemaal probleemloos ten einde kwam, maar o wonder, het lukte uiteindelijk wel. Op de laatste dag moest hij voor een andere docent nog een bijvak doen, hoofdzakelijk op de computer. Hij vond het natuurlijk appeltje-eitje en bestormde de docent met e-mails dat hij allang klaar was en dat hij wilde afronden, dan kon hij de rest ook administratief afwerken. Op een dag had hij zelfs zijn moeder bereid gevonden hem per auto naar de werkgever te brengen, alleen moest hij nog even in vijf minuten de boel met de docent afronden. Nee dus, niet klaar en ma stond met de auto te wachten. Dus mij gebeld, ik zat ergens anders. Hij MOEST nu weg, want zijn moeder stond te wachten, en als ik nou tegen mijn collega zei dat het in orde was, dan kon hij weg. Jaja. Ik denk dat mam ontploft is, want hij had nog een paar uur werk.

Nu is hij weg. Geslaagd. Klaar uit. Gauw vergeten die halve zool. En juist dat lukt me niet. Ik was niet in de gelegenheid om hem nog een afsluitend gesprek door de strot te douwen en mijn stinkende best te doen om hem bij een professionele persoon in een reparatieprogramma te krijgen. Dat moet, anders gaat het heel gauw heel erg mis. Het moet toch heel raar zijn om te merken dat je op alle mogelijke manieren en tijden op je muil gaat en dat iedereen je weg kijkt, zonder dat je vraagtekens zet bij je eigen gedrag en houding. Wat moet dat ventje zich rot voelen. Klotewereld, kloteleven.
Dat gesprek komt er dus. Ik ben het aan mezelf en aan zijn familie verplicht. Benieuwd of het een beetje helpt. Ik heb een hekel aan losse eindjes, vandaar.

Op dezelfde dag dat ik hem de tent uit wist te werken kwam een andere leerling heel aarzelend naar me toe. Of hij me even mocht spreken, want het ging niet zo goed met hem. Ik was heel verbaasd, want hij zit al anderhalf jaar in mijn klas en ik ben veel meer pa dan leraar, dus van een drempel is weinig te merken. Hij is nu 21 en verloor met 14 zijn moeder door kanker. Twee jaar later bleef zijn vader plotseling dood door een hartaanval. Hij heeft twee jongere broertjes die hij zelden ziet en zijn relatie ging uit. Sinds een paar maanden woont hij alleen in een eigen appartement. Alleen, dat vooral. Hij wilde hulp maar wist niet hoe en wat. Kijk, dan heb je op een grote campus meteen alle mogelijkheden om de hoek. In een kwartiertje was het circuit op gang. Volgende week het eerste gesprek. Komt goed, ik volg het nauwgezet.

In dit geval, hoewel veel tragischer heb ik veel meer vertrouwen in een redelijke afloop. Dat joch wil geholpen worden, en dan is het heel wat eenvoudiger.

Docent, never a dull moment.