Zomaar twee spitsen

Deze week las ik twee interviews in de krant, met zomaar twee spitsen. Qua leeftijd ontlopen ze elkaar nauwelijks iets, maar hun loopbaan verschilt hemelsbreed. De eerste stond ooit te boek als het grootste talent van Ajax, terwijl de tweede altijd heeft moeten strijden tegen vooroordelen. Van hem werd steeds gedacht dat hij het niveau niet aan zou kunnen.

Brutil Hosé, want dat is de eerste waar het hier om gaat, zou bij Ajax gaan uitgroeien tot een wereldspits. Hij maakte deel uit van een fantastisch A1-elftal, dat elke tegenstander oprolde en ongeslagen kampioen werd. Zelfs als ze slecht speelden wonnen ze nog met 6-0, liet Hosé in het interview optekenen. De Antilliaan was de blikvanger in dit wonderelftal, dat sprookjesachtig voetbal koppelde aan monsterzeges. Zoals gebruikelijk met grote talenten debuteerde hij dan ook al op jonge leeftijd in het eerste elftal van de Amsterdammers. Daar liep het spaak.

Waarom Hosé het niet haalde, is nooit echt duidelijk geworden. Zelf houdt hij het er op dat hij nog niet klaar was voor de stap en geen nee kon zeggen. Tegen wie en waarom vertelde hij niet. Opvallend genoeg zijn de meeste andere Godenzoontjes van destijds ook nooit echt doorgebroken. Er zijn er nog wel die actief zijn in het profvoetbal, maar de echte top hebben ze geen van allen bereikt. Alleen Andy van der Meyde was basisspeler bij de Amsterdammers en verdiende een transfer naar Internazionale. Waar hij het overigens ook niet kon maken. Van der Meyde kwijnt nu min of meer weg bij Everton en is ook al niet meer in beeld bij Oranje. De rest struikelde net als Hosé op de lange weg naar de top. Misschien is de gouden lichting overschat en waren de tegenstanders gewoon veel zwakker. Het kan allemaal. Toch blijft het vreemd dat Hosé daarna ook bij andere profclubs nooit echt kon overtuigen en inmiddels op zondagmiddag zijn wedstrijden speelt voor hoofdklasser Haaglandia. Jaren geïnvesteerd in een droom die inmiddels wel vervlogen is.

Voor Danny Koevermans bestond deze droom eigenlijk nooit echt. Hij bleef tot op relatief hoge leeftijd actief voor zijn eigen amateurclubje, het Schiedamse Excelsior '20. De Koef had lol, leefde het leven van de meeste jongeren en zat niet in het strakke keurslijf dat meespelen in de jeugd van een topclub met zich meebrengt. Nooit noemde men hem het grootste talent van Nederland. Weg van die druk maakte Koevermans uiteindelijk toch zijn entree in het betaald voetbal. Bij Sparta Rotterdam ontwikkelde hij zich, dichtbij zijn geliefde Schiedam, tot een zeer doeltreffende eerste divisie spits. In het seizoen waarin Sparta promoveerde vormde hij een droomvoorhoede voor de begrippen van dat niveau, samen met Riga Mustapha en Ricky van den Bergh. Ze scoorden samen rond de zeventig goals. Maar een gouden voorhoede, dat is nog wat anders dan een gouden lichting.

De promotie maakte Koevermans niet mee. Louis van Gaal, die in 1995 met een jeugdig Ajax de wereld veroverde, wilde hem namelijk hebben bij zijn nieuwe club AZ. De man met het notitieblok, bekend om zijn geniale persconferenties, heeft namelijk ook een zwak voor Sparta. In zijn voetballoze periode bekeek Van Gaal die club wel eens en daar viel Koevermans hem op. Niet als basisspeler, maar als ideaal breekijzer. Technisch verzorgd voetballende teams kunnen namelijk een impuls krijgen van een invaller die een radicale stijlbreuk mogelijk maakt. Toch twijfelden veel kenners aan de aankoop van Van Gaal. Die Koevermans, die was niet goed genoeg voor de top van de eredivisie.

Inmiddels laat hij zien dat iedereen zich heeft vergist. Sinds dit seizoen speelt AZ met twee spitsen en Koevermans geniet met volle teugen. In de voorbereiding scoorde hij al aan de lopende band, nu is hij clubtopscorer in de eredivisie. Hij is als voetballer enorm gegroeid, getuige het feit dat hij tegenwoordig moeiteloos mee lijkt te draaien in het Alkmaarse combinatievoetbal. Dus lonkt nu zelfs het Nederlands elftal. Waarmee de loopbaan van Koevermans een parallel vertoont met die van Dirk Kuijt. Ook bij die Katwijkse spits, pas betrekkelijk laat in het profvoetbal beland, werd bij elke stap omhoog getwijfeld aan zijn kunnen. Kuijt haakte telkens aan en Koevermans lijkt, in lager tempo en op iets lager niveau, ook te doen. Hij zal misschien niet in de Engelse top belanden, maar de subtop lijkt zeker mogelijk. Als hij al vertrekken wil uit Alkmaar.

Brutil Hosé zou willen dat voor hem deze keuzemogelijkheid nog zou bestaan. Waar Koevermans overal heen kan, is voor Hosé het boek vermoedelijk al dicht. Brutil Hosé beleefde door het voetbal ongetwijfeld een aardige jeugd, die hem op vele plaatsen van Europa bracht. Danny Koevermans beleefde minstens zo'n fijne jeugd, maar dan op een andere manier. Voor hem is er echter een nog mooier heden en een fijne blik op de toekomst bijgekomen. Waarmee maar weer eens duidelijk wordt dat in het voetbal talent niet allesbepalend is.