De nieuwe oogst is nog mager

Bij de start van dit voetbalseizoen waren er liefst negen clubs in de eredivisie met een nieuwe trainer. Dit is dus de helft. Het is een opmerkelijk aantal. Nu het seizoen bijna halverwege is, kan je al concluderen dat de meeste teams met de trainerswissel nauwelijks succes hebben gehad. De nieuwe oogst is dan ook magertjes.

In Den Haag werd een nieuwe man aangesteld, nadat Rinus Israël vorig jaar naar het Verre Oosten toog en Lex Schoenmaker het seizoen afmaakte. Schoenmaker kende een prima tweede seizoenshelft met ADO, waarin men toch vrij eenvoudig veilig bleef. Schoenmaker mocht echter niet aanblijven en Frans Adelaar nam het over. Adelaar was ooit vrij succesvol bij FC Utrecht, werd daarna het slachtoffer van politieke spelletjes in Griekenland en promoveerde verrassend via de nacompetitie met De Graafschap. Hij trof echter een kwantitatief kleine selectie aan, die kwalitatief ook aangevuld moest worden. ADO draait dan ook nog niet zo goed, terwijl het voetbal onder Schoenmaker vaak beter was. Als de club dit jaar de nacompetitie ontloopt, doet Adelaar het goed, maar heeft men nog geen verdere stap richting een stabiele eredivisieclub kunnen zetten.

De promovendi FC Den Bosch en De Graafschap ruilden hun trainers ook in. Respectievelijk Gert Kruys en Frans Adelaar vertrokken, Henk Wisman en Gert Kruys kwamen. Kruys verruilde dus de ene promovendus voor de andere. Beiden hebben te maken met een magere selectie. Den Bosch heeft nog enkele jonge spelers met perspectief, De Graafschap heeft zelfs die niet. Lijfsbehoud, al dan niet via de nacompetitie, is de doelstelling van beide clubs en daar moeten de coaches straks op afgerekend worden. Het ontlopen van de nacompetitie zou zelfs een wereldprestatie zijn. In deze regionen mag je geen wonderen verwachten en de vorige trainers zullen het vermoedelijk niet beter gedaan hebben.

Feyenoord verruilde de nuchtere Bert van Marwijk na jaren van wisselend succes voor Ruud Gullit, die vooral teert op zijn grote naam als voetballer. De prijs die Gullit met Chelsea pakte, hadden u en ik met dergelijk materiaal ook nog wel binnen kunnen halen. De trainer Gullit is een onbeschreven blad en nog lang geen topper. Men jubelde bij zijn komst en de competitiestart deed even denken dat Gullit Feyenoord inderdaad sterker liet spelen. Inmiddels zakte men af naar de plaats die men onder Van Marwijk ook innam en rijzen de eerste twijfels over Gullits tactisch inzicht. Bovendien legt hij de verantwoordelijkheid in de media wel erg snel bij de spelers, die dan weer “irritant veel” ballen verliezen en dan weer verkeerde schoenen dragen.

De kroonprins van het trainersgilde, Robert Maaskant, besteeg dit jaar de troon in Tilburg. Met Willem II moet hij weer eens langdurig meestrijden om Europees voetbal, maar de Tilburgers zijn nog net zo wisselvallig als de afgelopen jaren en presenteren zich met name tegen de topclubs nog veel te lief. Daar veranderde zelfs de komst van Amsterdamse binkies Kreek en Reuser nog niet veel aan. Toch is de hand van Maaskant af en toe wel zichtbaar. Het is ook weer rustig binnen de club, wat scheelt.

De stoel van Maaskant in Roosendaal werd ingenomen door Jan van Dijk, die bij zijn komst aanvallender voetbal tegen een vergelijkbaar resultaat predikte, maar inmiddels één na laatste staat. Hij kan zich verschuilen achter een blessuregolf, maar de vraag is gerechtvaardigd of hij niet had moeten voortborduren op het realistischer en behoudender strijdplan dat Maaskant had ingeslepen.

In Waalwijk en Enschede stelde men een “rookie” aan. Zowel Erwin Koeman als Rini Coolen begon na een periode als assistent voor het eerst als hoofdtrainer. Beiden zagen hun selectie flink veranderen, waarbij in beide gevallen vooral veel beloftevolle jongeren overbleven. RKC en Twente presteren dan ook minder dan vorig seizoen. Erwin Koeman moest de uiterst succesvolle Martin Jol opvolgen en toont zich een nuchtere praktijkjongen zonder poespas. Rini Coolen komt in de media niet zo sterk over en lijkt bij de meeste fans zijn krediet al verspeeld te hebben. Ook hier kan je stellen dat de nieuwe coaches nog weinig succes brachten.

De enige club die zich echt verbeterd lijkt te hebben is Heerenveen. Jarenlang stond Foppe de Haan aan het roer bij de Friezen. Foppe had succes, maar zijn manier van werken was op het laatst wat al te vastgeroest, bekend en misschien wel beklemmend. Onder Verbeek oogt de ploeg bij tijd en wijle frivoler, terwijl er toch veel jongere en onervaren krachten in spelen. Verbeek schroomt niet om zich langs de lijn te vertonen en dan een arbiter de waarheid te zeggen. Hij herhaalt het indien nodig ook nog voor de camera. Heerenveen lijkt bovendien ook veel zekerder in uitduels, iets wat onmiskenbaar de invloed van Verbeek moet zijn. De conclusie mag dan ook luiden dat Gert-Jan Verbeek niet alleen een aanwinst voor de eredivisie is, maar dat hij ook de enige trainer is die zijn ploeg echt vooruit lijkt te helpen. Dat heeft die dekselse Riemer van der Velde dan toch maar weer mooi voor elkaar!