Vrijheid als opdracht

Vrijheid is meer een gevoel dan een gegeven toestand. In een maatschappij waarin de vrijheden van de mens drastisch worden beknot, kun je je toch vrij voelen, bijvoorbeeld omdat je ondanks alles vrij kunt denken of dingen kunt beleven die je het gevoel geven dat het leven de moeite waard is. Het vereist in die omstandigheden wel dat je een sterk moreel hebt en overtuigd bent dat de vrijheid het hoogste goed is in het leven.

Aan de andere kant is het ook mogelijk dat mensen zich in een vrije samenleving onvrij voelen omdat ze zich hebben onderworpen aan een levenswijze waarin geen plaats is voor individuele vrijheid en alles dient te worden opgelegd door (of voorgelegd aan) de religieuze autoriteit(en). Nog niet zo lang geleden was dit in het christelijke Nederland het geval, in dorpen waar de pastoor of dominee bij veel mensen nog kind aan huis was, heel wat in de melk te brokkelen had en de gang van zaken in het gezinsleven kon bepalen. Maar ook in een volstrekt vrije samenleving kan voor veel mensen een waardensysteem van kracht zijn dat inhoudt dat zij niet vrij kunnen leven, dat ze zich moeten conformeren aan wat van hen wordt verwacht.

Er is veel op tegen als mensen kiezen voor het beknotten van hun vrijheid, voor strenge regels en door de groep opgelegde discipline, maar zolang dit werkelijk door de persoon wordt gewild, het een eigen keuze betreft en niet opgelegd wordt aan anderen, zoals afvalligen, ongelovigen en andersdenkenden, wil ik het wel respecteren. Het geloof kan een roeping zijn waaruit een soort innerlijke vrede spreekt, een onverstoorbaar dienen van al wat leeft. De godsdienstbeoefening vind ik toelaatbaar als het niet alleen een dienen van (een volgens mij niet-bestaande) God is, maar ook een oproep inhoudt om verantwoording te nemen en te dragen voor een leefbare, vreedzame en welvarende samenleving.

Vrijheid van godsdienst zou alleen gegarandeerd moeten worden indien de maatschappij ermee gediend is. Indien de godsdienst echter een sterk anti-maatschappelijk karakter heeft en de samenleving in plaats van te versterken dreigt te ontwrichten, moet zij worden bestreden met alle middelen die aanvaardbaar zijn in een beschaving als de onze. Dan moeten we in het verweer komen, door er duidelijk afstand van te nemen in woorden en als het moet in daden, zoals het bij wet verbieden ervan. Of door duidelijke grenzen te stellen aan uitoefening en verbreiding van de godsdienst.

De beleving van vrijheid vind ik echter belangrijker dan wetten en voorschriften die haar garanderen of juist onderdrukken. Door de nadruk te leggen op de beleving van vrijheid wordt ook duidelijk dat vrijheid niet alleen een recht is van ieder mens, maar ook een plicht. Om je vrij te voelen moet je iets doen, het houdt een opdracht in, het vraagt moed en durf, initiatief, energie, motivatie en overtuiging. Vrijheid impliceert niet dat alles vrijblijvend is. Trek de wereld in en verken de grenzen van het bestaan zonder anderen te bruuskeren. Vrijheid moet je ontdekken zoals een nieuw land. Vrijheid is een opdracht, een doel waar je naartoe kunt werken. Zonder mensen die haar willen verdedigen en zo nodig verruimen, kwijnt de vrijheid weg.

Vrijheid houdt in dat je zonder scrupules op kunt gaan in het leven. Maar vrijheid die alleen inhoudt dat je anderen vrijheid gunt, vind ik geen vrijheid. Vrijheid is pas vrijheid indien je anderen vrijheid geeft. Dit betekent dat je, om vrij te kunnen zijn, niet alleen vrijheid moet verwerven, maar ook waar moet maken voor anderen. Vrijheid zonder bevrijding is krachteloos. Vrijheid moet geen gegeven zijn, geen vaststaand feit, maar een activiteit, een uiting, een daad. Vrijheid is geen ingebakken eigenschap van mensen maar een toestand die door de confrontatie met de omgeving wordt opgeroepen en die alleen kan worden gehandhaafd door een niet-aflatende inspanning. Als we niets doen, verliezen we de greep op onze vrijheid, worden we meer en meer in ons denken, spreken en doen tegengewerkt door angst en dreigend geweld.

Kort en goed: je hebt niets aan vrijheid als je haar niet inzet om mensen te verlossen van onvrijheid. Zo heb je bijvoorbeeld weinig aan een eigen mening als je je niet tegen een andere mening verzet. En hoe kun je een andere mening respecteren als je geen moeite doet haar te weerleggen? Wat is je mening waard als je haar niet in de strijd werpt maar binnensmonds (of binnenshuis) houdt? Vrijheid is iets anders dan wederzijdse onverschilligheid, vrijheid is betrokkenheid bij anderen en je inzetten voor hun lot.

Geweld komt vooral voor waar de vrijheid wordt ingeperkt. De mens heeft een natuurlijke hang naar vrijheid, zelfs de fundamentalist wil geen beperking van bewegingsruimte, integendeel, hij wil dat zijn ideeën prevaleren en worden ingebed in de maatschappelijke structuur. Als vrijheid samengaat met tirannie en egoïsme stikt de vrijheid echter in zichzelf en is zij tot mislukken gedoemd. Vrijheid houdt in, dat je open blijft staan voor veranderingen, dat je toestaat dat de mensen en de omgeving verder evolueren, dat je beseft dat je onderdeel bent van de samenleving, geen absoluut persoon die groot wil zien wat klein, vernederd en verslagen in hem rust.

Fundamentalisme is een teken van nijd, van zwakte, van niet openstaan voor de toekomst, een terugkeer naar een glorieus maar infantiel verleden. De fundamentalist verfoeit het aards bestaan, het is een straf. Zelfopoffering is de enige uitweg, de noodzakelijke consequentie van een volstrekt misplaatste, gedesoriënteerde levenshouding.

Wie vrij wil leven, begrijpt dat verandering noodzakelijk is en begrip voor anderen waarmee je samenleeft de enige manier is om vooruitgang te boeken. Elke terugkeer op oude grondvesten, op nationale trots of racistisch getint eergevoel is een nederlaag. Aan die nederlaag geef ik me niet over, dat weiger ik. Denk, spreek, leef, wees vrij en dapper, alleen zo wint het bestaan aan betekenis, alleen zo behoudt het leven waardigheid.

Hirsi Ali is een moedige vrouw door zich zo te verzetten tegen de mannelijke dominantie die typerend is voor de islam. Zij is een voorvechtster van de vrijheid en emancipatie van de moslima. Iedereen die haar de mond wil snoeren of naar haar wijst als schuldige voor de huidige onrust in ons land heeft niet begrepen dat daarmee de grondslag van onze beschaving wordt aangetast. Hirsi Ali verdient dan ook alle morele, creatieve en politieke steun die (nog) mogelijk is. Zij wil mensen niet beknotten, maar alle gelegenheid geven om zich te uiten, om uit te dragen wat zij werkelijk willen, om te kiezen voor een leven dat vrij is van geweld en angst. Zij is gericht op het bevrijden van mensen in het algemeen en vrouwen in het bijzonder van de knoet die ze regeert, van een ongelijke behandeling en een tweederangs bestaan. Zij heeft begrepen dat vrijheid voor alles een opdracht is. Reken mij erbij.