Tussen polarisatie en poldermodel

In deze tijden van scherpe tegenstellingen tussen links en rechts, Nederland en Duitsland en de ME en woonwagenkampbewoners hebben wij Nederlanders nog altijd één stokpaardje waar wij op terug kunnen vallen: het poldermodel. Nederland kent een fameus systeem van overleg tussen kabinet en sociale partners, en wanneer er in andere landen massale stakingen werden gehouden, werd hier het eeuwige compromis gesloten. Maar terwijl er afgelopen jaar nog van een historisch akkoord werd gesproken, was een compromis bij het laatste Voorjaarsoverleg verre van realiteit. Dreigen wij een oer-Hollandse traditie kwijt te raken?

Het was een schrijnend beeld: ministers en werkgeversvertegenwoordigers die tevergeefs Lodewijk de Waal trachtten te begroeten bij de aanvang van één van de vele vruchteloze vergaderingen. Het incident typeert de verhoudingen binnen de sociale partners: het kabinet heeft alle troeven in handen, want zowel een akkoord bereiken als het realiseren van haar eigen plan is bijzonder gunstig voor het kabinet. Voor de vakbonden is het daarentegen slikken of stikken. Een akkoord zou opnieuw [i]historisch[/i] zijn, want de vakbonden krijgen in verhouding wel erg weinig concessies. Daar lijkt het echter niet op aan te komen: de FNV is een federatie van meerdere aparte bonden, waarvan FNV Bondgenoten de grootste is. Juist die bond is de rebelse broeder van de familie, en intern gemorrel maakt de positie van de FNV er niet stabieler op. Ook hebben de leden reeds massaal het plan, wat je min of meer als compromis zou kunnen bestempelen, afgewezen.

De actiebereidheid bij de leden van de vakbonden is zeker in economisch slechte tijden niet al te hoog. Mensen zijn bang bij stakingen hun bedrijf alleen maar meer schade toe te brengen, en bijeenkomsten bleken tot nu toe nog geen overweldigend succes te zijn. Er glanst echter een sprankje hoop voor De Waal en zijn compagnons; een manifestatie in de Rotterdamse havens bracht veel animo met zich mee, en de naam van de vakbondsleider werd spontaan gescandeerd. Ook gaven de SP en haar rechtse tegenhanger de LPF acte de presence. Vreemd als je bedenkt dat de SP volledig tegen het najaarsakkoord was en de vakbonden nog lang niet ver genoeg vindt gaan. De partij van de publiciteitsgeile semi-despoot Marijnissen wil echter wel weer zijn graantje meepikken als er kiezers vallen te winnen. De LPF brengt echter ook niks goeds met zich mee: Mat Herben verklaarde iets te willen doen voor de ‘gewone burger’. Deze partij heeft zich echter tot nu toe meer geprofileerd als een partij van decadente Blaricumse miljonairs, terwijl het aan de LPF gelieerde Leefbaar Rotterdam meteen probeerde de vastgoedbelangen van haar financiers in Rotterdam te verstevigen.

Het kabinet heeft dit keer wel een sterke positie, wat vrij uitzonderlijk te noemen is. Premier Balkenende profileert zich als een ietwat naïeve leider, die van zichzelf een moderne Creon maakte door commentaar te leveren op satirische programma’s. Ik nam hem al eerder niet meer serieus als leider, nadat hij in het kabinet Balkenende-I de ruzie tussen de LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek liet dooretteren en daarmee indirect verantwoordelijk was voor de val van zijn eigen kabinet. Uiteindelijk bleek dat nog helemaal niet zo’n slechte zet – muurbloem D66 kwam in plaats van de instabiele LPF – maar Balkenende speelde op dat moment met vuur en moet deze escalatie voor een groot deel aan zichzelf wijten. Ook de andere CDA-ministers komen nou niet bepaald positief in het daglicht: Maria van der Hoeven kreeg ruzie met haar eigen staatssecretaris, Aart Jan de Geus van Sociale Zaken zit al een tijdje op een wankele positie door de moeilijke verhoudingen tussen de sociale partners en het kabinet, en de realiteitsvreemde Donner verbaast vriend en vijand telkens weer met archaïstische uitspraken en plannen die al in de jaren zestig ouderwets waren.
Slechts Cees Veerman van Landbouw kwam enigszins positief in het nieuws door zijn mogelijke kandidatuur voor een Europees commissariaat.

De VVD-bewindslieden lijken veel meer in hun element in het kabinet. Rita Verdonk kreeg veel tegenstanders met haar uitzettingsplannen, en wist zowel stennis te krijgen met Jan Pronk als met ex-partijleider Hans Dijkstal, maar bleef haar poot stijf houden en dat getuigt van moed, alhoewel de haalbaarheid van haar plannen valt te betwijfelen. Rekenwonder Hans Hoogervorst is een geruisloze kracht binnen het kabinet, en Mark Rutte mag toch wel voorzichtig al de Wouter Bos van de VVD genoemd worden.

Degenen die zich echt op een tweesprong bevinden zijn de CDA-ers. Zij worden constant overrompeld door de VVD in de beleidsplannen en zullen nu hun ware gezicht moeten laten zien. Het CDA is echter door de zeer tactvolle politieke adder Verhagen nog wel een tijdje verzekerd van steun door het land; de vakbonden zullen de komende tijd nog maar moeten laten zien hoe sterk ze werkelijk zijn. Mochten de vakbonden opnieuw zichzelf overschatten en weten D66 en het CDA niet genoeg tegengas te geven aan de agressieve en radicaliserende VVD, dan kan ik bij voorbaat het poldermodel als historisch beschouwen. Polarisatie is in de zwang, en de tijden kunnen nog best roerig gaan worden als de vakbonden een stakingsbereid volk treffen.