Vrees Duitsland, juist nu!

Vroeger was het een zekerheidje. Bij deelname aan zogenaamde EK-poules liet je Duitsland minimaal de halve finale halen. Blind. Als je ze zelfs al niet liet winnen. Nu durf ik met goed fatsoen geen overwinning voor de Duitsers te voorspellen. Er is iets goed mis met ze. Een grote voetbalnatie brokkelt af tot een land in de marge en uiteraard is heel Duitsland in rep en roer.

Het is niet van de ene op de andere dag zo gekomen. Je merkte het in de Europacup-toernooien. Vroeger deden Duitse teams in alle toernooien tot het einde mee, nu worden ze relatief snel uitgeschakeld. Je merkt het aan de nationale ploeg. Ga maar na: in 1990 werd men fier wereldkampioen, in 1992 behaalde men de finale van het EK, in 1994 de kwartfinale van het WK en in 1996 won men het EK. Dat was direct de laatste prestatie van formaat van een generatie voetballers die jarenlang om de prijzen streed. Op een weliswaar armoedig toernooi, waren de Duitsers de besten. Daarna was het over. In 1998 bereikte men met veel geluk de kwartfinales, waar Kroati veel te sterk was. Op het daaropvolgende EK, in 2000, was de ontluistering compleet. Duitsland vertrok zonder zege naar huis en werd zelfs door een Portugees reserveteam met 3-0 vernederd.

Daarna kwalificeerde Duitsland zich moeizaam voor het WK van 2002. Thuis werd er dik verloren van Engeland in de kwalificatie en er ontstond een situatie zoals nu. Niemand gaf een cent voor de kansen van die Mannschaft op het WK. Hoe anders liep het: men haalde de finale. Dat ze onderweg tegen teams als de Verenigde Staten en Zuid-Korea moesten spelen devalueerde die prestatie wel iets, maar toch. Ze leken terug.

Leken, want de Duitse nationale ploeg is anno nu sportief failliet. Men won weliswaar de kwalificatiepoule, maar het ging wel erg moeizaam tegen voetbaldwergen als IJsland, Schotland en Litouwen. Bondscoach Rudi Vller is niet te benijden. Waar zijn voorgangers vroegen konden kiezen uit grootheden als Walter, Beckenbauer, Vogts, Mller, Matthus, Brehme, Klinsmann, Sammer en Vller zelf, hij moet het doen met louter eenheidsworsten met beperkte kwaliteiten. Verdedigers zoals Linke, Wrns, Rehmer en Nowotny, die zo wendbaar zijn als een Sumo-worstelaar met overgewicht. Op het middenveld staan ijverige werkmieren als Jeremies, Ramelow en Hamann. Spelers die een halve marathon kunnen lopen, maar zich met de bal aan de voet normaliter voelen als een blinde op een druk kruispunt. Aankomende talenten als Rau, Hinkel, Friedrich en Ernst zijn nog te jong om de ploeg te dragen.

Verder mist Duitsland ook een echte ster. Doelman Kahn zou de grote man moeten zijn, maar deze lijnkeeper die teert op zijn intimiterende uiterlijk heeft voorlopig de handen vol aan zijn smerige strijd met concurrent Lehmann. In de pers besmeuren deze beide sluitposten elkaar met modder en claimen de plek onder de lat, terwijl beiden nauwelijks enige aanspraak mogen maken op die positie op basis van hun prestaties in het afgelopen seizoen. Kahn is dan tenminste nog controversieel te noemen, een kwalificatie waar vroeger vooral de Duitse middenvelders patent op hadden. Schuster, Mller en Effenberg. Gek, omstreden, maar bij vlagen geniaal. Nu hebben de Duitsers Michael Ballack. Ballack was bij Leverkusen ooit een topper, maar kan bij Bayern Mnchen nauwelijks overtuigen. Simpelweg omdat hij ook een loper is, met een goed inzicht, maar niet iemand die eens iets verrassends of creatiefs doet. Degene die ooit bedacht dat de bijnaam van Ballack “der kleine Kaiser” moest luiden, moet zich diep schamen. In vergelijking met de echte Kaiser, Franz Beckenbauer, is Ballack nog niet eens een lakei.

Het pijnlijkst is echter de situatie voorin. Onze bondscoaches hebben moeite om uit de toppers Kluivert, van Nistelrooij, van Hooijdonck en Makaay de juiste combinatie te kiezen, terwijl ze Hasselbaink niet eens selecteren. Rudi Vller moet bouwen op Miroslav Klose en Fredi Bobic. Klose, die ooit bejubeld werd omdat hij op het WK 2002 toevallig drie keer beter timede dan een amateur uit Saudi-Arabi, en Bobic, de man die nooit presteerde onder echte druk, maar alleen bij teams net onder de top. Verder heeft men nog Kevin Kuranyi, een talent, maar zonder ervaring, terwijl de bescheiden reservespits van Leverkusen, Oliver Neuville, waarschijnlijk de vierde spits in de selectie zal worden.

Vller kan niet anders. De hele topscorerslijst van de Bundesliga wordt gedomineerd door buitenlanders. Martin Max staat weliswaar derde, maar deze veteraan bedankte twee jaar geleden gepikeerd voor de nationale ploeg en lijkt daar niet op terug te komen. In die zin is het vreemd dat Rudi Vller uit misplaatst chauvinisme zo makkelijk voorbij ging aan de opmerking van de Braziliaan Alton dat hij eventueel voor Duitsland het WK had willen spelen. Alton scoort dit seizoen al meer dan Klose en Bobic bij elkaar.

Nederland mag komende zomer het EK openen tegen de Duitsers. Na de 5-1 oefennederlaag tegen Roemeni twijfelt niemand in Duitsland aan een nederlaag. De vraag is of Nederland drie, vier of vijf keer gaat scoren. Voetbaltechnisch is er ook helemaal geen reden om bang te zijn voor Duitsland. Op elke positie hebben wij een betere voetballer lopen. Maar juist nu moeten we de Duitsers vrezen. Duitsland zit in een geslagen positie. Dan zijn ze op hun best. Op het WK van 2002 gaf ook niemand een cent voor hun kansen en wie kwamen er in de finale? Juist, de Duitsers. Het zal toch niet gaan gebeuren? Een lullige kopbal van pakweg Bobic kan voldoende zijn. Opperste waakzaamheid is dus geboden. Zodat niemand kan zeggen dat Oranje niet gewaarschuwd is…