'PKK schopt kont tegen IS, Peshmerga zijn angsthazen'

De Turks-Koerdische militanten van de PKK staan in de EU en de VS op de terreurlijst, maar de beweging is tegelijkertijd de belangrijkste bondgenoot van het westen in de strijd tegen Islamitische Staat. Ze zijn wendbaar en onverschrokken, zo werd dinsdagavond in Nieuwsuur gesteld. De officieuze Noord-Iraakse Koerdische strijdkracht, de Peshmerga, zou daarentegen uit een stel ouderwetse bange mannen bestaan.

De Peshmerga is in tegenstelling tot de PKK een acceptabele partner voor het westen, om tegenover Turkije openlijk mee samen te werken. Maar volgens NOS-correspondent Jan Eikelboom is het - letterlijk - een oud leger, 'met kale hoofden en buikjes'. Ze zouden in Irak met afgrijzen naar de stijgende populariteit van de PKK kijken, volgens Eikelboom 'een goed geöliede en getrainde militaire machine'.

De religieuze jezidi-minderheid, die door IS een berg op was gejaagd, zou bijvoorbeeld weinig aan de mannen van de Peshmerga hebben. Hoewel hun naam letterlijk 'zij die de dood in de ogen kijken' betekent, zijn ze volgens Eikelboom bij een reddingspoging enige tijd geleden, voor de terroristen van IS op de vlucht geslagen. Het was de PKK die de jezidi's destijds wel wist te ontzetten. Volgens Eikelboom heeft de PKK al diverse malen een doorslaggevende rol in de strijd gespeeld. Ondertussen zitten er nog steeds jezidi's vast op de Iraakse berg Sinjar.

De Peshmerga erkent, zij het knarsentandend, dat ze het zonder de PKK niet aankunnen, en dus zijn het PKK-eenheden die bijvoorbeeld sleutelposities innemen bij de verdediging van de Noord-Iraakse oliestad Kirkuk. En daar wringt het dus tussen de coalitie rondom de VS - waaronder Nederland - en Turkije. Want voor de Turken is de PKK uiteindelijk een onacceptabele partner. Sterker, volgens president Erdogan gaat het om een terreurgroep die net zo erg is als IS zelf, dankzij de decennialange bloedige burgeroorlog die Turkije met de Koerdische minderheid heeft uitgevochten. Koerden zitten in Turkije, Syrië, Irak en Iran, en veel van hen erkennen de internationaal getrokken grenzen niet.

PKK-kopstuk Agid Kellary probeert zich in een interview met de NOS diplomatiek op te stellen ten opzichte van de Pehmerga, en weigert expliciet te stellen dat de PKK 'beter' is. Wel zegt hij dat de PKK het soort training en uiteindelijk de ervaring heeft wat bij de Peshmerga ontbreekt. En veelzeggend is zijn opmerking dat PKK'ers zich opofferen terwijl Peshmerga's het voor hun salaris doen.

Bij Kobani hebben de Amerikanen wapens gedropt voor PKK-strijders die de grensstad vlakbij Turkije uit handen van IS proberen te houden. Daarmee is een taboe doorbroken: de groep staat immers officieel op de terreurlijst. Kellary hoopt dat het hier niet bij blijft en dat het westen de PKK blijft steunen. Maar dat zal lastig zijn vanwege de Turkse houding en angst dat diezelfde wapens uiteindelijk tegen Turkije worden gericht. Het einddoel van de PKK zou immers nog steeds een onafhankelijk Koerdistan zijn.