Generaal pardon zo goed als uitgevoerd
Het generaal pardon werd door het vierde kabinet Balkenende ingesteld na de verkiezingen van 2006. Het gaat om mensen die onder de oude vreemdelingenwet vallen en voor 1 april 2001 een asielaanvraag hebben ingediend. Ongeveer de helft van de groep, vijftienduizend personen, verbleef in opvangcentra. Voor hen wordt nu huisvesting geregeld, schrijft Albayrak.
Van de 5900 vreemdelingen die werden afgewezen, waren 1250 veroordeeld voor een strafbaar feit, 250 logen over hun identiteit en nog eens 2450 zijn niet onafgebroken in Nederland geweest. Ongeveer achthonderd krijgen geen verblijfsvergunning, omdat zij worden verdacht van oorlogsmisdaden of gezinsleden zijn van vermeende oorlogsmisdadigers.
Duizend vreemdelingen kwamen wel in aanmerking voor het generaal pardon, maar zij bleken onvindbaar. Zeer waarschijnlijk zijn zij al vertrokken voordat het generaal pardon werd aangekondigd, schrijft de bewindsvrouw. Nog eens 150 voldeden eveneens aan de voorwaarden, maar zij weigerden een verblijfsvergunning.