Het Zondagse Orakel - Friso overleden

Deze week behandel ik maar één column. Dit is geen oordeel over de overige columns. Er waren alleen weinig columns waar ik qua debat nog iets aan toe kon voegen en over sommige onderwerpen had ik mijn gal al meer dan afdoende gespuwd.

Tevens kan ik aan deze column nog iets anders ophangen.

Petertje Prik - Prins Friso en de feitjesjacht
Er spelen een aantal zaken als het over nieuwsgaring rond dit vreselijke ongeluk van Prins Friso gaat.

Of je nu wel of niet veel met het Koninklijk Huis hebt; voor Nederland en voor veel Nederlanders vervullen zij nu eenmaal een belangrijke rol. Als een onbekende zoiets overkomt, heb je niet de behoefte om daar snel iets over te horen. Als het om iemand die je goed kent gaat, heb je gewoon meer behoefte om snel te worden geïnformeerd. En met name de oudere generatie Nederlanders is zowat opgegroeid met deze familie.

De media hebben hier altijd een verbindende rol gespeeld. We kennen hen niet persoonlijk, maar de pers heeft er steeds voor gezorgd dat we alles van hen wisten. En dat gebeurt op dit moment weer. Ik denk dat veel Nederlanders de behoefte hebben om op de hoogte te blijven en de pers is dan hun enige bron.

De media heeft dit dus altijd al gedaan. Zolang er gedrukte pers bestaat, hebben kranten berichten over het Koninklijk Huis als nieuws gebracht. Alleen was dit honderd jaar geleden niet zo snel mogelijk. Als in 1912 een lid van het Koninklijk Huis een ongeluk was overkomen in Oostenrijk, zou het twee dagen hebben geduurd voor het in Nederland bekend was. Vervolgens zou het nog dagen duren voordat details bekend werden. Journalisten hadden veel tijd nodig om ter plaatse te komen en pas dan konden details per telefoon of telegraaf aan de kranten worden doorgegeven.
Tegenwoordig zit de media er bovenop. Het nieuws verschijnt binnen enkele tellen op onze beeldschermen en smartphones. Met enkele uren is de media ter plaatse. Ieder greintje informatie kan vervolgens per minuut worden gebracht.

Dat geeft meteen het verschil in waarheidsvinding aan.
In 1912 waren alle berichten voor publicatie al van voor naar achter geverifieerd. Als in 1912 een journalist na drie dagen ter plaatse kwam waren alle details bekend. Tegen de tijd dat het nieuws bij de lezer kwam was alle informatie gecheckt.
De media zijn veranderd. Het is veel sneller geworden, waardoor de informatie bijna ongefilterd wordt verspreid. Dit gebeurt niet zozeer vanuit kwade opzet. Het gebeurt omdat het kan. Een journalist uit 1912 zou hier stikjaloers op zijn geweest.

Het zou vreemd zijn als de media er geen gebruik van zouden maken. Het is daarom aan ons, de lezers, om niet ieder berichtje voor waarheid aan te nemen. We moeten altijd in het achterhoofd houden dat nieuws over een paar dagen – soms zelfs na een paar weken of maanden - pas kan worden geordend en op waarde kan worden geschat. De techniek dwingt ons om meer en meer zelf een oordeel te vormen uit een veel groter aanbod aan nieuwsberichten.

En daar is de mensheid dus nog niet erg goed in.

Vandaar mijn wat provocerende titel.
Het is slechts een zinnetje dat niets met de actualiteit te maken heeft. Maar als iemand het op Twitter durft te gooien is het ineens nieuws. Dan doet die hele verdere lap tekst er niet meer toe en kan de illusie van een nieuwe waarheid worden gecreëerd. Terwijl dit toch echt enkel een opiniestuk is. Het is géén nieuwsfeit.

De lezer heeft tegenwoordig een veel grotere verantwoordelijkheid gekregen. Bij een tsunami aan krantenkoppen en titels boven artikelen, zullen we echt alles moeten lezen om er een mening over te vormen. Of we moeten het geduld bewaren om de uitgebreidere berichtgeving af te wachten.

Nogmaals. De titel van deze column is geen feit. Het zijn slechts twee woorden die een toevallige relevantie met de actualiteit hebben. Iedereen die de titel van deze column als feit heeft aangenomen of heeft verspreid op internet, heeft deze laatste zinnen gewoon niet gelezen.