Plat Haags: Heet je Job, werk je niet

Iedere zondag bekijken Driek Oplopers en ArchEnemy in de rubriek Plat Haags het Nederlandse politieke landschap. Driek Oplopers vanuit zijn gerieflijke studeerkamer met een sterke bak koffie onder handbereik, ArchEnemy op zijn iets te warme werkzolder met nog wat sterkers bij de hand. De vorige aflevering lees je hier.

Driek! Godsamme! Zo, even de toon zetten. Een column schrijven zonder boos te worden op iemand, wat is dat nou? We zijn een land van polemisten, van dominees die elkaar middels schotschriften het gif in malkander's hersenen laten kraken. Jij nam vorige week fijntjes ons mooie nieuwe kabinet in veel te beschaafde bewoordingen de maat; ik ga me even op vertrouwde voet tegen de oppositie aanbemoeien. Want ze moeten daar op links niet denken dat met een zuur gezicht boos naar rechts kijken een solide invulling van hun vak als oppositionele politicus is. Zelfs niet als ze er ongedurig bij gaan zitten zuchten.

Eén van de zaken die met overmoedig plezier in mijn ogen sprong was de korting op god mag weten hoeveel cultuur en vermoeiend vermaak. Nou ben ik in principe een groot voorstander om bijna alles dat met neerbuigend conceptualisme te maken heeft, lachend in een rubberbootje stroomafwaarts de Rijn af te laten dobberen. En als ik daar een langdradig zeikverhaal omheen hang mag ik die bootjes ook nog eens declareren. Ah, kunst...

Ik weet even niet meer hoeveel mooie Nederlandse symfonieorkesten - tegenwoordig voornamelijk gevuld met buitenlands talent - moeten verdwijnen, hoeveel zichzelf met yoghurt besmerende multimediale contentcreators de lul in de wilgen mogen hangen, hoeveel theatermakers in de bakkerij van hun vader moeten bijbeunen in het weekend, punt is: de PvdA zit uit de harige neus te vreten. Er ligt namelijk een gouden kans voor de oppositie. Al sinds die bezuinigingen aangekondigd waren.

Ronald Plasterk zat voor de PvdA op O, C & W. In het vorige kabinet. De Korsakov kan toch niet zo hard toegeslagen hebben onder de linkse werklunchliefhebberts dat ze hun eigen beleid niet eens meer kunnen herinneren? Hallo? Herinnert U zich het 'fonds voor de podiumkunsten' nog? Plasterk heeft daar huisgehouden, dáár zat ik de vingers van mijn rechterhand demonstratief genietend bij af te likken!

Allerlei belangrijke artistiekerige mensen, die gewend waren tijdens de jaarlijkse wandeling naar de keuringscommissie bosuitjes in een krant te wikkelen, daar aardbeienjam overheen te smeren en samen met een omgekochte Oost-westerse zwerfallochtoon een performance voor die commissie op te voeren teneinde weer een jaar riant door te kunnen mijmeren te midden van de doosjes sjatonuf, die mensen, die waren dankzij Ronnie in één keer goed & grondig de lul.

Ronald vond namelijk dat je nóg iets anders moest kunnen naast moeilijk en boos kijken, en - hoe vulgair - dat niet al je publiek van tevoren wegbleef, omdat het geen zin meer had om weggezet te worden als domme burgerdozen die niet in staat waren het doorwrochte idee, het geniále concept achter een op kniehoogte (!) aan een lantarenpaal gesoldeerd sardineblikje te doorgronden.

Van alle huilverhalen uit de droesems van de babyboomende bolbuikige klapkunstlopers trof die van Reinbert de Leeuw me het meest. Grijze brilsnor die de meest afgrijselijke krijsende snerpherrie uit een gegijzeld orkest weet te wringen. Als hij slim was had hij zich door Carglass laten sponsoren en cd's uitgedeeld bij het gedrang voor de uitgang in de pauze van zijn uitvoeringen, maar nee, de belastingbetaler moest weer eens riant boeten voor haar domme weigering om met Reinberts ingeblikte herrie de surroundset thuis te slopen. Die man, het trotse boegbeeld van alles waar eerlijke mensen spijsverteringsdepressies van oplopen, die zelfbenoemde held van de decadente tyfusherrie, hij dus, hij kon het vergeten. Van Ronald. Of hij muziekles wou nemen, of zijn oude conservatoriumboeken nog eens kon afstoffen.

Meneer de Leeuw werd zo godsgruwelijk link. Zo kniftig als een zoetwatermossel in de verkeerde Schelde. Samen met een paar norse kleerkasten kwam hij verhaal halen bij de baas van het uitvoerende bureau van die podiumkunsten. En Reinbert ging de tent daar verbouwen, iedereen zou kapot gaan onder zijn ziedende conceptuele woede. Met een duidelijke emotionele valsheid -daar was hij dan wel weer consequent in- beloofde hij ontslag en verdoemenis voor eenieder die zijn gegil in het gebouw kon horen, want meneer had hogere machten in zijn beroosde zak die werelden wisten te kantelen.

En ja hoor, Hans van Mierlo werd opgetrommeld door de schim van wat eens een groot kunstenaar moest wezen van de overheid, en schreef een brief. Of we wat aardiger wilden doen voor Reinbert, zijn peilloze nobelheid gedijt natuurlijk niet op een bijstandsuitkering.

Ronald gaf een terloopse ambtelijke middelvinger terug, en samen met het Willem Breuker collectief en nog wat ander margegezanik horen we nu niets meer van dees mafkezen, en ligt de Afdeling Conceptuele Compositie van de verschillende conservatoria in dit land ook op haar benige gat, want daar werden de nerds klaargestoomd om 'repertoire' voor de subsidiesponsdieren te conceptualiseren.

Nederland is Plasterk schatplichtig. Nu loop je weer met een goed humeur een concertzaal uit, en kun je eventjes hard lachend je hoofd om de hoek van een conservatoriumdeurpost steken. Allemaal dankzij de PvdA. Al die stomme neerbuigende linkse kunsthobby's, allemaal weg gerenoveerd door Plasterk. Tegenwoordig moet je wat kunnen om voor subsidie in aanmerking te komen, en je krijgt die subsidie per project, en niet meer per levenscyclus.

Geweldig. Fantastisch. Per-fect. Alles wat waard is om te houden houden we, en het zeikerige geneuzel mag dronken op straat het zelfbeklag bibberhuilend van zich afreageren, krijgen we er nog wat sardonische genoegdoening voor terug ook.

Dit is nou een voorbeeld van het terugdraaien van dom beleid. Hier heeft de PvdA geschitterd. Dit was één van de mooiste uren van de sociaal-democratie. En dit behaalde resultaat, dat voor iedereen een enorme vooruitgang was, waar de kwaliteit met sprongen omhooggegaan is en de uitgaven met gehuil naar beneden, dit beleid wordt nu de nek omgedraaid door Rut 1.

Het was net op orde. In een goede gezondheid. Vakkundig gereorganiseerd. Toekomstbestendig. Vol van zinderende zin. Die politieke vakkennis is zonder wat voor interesse in de recente achtergrond gepasseerd, genegeerd en versjteerd.

Mooi, oud woord, dat laatste van de vorige zin. Heel cultureel. Of moet ik daar ook op bezuinigen door te zeggen dat dit gewoon een kutstreek van een stel overmoedige nitwits is?

 

En waarom zeg ik dat? En Job niet?