Jezus. Ik wil het er niet meer over hebben.

Afgelopen week was ik met mijn beste vriend een paar dagen naar Terschelling. Een uiterst ontspannen mini-vakantie waar ik echt aan toe was.

Het was al wat later op de avond. We hadden, ik geef toe, de nodige pilsjes achter de kiezen. Ik was even naar het toilet geweest, pakweg de achthonderdste keer die avond. Op de terugweg naar de campingbar bleef ik even hangen bij een vrouw die we eerder op de dag hadden ontmoet.
Mijn vriend zat nog aan de bar en had een gesprek aangeknoopt met onze campingbuurvrouwen die ook net de bar ingekomen waren. Over Jezus. Onze buurvrouwen waren zeer Godvrezend.
Van een afstandje kon ik het prima volgen.

Het begon als een gesprek, heel even. Daarna werd het een discussie. Iets later werd het stampvoeterij. Nóg weer iets later werden alleen de eigen overtuigingen verdedigd. Een voorzichtig moddergooien naar elkaars overtuiging kon beginnen.
In hetzelfde tempo als het gesprek evolueerde tot moddergooien werd het stemvolume opgeschroefd en de handgebaren heftiger. Heerlijk om te zien. Mijn goede vriend kan sensationeel stampvoeten en tieren.

Een dag later, op het strand, tijdens het uitrotten van onze roes kwam ik tot een andere, tweedelige conclusie.
Kort samengevat klonk die ongeveer zo: de discussie was ontaard in een hopeloos en sneu bekvechten & gelovigen moeten niet meer met ongelovigen over geloof discussiëren. Of andersom.
Dat kunnen ze namelijk niet. Ik heb daar pakweg drie argumenten voor.

1) Gelovigen worden er nog wel eens van beticht ongelovigen te willen bekeren. (Persoonlijk vind ik dit erg irritant. Ik haat het wanneer mij iets word opgedrongen. Dan heb ik er direct al geen behoefte meer aan.) De ongelovigen daarentegen zijn net zo vervelend. Zij doen graag een poging iemand van zijn geloof af te praten.
En altijd draait het uit op een zinloze discussie.

2) Praten over geloof is lastig. Discussiëren onmogelijk. (Tenzij beide partijen twijfels hebben of "aan dezelfde kant staan.") Zowel de gelovige als de ongelovige is vaak behoorlijk overtuigd van zijn gelijk. Een discussie is daarom over het algemeen ook onmogelijk. De gelovige beroept zich op een boek waarin de andere partij niet gelooft. De ongelovige haalt dingen aan als: hoe verklaar je al de ellende op de wereld dan? Dat zou een bewijs zijn voor het ontbreken van een almachtige godheid. De gelovige verklaart dit dan weer met "vrije wil" en, jawel, het geschrift.

Omdat er geen harde bewijzen zijn - gelovigen vinden dat die er wel zijn. Alleen zijn dat bewijzen waarin je moet geloven. De ongelovige zal deze bewijzen  eerder wetenschappelijk proberen te weerleggen - en geloven een gevoelskwestie is, is het niet mogelijk elkaar met argumenten te overtuigen.

Er is wel een manier. De gelovige zet zijn overtuiging uiteen. En de ongelovige doet hetzelfde. Punt.
Dan kennen ze elkaars standpunten en hebben ze de kans om er iets mee te doen. Of niet.
Immers zodra er eenmaal met modder gegooid is staat niemand meer open voor de ideeën van de ander. Dan is ieder argument slechts een bewijs van ongelijk geworden.

3. Het heeft geen enkel nut. Degenen die willen bekeren die zoeken het wel op. Zij gaan het gesprek ook aan zonder drang tot discussie.
Mensen die niet twijfelen aan hun overtuiging zullen nooit veranderen. Hoe hard je ook stampvoet.

Samenvattend moeten gelovigen en ongelovigen gewoon hun bek tegen elkaar houden wanneer het op geloof aankomt. Er zijn toch zoveel andere interessante zaken om over te praten?

Mij hoeft niet opgedrongen te worden dat ik gelukkiger zal zijn wanneer ik mijn leven in handen van de Heer leg. Net zo goed als ik niet hoef te verkondigen dat je dat niet moet doen en je eigen verantwoordelijkheden moet nemen.