Voor wie we 4 mei niet herdachten

"Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen - burgers en militairen - die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Alle herinneringen daaraan komen samen tijdens de Nationale Herdenking. Om acht uur is het overal in Nederland twee minuten stil. Twee minuten, waarin we ons realiseren dat we hier in vrijheid twee minuten stil kunnen en mogen zijn. Ter nagedachtenis aan allen die zijn omgekomen, leggen Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje de eerste krans bij het Nationaal Monument."

Maandag was het weer zover. De Nationale Dodenherdenking.
Sinds 1961 worden niet alleen de Nederlandse burgers en militairen herdacht, die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, maar ook degene, die sinds die tijd bij andere conflicten zijn omgekomen. Bijvoorbeeld de Nederlandse militairen, die tijdens vredesacties zoals in Bosnië of Libanon zijn omgekomen. Onder die categorie vallen ook de militairen, die tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië zijn omgekomen.

In 1993 fietsten mijn vrouw en ik door Sumatra. We fietsten in vier weken van Medan via het eiland Samosir naar Bukittinggi, waar we een transfer terug namen naar het Tobameer. Van het Tobameer fietsten we via Berastagi weer terug naar Medan.
Onderweg sliepen we in eenvoudige losmens en soms had je eens een wat luxueuzer bungalowpark of hotel. Er was echter één overnachting, die me altijd zal bijblijven.

We waren die dag vroeg opgestaan om voor de ergste hitte al een aardig eind op weg te zijn, zodat we een lange rustpauze zouden kunnen houden.
We kwamen tegen de middag bij een mooie plek waar wat warmwaterbronnen waren. Er was ook een leuke Warung. We bestelden Padang en namen plaats op een paar houten stoelen bij een eettafeltje. We zaten nog niet, of er kwam een Indonesiër met wit haar en een wit baardje op ons af. Ik vind het altijd moeilijk om bij een Indonesiër de leeftijd te schatten, maar laten we zeggen dat hij van middelbare leeftijd was.
De man was erg enthousiast dat hij Nederlanders zag. De meeste Nederlandse toeristen kwamen niet bij deze warmwaterbronnen. Die gingen naar Sipholon.
We raakten in gesprek en na het eten nodigde hij ons uit om bij hem thuis te blijven slapen. Hij zou dan later in de middag met ons een tochtje maken door de jungle in de buurt, waar mooie watervalletjes en een paar geisers waren. Wij vonden het prima. Daarom fietsten we ook in plaats van de hele dag in een toeristenbusje te zitten. Zo kom je namelijk op plekken waar geen andere toeristen komen en beleef je de natuur en cultuur intenser.

Het was een eenvoudig huis. Hij woonde er met zijn vrouw. Eigenlijk was er geen aparte logeerkamer, maar wij mochten in hun bed en zij gingen op een mat in de ‘huiskamer’ slapen.
De wandeling die we maakten was fantastisch. We gingen langs een waterval omhoog en kwamen bij een open plek met wat geisers, die zoveel lawaai maakten door de hete stoom die er uit kwam, dat je elkaar nauwelijks kon verstaan. Een heavy metal band was er niets bij.

Die avond aten we bij deze mensen heerlijke nasi campur.
Maar toen we ’s avonds na het eten buiten op de veranda zaten vertelde de man iets, dat me raakte.
Hij vertelde dat hij vroeger een paar kilometer verder op de heuvel had gewoond. Zijn vader was sultan geweest en had daar een heel groot huis gehad. Hij had daar zijn kinderjaren doorgebracht.
We vroegen hem natuurlijk waarom hij daar niet meer woonde en zijn antwoord bracht ons behoorlijk in verlegenheid. Het huis was destijds tijdens de politionele acties door de Nederlanders verwoest. De man begreep wel dat het een pijnlijk onderwerp was en ging snel weer over op wat anders zodat het een gezellig gesprek bleef.

De volgende ochtend zeer vroeg namen we dan ook op een hele hartelijke manier afscheid en we hebben hem later nog de foto’s gestuurd die we van hem en zijn vrouw hadden genomen met een bedankbriefje er bij.
Maar die woorden van de man zijn me wel bijgebleven.

De feiten zijn bekend.
De eerste politionele actie heette ‘Operatie Produkt’ en had tot doel om de thee, de rubber, de suiker, de tabak en de olie weer in Nederlandse handen te krijgen. De tweede politionele actie heette ‘Operatie Kraai’ en was eigenlijk meer een soort wanhoopsoffensief omdat men door had dat de positie van de Republiek steeds sterker werd. De Republiek moest worden vernietigd. Het is dat er steeds meer internationale druk op Nederland kwam, anders was het misschien nog gelukt ook.

Er waren tijdens de politionele acties niet alleen 5000 Nederlandse slachtoffers te betreuren, maar ook 150.000 Indonesische slachtoffers. Ooggetuigenverslagen vertellen van het uitmoorden van hele kampongs door Nederlandse militairen. Om de opstand de kop in te drukken.
Raymond Westerling noemde de opstandelingen terroristen en liet ze standrechtelijk executeren ten overstaan van de bevolking. Zijn wandaden waren gruwelijk.

Moeten wij gesneuvelde militairen, die zulke dingen op hun geweten hebben, op 4 mei herdenken? Duitsland was tijdens de Tweede Wereldoorlog de bezetter en de gesneuvelde Nederlandse militairen en burgers waren strijders tegen de bezetter of slachtoffer van de Holocaust.
Nederland was tijdens de politionele acties de bezetter en de acties waren bedoeld om de Nederlandse economische belangen in Indonesië te heroveren. De opstandelingen en Indonesische burgers waren strijders tegen de bezetting. Natuurlijk kun je zeggen dat Soekarno een lul was en dat het er daarna niet veel beter op is geworden. Natuurlijk zijn de Nederlandse militairen door de regering destijds gestuurd. Het was zelfs heel moeilijk om niet te gaan. Als weigeraar kreeg je een zwaardere straf dan een oud SS’er.
Maar het gaat om het principe. Nederland heeft een oorlog gevoerd als bezetter en om economische redenen. Inmiddels weet iedereen dat het een foute oorlog was, maar de Indonesische slachtoffers worden niet op 4 mei herdacht. Wel de Nederlandse slachtoffers.

4 mei 20.00 uur. Er is twee minuten stilte om de Nederlandse burgers en militairen, die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties, te herdenken. En terecht.
Maar mijn gedachten gaan ook uit naar de man met het witte haar en het witte sikje in Sumatra en namens hem herdenk ik de Indonesische slachtoffers er toch ook maar even bij.