The Company Men

Stel je voor: je woont in een aanzienlijk huis met je gezin, er staan drie dure auto’s voor de deur en je uitgavenpatroon rijst de pan uit. Toch kun je alles betalen omdat je over een fors inkomen beschikt. Dan plots verlies je dankzij de crisis op ongelukkigerwijze je baan. Hierdoor zijn al je inkomsten verdwenen, maar het hoge uitgavenpatroon blijft intact en je bent genoodzaakt om beneden je stand te gaan leven. Dit zijn perikelen die de film The Company Men behandelt. Hoe gaat een mens om met de hieraan gekoppelde angsten zoals het falen, de teleurstelling en verantwoording aan je gezin?

De film bestaat uit één hoofdplot en een aantal subplots die zich met elkaar verbinden. In het hoofdplot volgen we de arrogante Bobby Walker (Ben Affleck), die veronderstelt dat hij het helemaal gemaakt heeft in het leven. Bobby bekleedt een hoge functie bij een groot scheepstransportbedrijf. Alles gaat hem voor de wind. Hij leeft het Amerikaanse ideaal: een knappe vrouw, twee kinderen, fors salaris en vele sociale contacten. Onverhoopt stort zijn droomwereld echter in wanneer hij onaangekondigd op staande voet wordt ontslagen. In de waan dat hij snel een nieuwe baan vindt, blijft hij zijn huidige leven met hoge uitgavenpatronen vasthouden. Na verloop van tijd leert de realiteit hem echter dat dit niet langer door kan gaan. Zo is hij genoodzaakt om alles te verkopen en een baan in de bouw te nemen, die zijn schoonbroer Jack Dolan (Kevin Costner) hem uit meelij aanbiedt. In de subplots volgen we oudgedienden Phil Woodward (Chris Cooper) en Gene McClary (Tommy Lee Jones) die eveneens worden ontslagen uit hetzelfde bedrijf als Bobby. Op deze manier zien we vanuit allerlei perspectieven hoe mensen proberen om te gaan met de noodlottige situatie die hen overkomt.

Enerzijds probeert regisseur John Wells een triest beeld te schetsen van de kredietcrisis. Hoewel het lastig is om medeleven op te wekken voor mensen die alleen hun luxe verliezen, lukt het hem enigszins. Bobby voelt zich schuldig tegenover zijn gezin. Hij voelt zich verantwoordelijk voor hen en hij lijdt zwaar aan gewetenswroeging en toekomstangsten. Ben Affleck slaagt erin om van Bobby een emotioneel, menselijk personage te maken die sympathie opwekt bij de kijker. De andere personages slagen hier eveneens in, hoewel Ben Affleck er wel bovenuit steekt.

Aan de andere kant houdt John Wells het allemaal vrij luchtig. In de realiteit heeft de kredietcrisis voor veel meer ellende gezorgd dan dat hij ons wil laten geloven. Wanneer je een realistische boodschap probeert te verkondigen dan moet je het ook goed doen, zodat het echt een zware indruk op de bezoekers achterlaat. Echt tot het gaatje gaan om de message te verstevigen. The Company Men doet dat niet en blijft een conventionele film met weinig ballen en stuit niemand tegen de borst. Goedkoop sentiment wordt ook niet vermeden. In een scène treffen we, onder begeleiding van dramatische muziek, Bobbies zoontje bedroefd, omdat hij zijn Xbox moet inleveren. De arme jongen. Zo zijn er meer van dat soort scènes. Ze pogen emotionele bagage aan het geheel te geven maar slaan in werkelijkheid kant noch wal, en komen eerder clownesk dan dramatisch over.

Het is zonde dat op deze manier een dergelijk concept verpest wordt. Met de sterrencast had het zo mooi kunnen zijn. De film mislukt om een statement over de waanzin van de crisis op menselijk vlak te maken, het zou op je netvlies moeten branden. Daar is het echter te basaal en niet shockerend genoeg voor. Misschien was het slimmer geweest om het geheel tot één verhaallijn te vervormen, zodat het intenser overkomt. Nu is het op alle fronten gebrekkig. Ook het eind straalt pure naïviteit uit. Al met al is de film een miskleun met goede intenties, die op bepaalde momenten nog wel is te pruimen.