Gears of War 2

Over het uiterlijk van het spel kunnen we heel duidelijk zijn: het ziet er belachelijk mooi uit. De levels zijn afwisselend en nemen je mee naar ondergrondse ruimtes, besneeuwde bergen en zelfs de ingewanden van een immens grote worm. Het kleurenpallet is duidelijk wat uitgebreid en maakt het spel iets minder grauw. Alles ziet er even gedetailleerd uit; van de fluorescerende planten in de grotten tot aan de roodgloeiende loop van je wapen. Ook de physics van het spel zijn een stuk verbeterd. Blijf maar eens achter een muurtje zitten als er met een zwaar kaliber wordt geschoten. Er zal niet veel van het muurtje overblijven. De stukken spatten in het rond. Het toffe ook is dat de kogels allemaal een ‘trace’ hebben, zodat je letterlijk de kogels rond je oren ziet vliegen.

Hoewel de gameplay grotendeels gelijk is aan Gears of War 1, zijn er toch duidelijke verschillen. Het coversysteem kent wat kleine verbeteringen waardoor je makkelijker dekking kunt zoeken. Eén van de leukste veranderingen kom je tegen als je bent neergeschoten en dood ligt te bloeden. Je kunt in zo’n situatie namelijk wegkruipen naar een veiligere plek om zo snel mogelijk geholpen te worden. Overigens kunnen al je teamgenoten je nu genezen, wat wel zo fijn is. Het enige ‘nadeel’ is dat dit ook geldt voor de Locust. Zie je dus ergens een vijand rondkruipen, kun je hem maar beter zo snel mogelijk afmaken. Dit is mogelijk met één van de vier execution-moves. De oude vertrouwde ‘curbstomp’ is er weer bij, maar je kunt ook iemand tot pulp te slaan of neermeppen met je wapen. Het leukste is echter om hem als vleesschild te gebruiken en hem kogels te laten opvangen tot hij veel meer dan een ons weegt. Mocht je trouwens een Locust tegen het lijf lopen met een kettingzaag, bereid je dan maar voor op een heus kettingzaagduel. Een leuke toevoeging, die vooral in de multiplayer goed tot zijn recht komt.


De Brumak

Het aantal wapens in Gears of War 2 is ook toegenomen. Je kunt de singleplayer prima uitspelen met alleen een sniper en je shotgun, maar er zijn ook alternatieven. Ben je sadistisch aangelegd dan is de vlammenwerper wat voor jou. Ben je vroeger gepest en heb je wat opgekropte woede? Kies dan voor de mortierwerper of de Mulcher; een groot kaliber machinegeweer dat doet denken aan de mitrailleur van een Apache helikopter. Misschien wat overdreven, maar o zo vermakelijk. Een ander nieuw speeltje is een groot schild, waarachter je kunt schuilen als het je te heet onder de voeten wordt. Hoewel je met dit schild alleen maar je pistool kunt gebruiken, word je niet snel geraakt en krijg je de overhand in situaties met sterke tegenstanders.

Ook de granaten zijn onder handen genomen. Je hebt beschikking over gifgranaten die een wolk met derrie uitstoten waaraan je dood gaat. De rookgranaten zijn ook wat sterker en slaan je buiten bewustzijn als je er te dicht bij staat. De leukste vernieuwing is echter dat je granaten tegen de muur kunt plakken en deze pas afgaan als er iemand langsloopt. Boobytraps zijn altijd leuk !

Het scala aan vijanden is ook behoorlijk toegenomen. Zoals het een epische oorlog betaamd, vecht je tegen alles wat de oppositie te bieden heeft, van de kleinste vijand tot de allergrootste. Vooral deze laatste categorie kan nogal indrukkend zijn. Zo kom je regelmatig oog in oog te staan met een Brumak. Dit monster is misschien het beste te vergelijken met een Cave Troll uit Lord of the Rings, alleen dan een heel stuk groter. En lelijker. En met raketten en machinegeweren. Anderzijds heb je dan ook weer die ontzettend vervelende kleine tegenstanders, zoals de Tickers. Een soort rennende kamikaze-landmijnen die je maar beter kunt doden voor ze bij je zijn. Er zijn ook verschillende versies van de grotere Locust uit deel één. Je hebt nog steeds de Boomers, maar nu ook met raketten, een Mulcher of zelfs een schild en een strijdvlegel. Tel daar bij op wat Bloodmouths (hyena-achtige monsters met Locust op hun rug), vlammenwerpers, een groot aantal eindbazen en ander gespuis en je snapt dat er genoeg te knallen valt. Met al die gave tegenstanders en eindbazen verwacht je dan ook een geweldige climax maar dat valt toch tegen. Het einde van het spel heeft wel een eindbaas, maar deze kost je amper een minuut om te doden en waarschijnlijk lukt het je zonder dood te gaan. De afloop van de game lijkt überhaupt op die van het eerste deel en daar ligt toch echt een gemiste kans. Erg jammer aangezien het verhaal zich zo goed leent voor een sterk einde.