CD: Sigur Rós - Með Suð Í Eyrum Við
De opwarming van de aarde heeft kennelijk ook zijn invloed op het werk van Sigur Rós. De voorgangers Takk (september 2005) en het titelloze album (oktober 2002), de plaat met de ( ) op de voorzijde, waren allen soundtrack van de herfst en winter. Reken daar tevens nog het zoethoudertje Heim/Hvarf van vorig jaar november bij en je associeert het IJslandse viertal al snel met de donkere en guurdere dagen van het jaar. Sinds nota bene de langste dag van het jaar, toen Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust als een losgeraakte ijsschots bij mij thuis aanspoelde, luidt Sigur Rós bij mij de zomer in.
Mojito of pure alcohol?
Niet dat Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust - wat zoiets betekent als "Met een zoem in onze oren, spelen we eindeloos" - een zomerse plaat is en net als het werk van de Buena Vista Social Club moeiteloos geserveerd kan worden bij een mojito. Nee, dat zeker niet. Het blijft het geluid dat we kennen van de heren. Sigur Rós blijft die pure alcohol, waar maar weinig mensen die ik ken zich aan durven te wagen. Als je de voorgaande albums niets vond, zal dat nu niet veel anders zijn.
Lente/zomer
Waar Ágætis Byrjun en ( ) vol stonden met nummers waar je enkel ademloos naar kon luisteren, kende Takk met 'Hoppípolla' ook een opgewektere nazomerse noot. De clip van dat nummer, waar een stel volwassenen teruggaat naar de tijd waar ze buitenspeelden, onderschrijft perfect het gevoel dat het nummer oproept. 'Gobbledigook', de eerste track van Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust is een opzwepend nummer dat je doet verlangen om van de eerste zonnestralen te genieten. Al doe ik dat, in tegenstelling tot de bijbehorende videoclip, wel graag met mijn kleren aan. Met een dichte jas zelfs, want hoewel het voor Sigur Rós begrippen redelijk vlot en zomers klinkt, blijven het IJslandse temperaturen. De zomer zet door met 'Inní Mér Syngur Vitleysingur', de 'Hoppípolla' van dit album. Ietwat warmer en eveneens voorzien van blazers en klokkenspel.
Herfst/winter
'Góðan Daginn' en even verderop 'Illgresi' krijgen je weer stil en laten je ademloos luisteren. Het akoestische 'Illgresi' weet net zo te betoveren als het simpele en eenvoudige 'Heima' dat enkel op de gelijkname DVD is te vinden. Dat nummer had niet misstaan op Heim/Hvarf maar dat foutje maken ze nu meer dan goed met deze tegenhanger. De vierde track 'Við Spilum Endalaust' laat nog even zien dat ook IJsland opwarmt. Daarna worden de dagen donkerder. Het begin van 'Festival', een nummer van ruim negen minuten, is rustig maar dat blijkt een stilte voor de storm. 'Með Suð Í Eyrum' wordt begeleid door piano, en doet daarom ook een beetje denken aan track 3 van ( ) hoewel er dit keer wel in wordt gezongen. De piano kan blijven staan voor 'Ára bátur' wat toch wel de negen mooiste minuten van dit album zijn. Het bombastische slot, dat met gemak het middenstuk van 'Svo Hjótt' van het voorgaande album overtreft, zorgt voor het nodige kippenvel en dat in de zomer. Het eveneens door piano gedragen 'Fljótavík', dat later overloopt in 'Straumnes', laat de temperatuur verder dalen naar waardes die we kenden van de voorgaande albums.
Vier jaargetijden
Het Engelstalige slotnummer, 'All Allright' doet me na al het moois van er voor niets meer. Alle nummers, afgezien van 'Festival' dat is gezongen in Hopelandic, Jónsi's fantasietaal, en het instrumentale 'Straumness' zijn op enkele zinnetjes na gezongen in het IJslands. Jónsi mag zich wat mij betreft beperken tot die twee talen. Het slotnummer daargelaten, is het een album geworden dat je meesleept. Dat Sigur Rós het kon laten sneeuwen en de bladeren kon laten vallen, wisten we al. Dat ze in tegenstelling tot de voorgangers nu ook de zon voorzichtig doen doorbreken, zonder meteen hun identiteit te verliezen, dat is nieuw voor me. Vivaldi heeft er een concurrent bij gekregen.
Met dank aan alpeko voor de submit!
Label: MCA Records Datum: Juni 2008 Waardering: