Elliott wint gruwelijk natte NASCAR-race op Circuit of the Americas
Voor de raceliefhebbers keren we nog even terug naar de zondagavond, want op het Circuit of the Americas nabij het Texaanse Austin streek de NASCAR Cup Series neer. Het was bij tijd en wijlen echt gruwelijk nat, maar dat mocht de pret niet drukken: op road courses is rijden dan níet onmogelijk, in tegenstelling tot op ovals.
Voor het eerst in zijn Cup Series-carrière vertrok Tyler Reddick van poleposition en het was nog verdiend ook: er werd een heuse kwalificatie gehouden, iets dat sinds de COVID-19-situatie nauwelijks nog voorkomt. Kyle Larson stond ook op de eerste rij, achter hen vonden we Austin Cindric en Kyle Busch, die een dag eerder de Xfinity-race won.
Tijdens de opwarmronden begon de regen alsmaar steviger naar beneden te komen en na de eerste ronde kwamen onder meer Joey Logano, Chase Elliott en Kevin Harvick al binnen voor regenbanden. Austin Cindric, AJ Allmendinger, Kyle Busch, Reddick en Larson kwamen niet binnen, Martin Truex Jr startte op regenbanden en zat er dus heerlijk bij op inmiddels de zesde plek.
Ook de rest van de top kwam snel binnen...behalve Cindric, die op slicks fantastisch reed en een grote voorsprong had op Truex, maar na vijf ronden toch regenbanden kwam halen - Truex was hard bezig het gat te dichten en nam zo de leiding over, voor Michael McDowell en Bubba Wallace, die ook op regenbanden waren vertrokken.
Een probleem voor Daniel Suarez bracht de pace car naar buiten, waardoor het veld weer bij elkaar kwam - een grote groep gebruikte de kans voor een nieuw setje banden en een flinke slok brandstof. McDowell en Wallace kwamen niet binnen en namen zo de leiding over, maar Logano werkte zich in één bocht op naar de tweede plek en pakte McDowell niet veel later, waarna hij naar de stagewinst reed.
Met Logano en McDowell voorop begon stage twee, maar al snel volgde een caution: in de spray werd Blaney stevig geraakt door Christopher Bell, terwijl Harvick achter hen reed, vertraagde en van achteren hard werd geraakt door Wallace. Bij de herstart gingen Ross Chastian en Ryan Preece langs Logano, maar al snel ging het weer fout: Truex reed tegen de vertragende McDowell aan, waarna Cole Custer hem totaal niet zag en vol op zijn achterkan in ramde, met grote schade voor beiden tot gevolg.
Het opruimen doorde een tijd, waarna men eindelijk weer door kon met Preece en Kyle Busch voorop - onder meer Logano was tijdens de caution naar binnen geweest voor nieuwe banden en brandstof. Busch reed zich snel naar de leiding, ook Austin Cindric schoof weer naar voren. Zonder verdere onderbrekingen ging de stagewinst naar Kyle Busch, voor Elliott en Reddick, die Cindric nog passeerden.
Met Kyle Busch voorop kon de race weer hervat worden, Cindric en Reddick volgden. De regen was inmiddels wel zo'n beetje verdwenen, maar met 25 ronden te gaan begon het weer met bakken uit de hemel te komen. Kyle Busch was ondertussen al binnen geweest, Larson, Kurt Busch en Logano kwamen iets later binnen. Ross Chastain reed zo op kop, maar ook hij kwam binnen en zo het was Elliott die de leiding overnam.
Busch moest flink brandstof sparen of nog een stop maken, waardoor Larson hem simpel passeerde - Elliott reed daar dan weer ruim voor. Busch kwam inderdaad nog eens binnen en viel een plek of tien terug, vlak voor Kurt Busch. Die verloor op het lange rechte stuk de controle over zijn auto door een stukje aquaplaning, en wist op bizarre wijze precíes tussen Austin Dillon en broer Kyle Busch heen het grind in te rijden.
Met veertien ronden te gaan werd het wat overdreven wat betreft de hoeveelheid water, waardoor NASCAR besloot de pace car de baan op te sturen. Elliott moest waarschijnlijk nog stoppen, maar had een perfect staaltje geluk: na enig wachten werd de race afgeblazen en dus pakte hij de winst, zijn zesde overwinning op een road course. Larson werd tweede, voor Logano en Chastain.