Het klimaatfinancieringsplan van Europa: 1000 miljard euro

Een maand na de presentatie van de Europese Green Deal, presenteerde de Europese Commissie een gedetailleerd voorstel voor de financiering hiervan. Het investeringsplan van de Europese Green Deal werd ontworpen om zowel overheidsinvesteringen als private middelen aan te trekken gedurende de komende tien jaar. Het plan werd besproken in het Europees Parlement op dinsdag 14 januari.

Waarom is het belangrijk?
Om de Europese economie klimaatneutraal te maken tegen 2050, is een enorme investering nodig in technologie voor schone energie. Volgens schattingen van de Europese Commissie, zou het bereiken van een tussentijdse reductiedoelstelling voor broeikasgassen (40% tegen 2030) een bijkomende jaarlijkse financiering vergen van €260 miljard.

Waar komt het geld vandaan?
Ongeveer de helft van het geld zou uit de EU-begroting moeten komen, via verschillende programma’s die klimaat- en milieuvriendelijke projecten financieren zoals bijvoorbeeld landbouwfondsen, het Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Cohesiefonds, Horizon Europa en LIFE.

Dit zou op zijn beurt zorgen voor een bijkomende €114 miljard uit medefinanciering van lidstaten. Er wordt ongeveer €300 miljard aan overheidsinvesteringen en private middelen verwacht via InvestEU en EU-emissiehandelssysteem (ETS of uitstoot door de industrie) én €100 miljard via het nieuwe fonds voor een rechtvaardige transitie, ingesteld om regio’s en gemeenschappen te ondersteunen die het moeilijk hebben met een groene transitie, zoals regio’s die erg afhankelijk zijn van steenkool.

Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie
Het mechanisme zal gebaseerd zijn op 3 pijlers: fonds voor een rechtvaardige transitie met €7,5 miljard aan nieuwe EU-middelen, het InvestEU fonds en leningen bij de Europese Investeringsbank (EIB) die door de EU-begroting is gedekt. Via deze instrumenten wordt een mobilisering van €100 miljard publieke en private investeringen verwacht – geld dat gebruikt kan worden om werknemers nieuwe vaardigheden bij te brengen voor banen in de toekomst, om bedrijven te ondersteunen voor het creëren van nieuwe werkgelegenheid, voor investeringen in schone energie en voor de isolatie van huizen.

Ongeveer de helft van het geld zou uit de EU-begroting moeten komen, via verschillende programma’s die klimaat- en milieuvriendelijke projecten financieren zoals bijvoorbeeld landbouwfondsen, het Regionaal Ontwikkelingsfonds, het Cohesiefonds, Horizon Europa en LIFE.

Dit zou op zijn beurt zorgen voor een bijkomende €114 miljard uit medefinanciering van lidstaten. Er wordt ongeveer €300 miljard aan overheidsinvesteringen en private middelen verwacht via InvestEU en EU-emissiehandelssysteem (ETS of uitstoot door de industrie) én €100 miljard via het nieuwe fonds voor een rechtvaardige transitie, ingesteld om regio’s en gemeenschappen te ondersteunen die het moeilijk hebben met een groene transitie, zoals regio’s die erg afhankelijk zijn van steenkool.

Siegfried Mureșan (EVP, Roemenië) wil garanties dat er voldoende middelen zijn om de gevolgen van de transitie te verzachten. “Het zou ook geen invloed mogen hebben op het huidige beleid, zoals cohesie, landbouw, onderzoek of innovatie. Het is een bijkomende prioriteit die van bovenaf gefinancierd moet worden.”

“We moeten de nood aan nieuwe middelen bekijken om deze sociale en ecologische transformatie te kunnen ondersteunen,” zei Iratxe García Pérez (S&D, Spanje). Zij wil ten minste 30% van de volgende meerjarenbegroting gebruiken om klimaatverandering aan te pakken.

Dragoș Pîslaru (Renew, Roemenië): “Ik roep alle lidstaten op om deze middelen te gebruiken en investeringen te richten op de belangrijkste rijkdom van Europa – de burgers.”

Niklas Nienaß (Groenen, Duitsland): “We kunnen dit voorstel steunen als het gaat over een duidelijke en eerlijke transitie, met een concrete en geleidelijke afbouw van de steenkoolindustrie in alle gebieden.”

“Het is niet zeker waar deze middelen vandaan zullen komen,” zei Gianantonio Da Re (ID, Italië).

“Er moet een oplossing komen voor de criteria om de begunstigden te selecteren en om de financiering te verdelen.”

Johan Van Overtveldt (ECH, België), voorzitter van de budgettaire commissie, wees EP-leden erop dat er onduidelijkheid bestaat over waar sommige delen van het geld vandaan moeten komen. “We zijn voorstander van een kringloopeconomie, maar we zijn tegen het ‘recycleren van financiering en geld’. We zijn tegen financiële avonturen.”

Younous Omarjee (GUE, Frankrijk), voorzitter van de commissie regionale ontwikkeling: “We moeten sociale kosten omlaag brengen en regio’s in deze rechtvaardige transitie steunen.”

Je kan het volledige debat hier terugkijken.

Volgende stappen
Het voorstel van de Commissie zal nu naar de relevante Parlementaire commissies gaan waar EP-leden het in detail kunnen bespreken en aanpassingen kunnen voorleggen om het te verbeteren. Daarna zullen de gesprekken met de Raad over de definitieve tekst beginnen.