17 maanden cel voor twee woninginbraken

De rechtbank heeft een 48-jarige man uit Arnhem woensdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 maanden voor 2 woninginbraken. 1 daarvan werd gevolgd door geweld tegen 1 van de bewoners. De benadeelde partijen, de woningbewoners, zijn in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard.

De man pleegde op 14 februari 2019 een woninginbraak in Wijchen waarbij hij meerdere horloges meenam. De man werd door 1 van de bewoners overlopen. Om zijn vlucht mogelijk te maken, gebruikte hij geweld tegen de bewoner dat bestond uit het trappen tegen zijn lichaam en het slaan met gebalde vuist in zijn nek. Daarnaast pleegde de Arnhemmer tussen 8 en 10 maart 2018 een woninginbraak in Nijmegen waarbij hij 250 euro wegnam.

Onrechtmatige aanhouding
De advocaat betoogde onder andere dat de bewoner van de woning in Wijchen buitensporig geweld gebruikte tijdens de aanhouding van de man. Zo zou de bewoner hem nog hebben geslagen en getrapt, terwijl hij bewusteloos op de grond lag. Volgens de advocaat heeft dit handelen de aanhouding onrechtmatig gemaakt. Daarom vroeg zij om strafvermindering.

De rechtbank concludeert dat het verhaal van de inbreker voldoende wordt ondersteund door de inhoud en aard van de melding die bij de politie is gemaakt. De inbreker werd buiten bewustzijn aangetroffen door de politie die ter plaatse kwamen. Ook constateerden zij letsel bij hem. De rechtbank oordeelt dan ook dat de bewoner bij de aanhouding van de man buitensporig geweld heeft gebruikt. Dit maakt de aanhouding onrechtmatig en de rechtbank ziet hierin aanleiding om een lagere straf op te leggen.

Strafvermindering
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van de feiten. De inbraken brengen niet alleen hinder en schade met zich, maar tast ook de gevoelens van veiligheid van de benadeelden in ernstige mate aan. De man heeft slechts uit eigen financieel belang de inbraken gepleegd. Daarnaast heeft hij bij 1 van de inbraken, toen hij op heterdaad werd betrapt, geweld gebruikt om zo te kunnen ontsnappen. De rechtbank neemt hem dit zeer kwalijk. Daarnaast pleegde de man 1 van de feiten terwijl hij met verlof was in het kader van een onlangs opgelegde ISD-maatregel. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar omdat de rechtbank vaststelt dat de aanhouding van de man onrechtmatig is geweest en hij daarbij lichamelijk letsel heeft opgelopen, is volgens de rechtbank strafvermindering van 1 maand op zijn plaats.

Vorderingen niet-ontvankelijk
De vorderingen van de benadeelde partijen waren onduidelijk en onvoldoende onderbouwd met stukken. Daarom verklaart de rechtbank hen in hun vorderingen niet-ontvankelijk.