Geldboetes geëist voor frustreren ontruiming ADM-terrein

De officier van justitie heeft vandaag tegen acht verdachten die voor de Meervoudige Kamer van de Amsterdamse rechtbank terecht stonden straffen geëist wegens het niet voldoen aan het bevel of de vordering op 7 januari 2019 het ADM-terrein in het Westelijk Havengebied te Amsterdam te verlaten tijdens de bestuursrechtelijke ontruiming van het terrein.

De officier eiste tegen zes verdachten (twee mannen en vier vrouwen, in leeftijd variërend van 27 tot 45 jaar) van wie de identiteit bekend is geworden een geldboete van 200 euro. Tegen twee verdachten, wier identiteit onbekend is gebleven, eiste de officier bij verstek vier dagen gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, een straf die gelijk staat aan een geldboete van 200 euro.

Na een jarenlange juridische strijd over het ADM-terrein in het Westelijk Havengebied tot aan de Raad van State toe werd uiteindelijk besloten tot een bestuursrechtelijke ontruiming van het terrein op 7 januari 2019. De vandaag bij de zitting aanwezige verdachten - daadwerkelijke bewoners bleek - betoogden vandaag dat ze wel wisten dát ze het terrein moesten verlaten, maar niet wannéér.

Volgens de officier moet het echter voor iedereen die daar ter plekke aanwezig was duidelijk zijn geweest dat het terrein die dag zou worden ontruimd, en dat alle bewoners dus ook moesten vertrekken. “Bij het zien van de politie klom een aantal personen in een kunstwerk. (-) Alle verdachten hebben de ontruiming meer dan actief gefrustreerd en verdienen daarvoor straf”, aldus de officier van justitie in haar betoog.