Witte Huis werkt Trump tegen

Een anonieme hoge functionaris van het Witte Huis heeft woensdag in een open brief in de New York Times gezegd dat hij onderdeel is van een 'verzetsgroep' tegen president Donald Trump. Die bestaat uit medewerkers van het Witte Huis en leden van de regering. De doelstelling is Amerika te beschermen tegen Trumps ergste impulsen.

Trump heeft donderdag woedend gereageerd en eist dat de krant de naam bekendmaakt. De brief valt samen met de op handen zijnde publicatie van het boek Fear: Trump in the White House van de gelauwerde Watergate-onderzoeksjournalist Bob Woodward, waarin hetzelfde wordt gesteld. Volgens Trump is er sprake van bewijs dat links en de zogeheten deep state zijn presidentschap willen sabotteren.

Maar de briefschrijver ontkent dit: het zou gaan om Republikeinse medewerkers die juist willen dat de regering succes heeft. Trump zou echter weinig op hebben met Republikeinse waarden, en successen zoals deregulering en belastinghervorming zouden ondanks hem hebben plaatsgehad en niet dankzij hem.

De president zou zich niet door duidelijk aanwijsbare principes laten leiden, continu van gedachten veranderen, en geen inzicht tonen in de ernst van bijvoorbeeld buitenlands beleid. Hierin heeft hij volgens de briefschrijver een voorkeur boven autocraten en dictators zoals Vladimir Poetin en Kim Jong-un, boven de traditionele bondgenoten van de VS. Zijn impulsen zouden anti-handel en anti-democratisch zijn, en bovendien slecht geïnformeerd.

Bashar al-Assad
Woodward geeft in zijn boek verschillende voorbeelden hoe Witte Huis-medewerker en de regering de president tegenwerken, of 'bijsturen'. Na een Syrische gifaanval zou Trump hebben geroepen dat president Bashar al-Assad moest worden gedood, samen met de rest van zijn bewind. Hij gaf die opdracht vervolgens aan de minister van Defensie James Mattis, die volgens Woodward vindt dat de president het inzicht heeft van een basisscholier.

"Dat doen we dus niet", zei Mattis tegen zijn eigen medewerkers. In plaats van een aanval op Al-Assad maakten ze er eigenhandig een kleinschalige luchtaanval van. Dit keurde Trump vervolgens goed en hij kwam er vervolgens niet meer op terug.

Witte Huis-medewerkers zouden daarnaast papieren van Trumps bureau weghalen zodat hij ze niet kan tekenen, of gewoon negeren wat hij zegt, aldus Woodwards boek.

In Washington wordt druk gespeculeerd wie de New York Times-briefschrijver is. Vanwege de kwalificatie lodestar (leid-ster) die aan de onlangs overleden senator John McCain wordt toegekend, denken sommigen dat het vicepresident Mike Pence is. Die zou dit verder weinig voorkomende woord nogal eens gebruiken. Maar Pence ontkent, en anderen vermoeden dat de schrijfstijl bewust is aangepast om de zoektocht naar de schrijver te bemoeilijken.