Analyse: het onwaarschijnlijke succes van Donald Trump
Zonder twijfel is de razendsnelle opmars van vastgoedmagnaat Donald Trump het meest onverwachte politieke fenomeen van de afgelopen maanden. Er lijkt geen grens te zijn waar de Republikeinse presidentskandidaat niet overheen durft te gaan. Zijn supporters lijken hem onvoorwaardelijk te steunen. Hoe weet een op het oog absurde kandidaat het veld zo op zijn kop te zetten?
De afgelopen weken hebben veel analisten en experts de koppositie van Trump in de polls gewijd aan zijn bekendheid, oftewel een high name recognition. In deze fase van de race hoef je verder maar een klein gedeelte van het electoraat achter je te krijgen om aan kop te gaan, omdat het veld zo gefragmenteerd is. Volgens deze theorie zal de positie van Trump afkalven zodra de kiezer meer wordt blootgesteld aan andere kandidaten en er heldere keuzes zichtbaar worden. De afgelopen verkiezingscycli hebben we vele kandidaten gezien die al deze fases hebben doorlopen. Michele Bachmann, Rick Perry en Herman Cain gooiden vier jaar geleden hoge ogen in de vroege peilingen, maar blusten uit voor of zodra de debatten begonnen.
Is Donald Trump simpelweg de volgende eendagsvlieg? Een Monmouth University-poll uit juni leek dat wel te impliceren. De poll geeft aan dat maar 20% van de Republikeinse kiezers in juni een positief beeld van Donald Trump had, terwijl 55% juist een negatief beeld had. Op basis van deze cijfers zou je kunnen concluderen dat het plafond van Trump te laag ligt om een serieuze kandidaat te zijn.
Vergelijk dit echter eens met de resultaten van eenzelfde Monmouth University-poll uit augustus. Nu geeft 52%(!) van de Republikeinen aan een positief beeld van hem te hebben, tegenover 35% die hem negatief bekijkt. Oftewel: hoe meer de kiezers met Trump in aanraking komen, hoe meer ze hem gaan waarderen. Dit is in strijd met de conventionele logica dat Trumps plafond zal dalen wanneer de kiezers een beter beeld van de race krijgen.
Onvoorspelbaar
Trump zorgde afgelopen donderdag tijdens het eerste Republikeinse debat zoals verwacht weer voor veel oproer. Wie de nasleep van het debat heeft bestudeerd weet dat veel analisten Trump hebben neergesabeld. Hij zou nu eindelijk te ver zijn gegaan. Zijn ondergang zou nu alleen nog maar een kwestie van tijd zijn.
Klinkt dat je bekend in de oren? Dan is dat omdat het exact hetzelfde is dat voorspeld werd toen Trump zijn immigratieretoriek flink opvoerde. Het is hetzelfde wat we hoorden toen Trump weigerde om senator John McCain een oorlogsheld te noemen. Trump lijkt niet vatbaar voor de wetten van de politiek, maar dat mag geen verrassing heten voor wie hem al wat langer volgt.
Vijftien jaar geleden was Donald Trump namelijk op veel gebieden ronduit liberal. Hij was een voorstander van abortus en pleitte voor een strengere regulering van vuurwapens. Hij steunde single-payer health care, een vorm van universele zorgverzekering die verder gaat dan Obamacare. Hij had zelfs een plan ontwikkeld om de staatsschuld af te betalen door middel van een eenmalige belastingheffing van 14% op alle vermogens van meer dan $10 miljoen!
Dit zijn standpunten die je eerder met Bernie Sanders associeert, maar zeker niet met een Republikein. Trump heeft deze ideeën dan ook stuk voor stuk de afgelopen maanden ingetrokken. Elke andere Republikeinse kandidaat met zo’n verleden zou door de kiezers echter niet eens serieus genomen worden. Trumps populariteit, in weerwil van zijn achtergrond, illustreert dat kiezers misschien niet de rationele criteria hanteren die men verwacht. Veel van Trumps supporters steunen hem niet vanwege zijn inhoudelijke posities, maar omdat hij een appèl doet op de emoties van de gedesillusioneerde kiezer. Om dat sentiment wat beter te begrijpen moeten we het even in een historische context plaatsen.
Nativism
Amerika heeft een lange geschiedenis van nativism, wat zich al sinds de 19e eeuw bij vlagen uit in een irrationele angst voor immigranten. Veel mensen zagen nieuwe inwoners als een gevaar voor de heersende cultuur. Als reactie hierop zijn veel bevolkingsgroepen slachtoffer geworden van uitsluiting en intimidatie, van Duitsers tot Chinezen en van Joden tot katholieken. De toestroom van deze groepen zorgde bij de Amerikanen altijd weer voor een angst dat hun land van ze zou worden afgepakt. Om te voorkomen dat ze hun huizen en banen zouden verliezen, verenigden veel zich in organisaties als de Ku Klux Klan en politieke partijen als de American Party.
Een revival van dit nativism is inmiddels zichtbaar en daar is een eenvoudige reden voor. Veel leden van de working class hebben hun banen de afgelopen decennia naar lagelonenlanden verplaatst zien worden. Anderen hebben hun plaats op de arbeidsmarkt overgenomen zien worden door ongedocumenteerde immigranten. De productiviteit van Amerikaanse arbeiders is in deze tijd weliswaar sterk toegenomen, maar de lonen worden gedrukt door de continue influx van goedkope arbeidskrachten. Veel mensen voelen zich in de steek gelaten door de politieke elite. Ze denken dat beide partijen te weinig hebben gedaan om dit probleem tegen te gaan. Een groeiend anti-Washington D.C.-sentiment is het gevolg.
Onafhankelijk
Trump slaagt er als beste in om in te spelen op deze ontevredenheid. Hij doet dat door zijn rol als outsider optimaal te benutten. Zijn imago als een excentrieke en succesvolle zakenman gebruikt hij om te benadrukken dat de huidige politici tekortschieten en incompetent zijn. Trump roept dat alleen hij China en Mexico kan ‘verslaan’ aan de onderhandelingstafel, en veel mensen geloven hem omdat ze geen vertrouwen meer hebben in hun politici. Trump is niet exact een self-made man, maar hij heeft het imperium van zijn vader wel enorm uitgebouwd. De private sector staat bij de kiezers in hoger aanzien dan de publieke sector, en dus is dit een aansprekend beeld. De nood is zo hoog dat alleen de gewiekste zakenman de rommel van de carrièrepolitici kan opruimen..
Een ander voordeel van zijn positie is dat hij de illusie kan wekken dat hij van niemand afhankelijk is en aan niemand verantwoording hoeft af te leggen. Er bestaat onenigheid over de exacte omvang van zijn fortuin en het is niet duidelijk of hij een volledige campagne uit eigen zak kan betalen, maar voor de beeldvorming maakt het weinig uit. Toen vorige week zijn voornaamste concurrenten bij een grote bijeenkomst van rijke donoren aanwezig waren, maakte Trump via Twitter duidelijk dat hij niet for sale was.
I wish good luck to all of the Republican candidates that traveled to California to beg for money etc. from the Koch Brothers. Puppets?
— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) 2 augustus 2015
Er zijn genoeg kandidaten die een anti-establishmentpositie ingenomen hebben, maar die zijn niet zo aantrekkelijk als Trump. Als je afgeeft op Washington D.C. en het politieke proces terwijl je er zelf deel van uitmaakt, ben je een stuk minder geloofwaardig dan als buitenstaander.
Framing
Deze gecultiveerde positie als buitenstaander maakt Trump minder vatbaar voor kritiek vanuit de media. Op het moment van schrijven is Trump weer eens in opspraak omdat hij een vrouwonvriendelijke opmerking over Megyn Kelly zou hebben gemaakt, een van de moderators van het Republikeinse debat. Kelly is een populaire conservatieve tv-persoonlijkheid van FOX News, en elke andere kandidaat zou in zo’n geval een groot probleem hebben. Trump is hier minder vatbaar voor omdat hij erin slaagt het te framen als het establishment dat hem in een politiek correct keurslijf probeert te dwingen.
Pas in 2016 beginnen de voorverkiezingen officieel, en er kan nog genoeg gebeuren waardoor The Donald niet eens op het stembiljet verschijnt. Dat zou dan echter het gevolg zijn van zijn eigen blunders, want de omstandigheden zijn in zijn voordeel. Hij is niet de favoriet voor de nominatie, maar wie hem nu nog probeert weg te zetten als een clown die geen serieuze rol speelt in deze verkiezingen houdt zichzelf voor de gek.