Zuid-Korea zet president af
Het Zuid-Koreaanse parlement heeft president Yoon Suk-yeol afgezet na een tumultueuze periode van politieke onrust en publieke verdeeldheid. De afzetting, die zaterdag werd goedgekeurd met een overweldigende meerderheid van 204 stemmen tegen 96 in het 300 leden tellende parlement, volgt op Yoons controversiële besluit om op 3 december de militaire noodtoestand uit te roepen. Hoewel de president formeel is geschorst, zal het constitutioneel hof nu moeten beslissen of deze afzetting definitief wordt. Dit proces kan tot 180 dagen duren, gedurende welke tijd Yoon zijn ambt niet mag uitoefenen, maar juridisch gezien nog niet volledig uit zijn functie is ontheven. In de tussentijd is premier Han Duck-soo aangesteld als interim-president, een rol die hij met tegenzin op zich neemt in een poging stabiliteit te waarborgen in een land dat in de greep is van een politieke crisis.
De oproep tot het afzetten van Yoon volgde op zijn onverwachte en door velen als autoritair beschouwde besluit om de staat van beleg uit te roepen. In een televisietoespraak claimde Yoon dat hij de maatregel had genomen om Zuid-Korea te beschermen tegen ‘pro-Noord-Koreaanse krachten’ binnen het parlement en de samenleving. Kort daarna werden militaire troepen ingezet in de hoofdstad Seoul, waar ze posities innamen rond overheidsgebouwen, waaronder het parlementsgebouw. De maatregel leidde tot onmiddellijke verontwaardiging onder burgers en politici. Parlementariërs slaagden er ondanks de blokkades in om bijeen te komen en stemden unaniem voor de opheffing van de noodtoestand. De militaire eenheden trokken zich daarop terug, maar de chaos die volgde, versterkte de roep om Yoons aftreden. De president hield echter voet bij stuk en weigerde af te treden, wat de politieke crisis verder verergerde.
De afzettingsprocedure verliep niet zonder hindernissen. Een eerdere poging mislukte omdat leden van Yoons eigen conservatieve partij, de People Power Party (PPP), de stemming boycotten. Dit keer stemden echter voldoende leden van de PPP mee met de oppositie, waardoor de vereiste tweederdemeerderheid werd behaald. De leiders van de PPP hadden hun partijleden aangespoord om naar eigen geweten te stemmen, wat resulteerde in verdeeldheid binnen de partij. Analisten zeggen dat de aanhoudende publieke verontwaardiging en de dramatische impact van Yoons acties een belangrijke rol speelden in de uiteindelijke beslissing van de PPP-leden om de president af te zetten.
President Yoon heeft in een televisietoespraak na de stemming verklaard zijn afzetting te respecteren en zich tijdelijk terug te trekken, maar benadrukte dat hij zijn werk voor het land niet zal opgeven. Hij vroeg de interim-president Han Duck-soo om de rust en veiligheid van het land te waarborgen en riep op tot nationale eenheid. Tegelijkertijd uitte hij zijn frustratie over het feit dat zijn beleid niet tot uitvoering kon worden gebracht. Yoon blijft vasthouden aan zijn beweringen dat de oppositie banden heeft met Noord-Koreaanse en communistische krachten, beschuldigingen die door velen als ongefundeerd en polariserend worden beschouwd.
De internationale gemeenschap heeft de situatie met bezorgdheid gevolgd. De Europese Unie heeft het besluit van het Zuid-Koreaanse parlement erkend en opgeroepen tot een snelle en ordelijke oplossing van de crisis in overeenstemming met de Zuid-Koreaanse grondwet. Ook de Verenigde Staten en andere strategische partners van Zuid-Korea hebben benadrukt dat de diplomatieke en economische betrekkingen onverminderd voortgezet zullen worden, ondanks de interne politieke onrust.
De impact van deze crisis reikt verder dan de politieke arena. Het land heeft te maken met massale protesten, waarbij zowel voor- als tegenstanders van Yoon de straat op gaan. In Seoul hebben duizenden demonstranten zich verzameld bij het parlementsgebouw om de afzetting van Yoon te vieren, terwijl elders in de stad grote groepen aanhangers van de president protesteerden tegen wat zij beschouwen als een onrechtvaardige beslissing. Deze verdeeldheid weerspiegelt de diepe scheidslijnen in de Zuid-Koreaanse samenleving, waar oudere conservatieven vaak loyaal blijven aan Yoon, terwijl jongere generaties en progressieve groepen zijn leiderschap bekritiseren als ondemocratisch en autoritair.
Ondanks de schorsing van Yoon is de politieke instabiliteit verre van opgelost. Het constitutioneel hof, dat uit negen rechters zou moeten bestaan, heeft momenteel drie vacatures, wat de besluitvorming kan vertragen. Bovendien kan het benoemen van nieuwe rechters zelf aanleiding geven tot politieke gevechten, aangezien dit proces sterk gepolitiseerd is. De oppositie heeft al aangegeven erop toe te zien dat het hof zijn werk onafhankelijk en rechtvaardig uitvoert. Ondertussen blijven beschuldigingen van machtsmisbruik en corruptie Yoon achtervolgen, evenals rechtszaken tegen oppositieleider Lee Jae-myung, die mogelijk de grootste kanshebber is bij nieuwe presidentsverkiezingen, mocht Yoon definitief worden afgezet.
De nasleep van Yoons besluit om de militaire noodtoestand uit te roepen heeft ook geleid tot onderzoeken naar leden van zijn regering en hoge functionarissen in het leger en de politie. De minister van Defensie, Kim Yong Hyun, is gearresteerd op verdenking van het aanzetten tot het uitroepen van de noodtoestand en zou een poging tot zelfmoord hebben gedaan in zijn cel. Daarnaast zijn er onderzoeken gestart naar de nieuwe interim-president Han Duck-soo, wat zijn tijdelijke leiderschap verder bemoeilijkt.