Herdenking genocide: kabinet blijft thuis
Onze volksvertegenwoordigers in de regering hebben in hun oneindige wijsheid besloten om komende vrijdag geen bewindslieden te sturen naar de herdenking van de Armeense Genocide te Assen en Almelo. Het is 100 jaar geleden sinds de Armeense gemeenschap in wat nu Turkije is zo'n beetje volledig werd uitgeroeid.
Een minister en de koning die de begrafenis van een Arabische dictator bezoeken is geen enkel punt. Diezelfde koning, koningin en diverse ministers vonden het ook een goed idee om een Olympisch feestje van een Russische despoot op te luisteren, maar een afvaardiging naar een herdenking van de eerste moderne genocide waarbij bijna 1,5 miljoen mensen het leven lieten? Dat is een brug te ver voor de regering. Er worden slechts een paar ambtenaren met de trein afgedropt.
De ChristenUnie, in een vlaag van partijdigheid (Armeniërs zijn immers veelal Christelijk had het kabinet verzocht om het besluit om geen hoge piefen af te vaardigen te heroverwegen. Daar is even kort over nagedacht en kwam minister Hennis (defensie) met de verklaring 'ervan uit te gaan dat het kabinet zal handelen zoals eerder besloten'. Wel stuurt de dame nog even een briefje naar collega Koenders van buitenlandse zaken.
De ChristenUnie is er niet over te spreken: "Je geeft pas echt invulling aan medeleven als iemand uit het kabinet aanwezig is". Een zeldzaam moment waarop gesteld kan worden dat deze partij een keertje het gelijk aan zijn zijde heeft.
In de Armeense hoofdstad Jerevan is ook een herdenking, maar daar gaat helemaal niemand van de regering of het koningshuis naartoe. Mogelijk speelt mee dat Turkije niet echt blij is met de erkenning van de genocide.
Geen prikkertje, maar een dolk in de rug van de Armeniërs