Oudste aardewerk werd gebruikt voor bereiding vis

De oudste aardewerken potten ter wereld werden gebruikt voor het bereiden van vis en andere waterdieren. Tot die conclusie kwam onderzoeker Peter Jordan, directeur van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij analyseerde voedselresten op fragmenten van Japans aardewerk dat tot vijftienduizend jaar oud is.

De vetten van vissen, landdieren en planten hebben specifieke kenmerken die in het onderzoek fungeerden als 'vingerafdruk', meldt de universiteit donderdag. Uit het vet bleek dat de meeste potten zijn gebruikt voor het verhitten van vis en andere waterdieren.

"Het diende wellicht om de tijdelijke overvloed aan voedsel, bijvoorbeeld van zalm die in een rivier kuit schiet, te verwerken", meldt Jordan in een verklaring. Hij werkte voor zijn onderzoek samen met collega's uit Groot-Brittannië, Zweden en Japan. De potten die zij analyseerden, waren 'ouder dan tot nu toe ooit zijn onderzocht'.

De uitvinding van aardewerk werd lange tijd toegeschreven aan landbouwers in het Midden-Oosten. Sinds de ontdekking van ouder aardewerk in Oost-Azië is duidelijk dat jagers-verzamelaars al potten maakten.

"Dat het ontstaan van aardewerk losstaat van de ontwikkeling van de landbouw was inmiddels duidelijk. Maar nu weten we ook met welk specifiek doel deze zeer oude potten zijn gebruikt door jagers-verzamelaars." Het onderzoek is donderdag verschenen op de site van het wetenschappelijke tijdschrift Nature.