'Banken moeten ook boeten voor problemen Vestia'

De banken die woningcorporatie Vestia riskante beleggingen hebben verkocht moeten meebetalen om de tekorten weer aan te vullen. Dat stelt interim-bestuursvoorzitter bij Vestia Gerard Erents dinsdag in het Financieele Dagblad.

Vier banken verkochten voor miljarden euro's derivaten aan Vestia. Zij moeten volgens Erents 'zonder twijfel' hebben gezien dat de corporatie risico op risico stapelde. "Ze verkochten als het ware racefietsen aan iemand in een rolstoel."

Vestia kan zijn handen volgens Erents, die is aangesteld om orde op zaken te stellen, niet in onschuld wassen. Maar de banken zouden ook schuld hebben. "Vestia was een grote honingpot waar banken als bijen omheen zoemden."

De door het Openbaar Ministerie vervolgde financiële topman Marcel de V. wilde volgens Erents elk nieuw snoepje uit de snoepwinkel van de banken proberen. "De banken voelden dat aan. Vestia was een obesitaspatiënt."

Sommige banken stopten, maar andere banken sprongen toen in dat gat. Alleen al uit het eigen vermogen van de corporatie hadden de banken volgens Erents moeten afleiden dat er iets niet in de haak was.

Ook had er volgens hem bij de banken een lampje moeten gaan branden omdat ze steeds met dezelfde man, Marcel de V., zaken deden. "Ze hadden vraagtekens kunnen zetten bij het besluitvormingsproces."

Hij zegt er vertrouwen in te hebben tot een gezamenlijke oplossing te komen. Als Vestia omvalt, moeten de banken namelijk aanschuiven in de rij van schuldeisers.

Vestia belandde aan de rand van een financiële afgrond door constructies met derivaten waarmee De V. de financiële risico's voor de woningcorporatie probeerde af te dekken. Topman Erik Staal moest vanwege de problemen eind januari het veld ruimen.

De corporatie moest een lening van 1,7 miljard afsluiten om een faillissement af te wenden. Staal kreeg een vertrekpremie van 3,5 miljoen mee. De V. zit inmiddels vast. Tegen hem loopt een strafrechtelijk onderzoek voor omkoping, witwassen en belastingfraude.