Bush: martelen voorkwam aanslagen

Voormalig president van de Verenigde Staten, George W. Bush, heeft in een interview over zijn nieuw boek aangegeven dat een controversiële verhoortechniek genaamd 'waterboarding' aanslagen in Engeland heeft voorkomen. In het Nederlands wordt 'waterboarding' ook wel schijnverdrinking genoemd: een techniek waarbij de verhoorde een natte doek over zijn gezicht krijgt en vervolgens water over zijn hoofd krijgt gegoten. Zo lijkt het voor de verdachte alsof hij verdrinkt.

Bush verdedigde deze techniek in een interview over zijn nieuwe boek 'Decision Points'. "Drie mensen werden onderworpen aan waterboarding, en volgens mij heeft dat levens gered," aldus de ex-president. Toen hem gevraagd werd of hij het waterboarden van Khalid Sheikh Mohammed had geautoriseerd antwoordde hij met 'damn right!'. In zijn boek schrijft Bush dat de verhoren aanslagen op Amerikaanse diplomatieke doelen over de grens hebben voorkomen, alsook op Heathrow Airport en Canary Wharf in Londen. Daarnaast noemde hij de verhoren 'stevig', maar wel legaal.

Mensenrechtenorganisaties classificeren de verhoortechniek echter als marteling. In 2008 vroeg Amnesty International nog een om een onderzoek naar het gebruik van de verhoortechniek door de CIA. Bush zegt echter niet geroerd te zijn door internationale kritiek op het gebruik van waterboarding: "De advocaten zeiden dat het legaal was."

Verder noemde Bush de voormalige premier van Groot-Brittannië een 'moderne Churchill'. Hij herinnerde zich dat Blair aan de vooravond van de oorlog in Irak de kans liep in het Britse Parlement tegen een motie van wantrouwen aan te lopen. Bush stelt dat hij Blair toen de kans gaf niet naar Irak te gaan, omdat 'ik liever over Tony's wijsheid en strategisch denken beschik als de premier van een sterke belangrijke bondgenoot, dan dat zijn regering valt'. Blair zou volgens Bush hebben gereageerd met: "Ik doe mee. Als me dat de regering kost, dan moet dat maar."

In zijn boek vertelt Bush verder dat hij plannen ontwikkelde voor een aanval op Iraanse en Syrische nucleaire faciliteiten. De laatste aanval was volgens de CIA te riskant, maar werd later door Israël uitgevoerd. Daarnaast gaf de ex-president toe dat hij 'te lang' wachtte met actie ondernemen na orkaan Katrina. Dat hij daarna werd beschuldigd van racisme, omdat veel slachtoffers in New Orleans zwart waren, noemde hij het dieptepunt uit zijn presidentschap.