IBM: computerchips 35 procent sneller

Het Amerikaanse computerconcern IBM heeft een techniek ontwikkeld waarmee het computerchips 35 procent sneller kan laten werken. De chips gebruiken ook minder stroom. 'Big Blue' wil al in 2003 chips volgens deze techniek in zijn apparatuur stoppen.

De technici van de elektronicagigant hebben ontdekt dat ze silicium, dat als basismateriaal voor microchips wordt gebruikt, chemisch kunnen 'uitrekken'. Hierdoor bewegen de elektronen zich zeventig procent sneller door het materiaal en wordt de snelheid van de chips 35 procent groter. Ook hebben de chips minder stroom nodig. ,,Een processor van 1 gigaherz zal een snelheid krijgen van 1,3 gigaherz, alleen doordat wij het silicium stretchen'', zei een woordvoerder.
Een Amerikaanse wetenschapster van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) zegt dat de tehcniek al in het begin van de jaren negentig bekend was. Eerdere experimenten zouden echter niet voldoende rekenkracht hebben opgeleverd om de kosten van het onderzoek te rechtvaardigen.

Presentatie techniek

IBM presenteert de details van zijn onderzoek op 13 juni tijdens een technologiesymposium in het Japanse Kyoto. IBM-concurrent Intel zou op dezelfde conferentie in Japan ook met een aankondiging komen over een nieuwe supersnelle transistor die in 2007 op de markt moet komen. Ook andere concurrenten, zoal Transmeta en AMD, werken aan minder stroomverslindende en sterkere chips.

Wetenschappers werken al jaren aan de voortdurende verkleining van de kleinste computerbouwstenen. Het lukt nog steeds om hiermee de wet van Moore te volgen. Die zegt dat het aantal transistoren op een chip elke 18 maanden verdubbelt. De onderzoekers werken inmiddels op het niveau van atomen. De grenzen van deze techniek zijn inmiddels bereikt, maar volgens een Amerikaanse analist onttrekt IBM zich met zijn nieuwe techniek aan deze wet.