Life in Neverwinter (deel 1)

Met een gesloten bèta en een interview met de lead designer in mijn rugzak ga ik weer op reis naar Neverwinter. Dit keer ga ik op reis in het eindproduct van de free-to-play mmorpg. Via deze blogreeks ga ik kijken wat er van het spel is geworden.


De eerste start begint al gelijk met een lichte teleurstelling. Mijn mannetje dat ik in de bèta had aangemaakt, is niet meegegaan naar het echte spel. Dat betekent een kleine tien levels die voor niets zijn gedaan. Ik begin met een redelijk zuur gezicht opnieuw met de character creation. Ik besluit het mezelf makkelijk te maken. Ik maak exact hetzelfde personage aan als ik al had. Een half-orc great weapon fighter.
Na een diepe zucht begin ik waar ik al eerder ben geweest. Ik word wakker op het strand en een soldaat vertelt me dat mijn schip is gezonken. Het is aangevallen door een draak die onder controle staat van de kwaadaardige tovenares Valindra. De soldaat vertelt me dat Valindra het land wil veroveren en de huidige heerser, Lord Neverember, wil verdrijven. Het land zal gehuld worden in diepe duisternis.

Blijkbaar is Lord Neverember een beter persoon dan Valindra en ben ik dé held die het land kan redden. Geen idee waarom ik voor Lord Neverember zou willen of moeten strijden, maar ik doe het maar. Ik zal wel iets tegen duistere tovenaressen hebben. Gelukkig speel ik veel Dungeons & Dragons en ben ik gewend aan verhalen waarin je je niet afvraagt waarom je je in een avontuur stort, maar het gewoon doet. Iets met omdat het kan en eeuwige roem denk ik me in.

 

Nadat er precies twee dozen heel zijn aangespoeld met mijn spullen, ga ik met een roestig zwaard en een kwart harnas op pad om de wereld te redden. Het lot van de held in Dungeons & Dragons is dus hetzelfde in Neverwinter. Al gauw kom ik in een klein kampement terecht. Daar legt een kapitein mij uit dat de kampvuren die ik tegenkom me beter kunnen maken. Ik roep al jaren dat er meer kampvuren moeten komen en ben blij dat dit spel mijn idee bevestigt. Ik krijg ook mijn eerste quest aangeboden. Ik moet naar een volgend kamp en moet onderweg wat vijanden in de pan hakken. Hiervoor krijg ik wat geld, maar veel belangrijker nog wat experience points.

De experience points (xp) zorgen ervoor dat je stijgt in level. Hoe hoger je level, hoe sterker je wordt en met jou ook je aanvallen. Niet alleen dat, bij bepaalde levels kun je ook features kiezen waardoor je bijvoorbeeld meer schade aanricht of meer health points krijgt. Experience verzamelen is dus the thing to do in Neverwinter. Ik besluit dan ook niet voor de snelste weg naar het kamp te gaan. In plaats daarvan slacht ik elke skeletkrijger die ik tegenkom, want elke verslagen vijand geeft xp. Al snel geeft mijn mannetje licht, wat betekent dat ik een level omhoog ben gegaan. Ik heb er een derde aanval bijgekregen.

Na wat kleine quests en een hoop verslagen vijanden kom ik uiteindelijk terecht in Protector's Enclave. Dit een de veilige haven voor de goeien. Hier krijg ik van een legeraanvoerder, Sgt. Knox, te horen dat een bende boeven, de Nashers, achter de kroon van Lord Neverember aanzit. Of ik de kerkers in wil gaan om de kroon te redden. Uiteraard doe ik dat, want ik ben per slot van rekening een held en helden doen dat soort dingen.

 

De besturing van het spel heb ik ondertussen volledig onder de knie. Het is een simpele knoppencombinatie die je erg snel oppikt. De aanvallen die je altijd kunt gebruiken zitten onder de muisknoppen. Bewegen doe je met de wasd-knoppen. Onder q zit de derde aanval, één die wel sterker is, maar die een rechargetijd heeft als je hem hebt gebruikt. Uit de besturing blijkt in ieder geval dat er iemand goed over heeft nagedacht.

Helaas lukt het me niet om de kroon te redden. Sterker nog, ik ga de eerste keer dood in de kerkers. Als ik Zen heb, de valuta die je met echt geld kunt kopen, kan ik respawnen. Ik heb echter besloten het spel te spelen zonder er een eurocent aan uit te geven. Ik zal dus terug moeten gaan naar het laatste checkpoint. Hier kom ik tot de ontdekking dat ik ook een health penalty heb opgelopen die te genezen valt met een speciaal item of door vijf minuten bij een kampvuur te blijven staan. Tijd voor koffie dus.

Uiteindelijk moet ik naar Blacklake District, het thuisgebied van de Nashers, om de kroon terug te halen. Dit soort gebieden vraagt nogal wat van een held, dus ik sla snel bij een handelaar healing potions in. Dit blijkt geen overbodige luxe. Ondertussen help ik links en rechts wat andere spelers met het verslaan van vijanden en meer dan regelmatig krijg ik als beloning een healing spell van een magiër of een priester. Samenwerken loont dus.

Uiteindelijk weet ik mijn einddoel te behalen en ik kan de kroon terug naar Protector's Enclave brengen. Doordat ik alle beschikbare sidequests heb beetgepakt en zo veel mogelijk vijanden heb verslagen, ben ik inmiddels gegroeid tot level negen. Ik heb ook beter armour onderweg opgepikt en vooral mijn gigantische zwaard is een stuk beter dan het zielige hoopje roest waar ik mee ben begonnen.

Tot op heden weet Neverwinter mij prima te boeien. Het ziet er mooi uit en het verhaal is, net als bij Dungeons & Dragons, niet ingewikkeld maar goed genoeg doordacht. Het is bij tijden ook behoorlijk lastig om door de dungeons te komen. Ik blijf voorlopig vrolijk verder spelen. Niet alleen omdat ik vanaf level twintig een mount kan krijgen, maar vooral omdat ik te horen heb gekregen dat er ergens anders een Orc-plaag is en zeg nou zelf: nothing beats beating up an orc. Toch?