Luisteren naar je lichaam

Je moet luisteren naar je lichaam. Maar wat als je lichaam zich in stilzwijgen hult? Wat als je lijf niet de prikkels afgeeft die een normaal lichaam wel genereert? Bij mij bevinden sommige prikkels zich 's ochtends nog in diepe slaap. Ik moet ze bij wijze van spreken zélf wakker maken. En dan moet ik nog oppassen dat ze niet chagrijnig worden.

De prikkels die mij vertellen dat ik aan het werk moet en dat mijn mailbox staat te wachten, winnen het meestal van de prikkels die mij vertellen om te gaan ontbijten. Voor ik het weet, ben ik al uren aan het werk eer ik ook maar een hap eten naar binnen heb gewerkt. Zo gebeurt het met enige regelmaat dat ik om half drie 's middags pas aan mijn ontbijt begin. Dat komt dan omdat ik op de klok kijk en mij realiseer: "Hé, ik heb nog niets gegeten...", zelden omdat mijn lichaam op dat moment om voedsel roept.

Koffie is een heel ander verhaal. Met koffie ben ik grootgebracht. Nog voordat ik een bezoek heb gebracht aan het toilet, zet ik de machine aan. Kijk, die prikkels doen het dan weer wél. Ze kunnen mij zelfs zover krijgen dat ik op zondagochtend om negen uur naast mijn bed sta. Eenmaal wakker, check ik vaak op mijn iPhone het nieuws om daarna een rondje social media te doen. En ja, op Twitter en Facebook vertelt iedereen nu eenmaal wat hij of zij aan het doen is. Op zondagmorgen is dat vaak koffiedrinken, meestal vergezeld door een foto. Dat een foto van een bakkie zwart goud dan vaak begeleid wordt door een beschuit met aardbeien laat mijn lichaam onberoerd. De hongerprikkels liggen dan nog op één oor.

De 'cafeïneprikkels' krijgen het zelfs voor elkaar om een imaginaire geur van vers gemalen koffiebonen door de slaapkamer te verspreiden. Tegen zulk geweld ben ik niet opgewassen. Dan móet ik uit bed. Mijn voeten staan al op de grond voor ik er erg in heb en lopen de trap af naar beneden. Koffiezetapparaat aan. Naar het toilet. Handen wassen. Het apparaat is inmiddels opgewarmd en staat al te stomen en te pruttelen om mijn prikkels te stillen. Met een zucht van verlichting zweven de 'cafeïneprikkels' wanneer ik de eerste slokken naar binnen werk.

Het is beslist niet zo dat ik mijn ontbijt oversla, maar ik doe dat gewoon pas om half drie 's middags. Tegelijk met mijn lunch. Multitasken heet dat. In hotels en restaurants ook wel brunch genoemd. Zo uitgebreid hoeft het van mijn hongerprikkels niet. Met twee verse plakken witbrood met een krokante korst, een laag boter en daaroverheen net iets meer chocoladehagel dan blijft plakken, zijn zij al dik tevreden.

"Maar dan heb je tegen de tijd dat normale mensen warm eten toch geen trek?", hoor ik je denken. Dat klopt. Tenminste, als je een uur of vijf of zes een normale tijd vindt. Rond die tijd banjer ik nog vrolijk door de Albert Heijn. Op zoek naar inspiratie. Gelukkig hebben ze een koffiecorner bij onze grootgrutter. Even bijkomen. Daarna ben ik weer in staat om na te denken. Witlof met ham en kaas uit de oven vergezeld door gebakken aardappeltjes. Mijn hongerprikkels moeten dat vast en zeker hebben gedroomd.

Bijkomend voordeel van zo laat eten, is dat je 's avonds voor de tv niet zo maar trek krijgt in iets lekkers. Als er op dat moment iemand op Twitter of Facebook iets roept over bijvoorbeeld chips, chocolade, nootjes, een stukje worst of een stukje kaas, dan laat ik dat met het grootste gemak langs mij heengaan.

Onder het genot van een groot glas caffè latte macchiato. Want je moet per slot van rekening wél luisteren naar je lichaam.