Eén keertje Doutzen doen

Vandaag is het Goede Vrijdag. De dag dat de dood van Jezus wordt herdacht. Toch is het een soort feestdag. Jezus is aan het kruis gestorven omdat het volk hem dood wilde, maar eigenlijk werd hij door zijn eigen vader geofferd om de wereld te verlossen van de zonde. Nou, dat is dan aardig gelukt. Jezus wist dat zelf ook wel en liet zich daarom niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk als het ‘Lam Gods’ naar de slachtbank voeren. Vanuit zijn standpunt was het een vorm van vrijwillige euthanasie en hij werd daarbij geholpen door de Romeinen.
Juist op deze dag ben ik uitgenodigd om het openingsfeest van ‘Hilariter Mori’, bij te wonen. De eigenaar van dit nieuwe dienstverlenend bedrijf is Wim, een vroegere schoolvriend.

We troffen elkaar volkomen toevallig tijdens een halve marathon enige tijd geleden. Ik was nog ongeveer vijfhonderd meter van de finish en wilde net aanzetten voor een eindsprint, toen ik een hardloper aan de kant van de weg in elkaar zag zakken. Ik heb mijn EHBO-diploma, dus ik er meteen naartoe. En ik was niet de enige. Er kwam nog een hardloper helpen. De in elkaar gezakte man lag onbeweeglijk en ik voelde dat hij geen pols meer had en ook de halsslagader had geen hartslag meer, dus ik zei dat er iets niet klopte en meteen begon de ander al met reanimeren. Het mocht echter niet baten. Ik kende wel de uitdrukking dat hardlopers doodlopers zijn, maar had niet gedacht dat het gezegde ook werkelijkheid kon worden. Nadat de ambulancebroeders de man hadden meegenomen, wilde ik de andere hardloper die had geholpen bedanken en gaf hem een hand. Pas toen hadden we allebei in de gaten dat we elkaar kenden. We waren na de schooltijd uiterlijk wel veranderd natuurlijk, maar we herkenden elkaar toch nog. Dus spraken we af om wat te gaan drinken na dit nare incident.

‘Eigenlijk deed ik net iets, wat ik binnenkort precies andersom moet doen,’ zei Wim nadat hij een paar slokken van zijn Leffe Blond had genomen.
‘Hoe bedoel je dat?’ vroeg ik verbaasd.
‘Nou, net zoals ik het zeg.’ Wim veegde even het schuim van zijn mond en liet een klein boertje.
‘Ik zal het je even uitleggen, want het is wel iets waar mensen soms wat vreemd op reageren. Ken je de NVVE?’ Ik had geen idee en zei dat ook.
‘De NVVE is de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Ze hebben teams van artsen en verpleegkundigen die bij mensen langsgaan die niet meer verder willen leven, maar niet bij de eigen arts terechtkunnen om de pijp aan Maarten te geven.’ Er ging me een lichtje op. Ik had er iets over gelezen.
‘Nu je het zegt, schiet me te binnen dat ik erover heb gelezen. Maar ik vond het echt een heel slecht initiatief. Ze gaan mensen helpen die gewoon zelf klaar zijn met het leven. Dat slaat toch nergens op? Een arts past pas euthanasie toe als er sprake is van ondraaglijk lijden en dan nog niet zomaar. Nu wordt het zoiets van: u vraagt en wij prikken.’ Ik begon me echt een beetje op te winden, maar Wim maakte meteen sussende handgebaren.
‘Wind je maar niet op,’ zei hij, ‘ik ben het helemaal met je eens, maar het is wel een gat in de markt en je kent het gezegde dat de een zijn dood de ander zijn brood is en ik dacht dat het mijn brood wel eens kon zijn, want wat de NVVE kan, dat kan ik ook, maar dan leuker.’ Wim keek me een beetje ondeugend aan. Ik snapte er niets van.
‘Leuker? Leuker? Je wilt zeggen dat je iemand een beetje leuk uit de wereld wilt helpen en dat je daar geld aan wilt verdienen?’
‘Precies,’ zei Wim en hij nam weer een paar slokjes.
‘Als die mensen klaar zijn met het leven dan kunnen ze beter thuis geholpen worden dan voor een trein of van een dak van een hotel springen. De politiek is er ook mee bezig. Er komt waarschijnlijk wel een leeftijdslimiet van zeventig, zodat niet iedere scholier met een slecht rapport zich kan opgeven, maar op zich is het best een goed plan van die NVVE. En het helpt bovendien de vergrijzing tegengaan. Alleen dacht ik bij mezelf dat het dan wel een beetje leuker kan dan alleen met een ernstig gesprek en een pilletje of een prik. Daarom start ik binnenkort een bedrijfje dat de mensen de mogelijkheid biedt om nog één wens in vervulling te laten gaan voordat de stekker eruit gaat. Bovendien wil ik ook meteen een uitvaartcentrum beginnen, want dat is een echte win-winsituatie. En wat dat verdienen betreft: je denkt toch niet dat de NVVE het voor niets doet?’ Ik wist niet wat ik hoorde.
‘Eén wens? Dus zoiets als: eerst Napels zien en dan sterven?’ Wim knikte instemmend.
‘Ik weet al een leuke reclametekst voor je. Eerst chillen dan de pillen.’ Ik dacht dat het maar beter was om het als een grap te beschouwen dan er serieus op in te gaan.
‘Heb je trouwens al aanmeldingen?’ Ik was best nieuwsgierig wat voor mensen dat dan zouden zijn.
‘Jazeker. Er hebben zich tot nu toe al meer dan honderd potentiële klanten aangemeld.’ Wim keek me tevreden aan.
‘En wat vonden die mensen van de mogelijkheid nog een laatste wens te doen? Het lijkt mij toch iets als een tandarts die je nog een koekje geeft voor hij je gebit eruit trekt.’
‘Welnee, ik heb al een man die vier pakjes sigaretten per dag rookte en nu terminale kanker heeft. Die wil voor we hem helpen nog een keertje naar de tentoonstelling van Damien Hirst in Londen.’
‘Nou, dan mag die man wel uitkijken dat hij niet zelf drijvend in een grote bak belandt daar, of is dat juist zijn bedoeling?’ Het was een spontane grap van me, maar Wim ging er serieus op in.
‘Dat hebben we niet besproken, maar het is wel een goed idee. Nee, de man is erg onder de indruk van dat kunstwerk met die enorme hoeveelheid sigarettenpeuken.’ Ik had het kunnen weten. Wim dronk zijn glas leeg en vervolgde daarna het gesprek weer.
‘De meeste mensen hebben de wens om nog eens een goede herinnering op te halen voor we ze laten inslapen. We hebben bijvoorbeeld een vrouw van tachtig die graag nog een keertje terug wil naar het land waar ze het grootste deel van haar leven heeft gewoond. Maar daar kunnen we helaas niet aan beginnen.’
‘Waarom niet?’ Vroeg ik verwonderd. ‘Te duur?’
‘Welnee. Ze moet het zelf betalen en kan dat, maar iemand van ons moet mee om haar daarna te helpen inslapen. En dat land is Somalië. Daar wil je echt niet heen, zelfs niet als je zou moeten.’ Wim schudde zijn hoofd. Ineens begon hij te grinniken.
‘Wat grinnik je?’ vroeg ik nieuwsgierig.
‘Deze week kregen we de aanmelding van Piet de Jong.’
‘Piet de Jong? De vroegere minister-president? Was die dan klaar met het leven?’
‘Nee, maar hij was wel klaar met het CDA. En dat was eigenlijk alles wat hij nog had.’ Er kwam een stout grapje in me op.
‘Hij wilde als laatste wens zeker met een bomgordel naar het CDA-congres of het Binnenhof?’ Wim moest erom lachen, maar Piet wilde gewoon even gaan kijken of alles in orde was met het familiegraf voor hij het aardse voor het eeuwige zou verwisselen. Wim en ik namen afscheid en Wim nodigde me dus uit voor het feest op Goede Vrijdag. Maar voor we uit elkaar gingen vroeg hij me nog wat ík eigenlijk als laatste wens zou hebben als ik klaar met het leven zou zijn. Ik wist het meteen.
‘Dan zou ik het graag één keertje met Doutzen Kroes doen. Ik vermoed dat ik dan ook weer heel veel zin in het leven krijg.’ Wat een onzin die vrijwillige euthanasie. Hoe kun je nou zomaar klaar zijn met het leven?