Bananen en andere enge dingen


De gewraakte 'banaan' van Sony, de specs van de 360 en de nunchaku's van Nintendo: gek word ik er van. Voordat ik de next-gens ook maar überhaupt gezien heb, ik haat ze nu al. Wat mij betreft mogen die banaan en al die andere controllers in hetzelfde zonloze plekje gestopt worden waar ook het spijsverteringskanaal eindigt. Waarom dan?

Heel simpel: voordat er ook maar iemand met die fonkelnieuwe consoles mag spelen, vormt iedereen al een mening over elk platform. Lees elk willekeurig blad er maar op na en je weet meteen waarom de 'Revolution' zuigt, waarom de Japanners de 360 niet diggen en hoe zielig Sony's joypad is.

En ik moet toegeven dat het soms best leuk is om van die fanboy-verhaaltjes te lezen. Ik heb een diep respect voor iedereen die als een onvervalste Nostradamus in de toekomst van de gamesindustrie kan loeren. Het probleem is dat zowat iedereen claimt de ware visionair te zijn. Hoe kun je nu al zeggen dat de Xbox 360 een flop wordt? Of dat de 'Revolution' de nieuwe gameslegende is? Dus om de peroxide blonde wijsgeer M en M te citeren: "Will the real Nostradamus please stand up? I think we have a problem here."

Het fanboygedrag van de pers en gamers slaat zover door dat het bijzonder vermoeiend wordt. Een beetje speculeren is leuk, maar vergeet niet waar het om draait: om het nu. Met games als 'Shadow of the Colossus', 'Zelda: Twilight Princess' en 'Half-Life 2' op komst voor de 'oude' consoles komt er nog genoeg lekkers aan voor iedereen. En die nieuwe consoles moeten zichzelf nog bewijzen. Zoals iedere gamer, die wat langer meedraait, weet is de launch van een nieuwe console altijd nog wat onwennig. Je betaalt je blauw voor een nieuw apparaat en aan games die snel gaan vervelen of allang op de PC te spelen zijn. De oude consoles bloeien dan juist op. Nieuwe games persen alles uit de oude hardware en veel games worden fors afgeprijsd. Toch ben ik niet blij met de komst van de next-genners.

Waar ik voor vrees zijn de graphics van al het next-gen geweld. Hoe realistisch wordt het allemaal wel niet? Krijg je dadelijk levensechte pixelsoldaten op je af die je moet trakteren op blauwe bonen? Moet ik naar gruwelijk realistische lijken kijken die daarnet nog vrolijk ronddartelden voordat ik ze een kappersbeurt op de Indianenmanier gaf? Wil ik wel zien wat mijn digitale wapens aanrichten op een niet van echt te onderscheiden computerpersonage?

De grootste angst die er in mijn hoofd ronddwaalt is toch wel de extreme make-over die gamesiconen ongetwijfeld krijgen. Wil ik wel weten hoeveel oneffenheden Mario in zijn gezicht heeft? En wil ik de vetrolletjes van de olijke loodgieter heftig zien schudden als hij op een fotorealistische schildpad springt? Nee dat wil ik niet! Ook heb ik geen interesse in de turbulentie die Sonic plaagt als hij door een looping heen sprint. Ik hoef de betraande ogen en het rondvliegende snot van de blauwe egel niet te zien terwijl hij tegen de harde wind in loopt. En over een kotsende Conker in verleidelijk realistisch 3-d zwijg ik al helemaal. De hoeveelheid vissen en bier die het beestje uitbraakt is voor ondergetekende geen essentiële informatie.

Okay ik geef het toe: Ik ben bang voor vernieuwing. En voor bananen.