Bands, groupies en hoertjes

Ik heb haar de laatste weken weer een paar keer op televisie gezien. Er is iets met haar mond, maar ik weet niet wat. Misschien een facelift gehad? Ze is natuurlijk niet meer zo knap als toen ze naakt in het eerst nummer van de Nederlandse Playboy verscheen, maar dat gaat bij iedereen nou eenmaal zo.
Als ik haar zie moet ik echter gek genoeg niet aan de Playboy denken, maar aan een voorval eind jaren zestig.

Ik ben nu natuurlijk een erg nette en beschaafde opa, die iedere dag heel rustig leeft en een beetje saaie dingen doet, zoals boodschappen, het huis schoonmaken en koken. Wilde feesten zijn uiteraard niks voor mij meer. Tijdens de skivakanties ga ik meestal wel voor twee uur ’s nachts de disco uit.
Maar dat is niet altijd zo geweest.

In de jaren zestig van de vorige eeuw heb ik jarenlang in Haagse semiprofessionele bands gespeeld. Allereerst in The Insound, daarna Group Gain en nog later Power Circus. In die laatste twee bands speelde ik samen met dezelfde bassist en we waren goed bevriend. In 1970 hield ik het voor gezien en hij ging in Cobra spelen en had daarmee een hitje. Met hem en de sologitarist van Cobra speelde ik ook nog wel eens, maar trad niet met ze op. Die sologitarist is later naar Diesel gegaan en heeft daarmee een hit in de Verenigde Staten gehad. Tegenwoordig speelt hij in Kayak. Ik heb hem onlangs nog eens ontmoet tijdens een optreden van Kayak in de Boerderij in Zoetermeer. Leuk, na al die jaren.

Het voorval speelde zich echter af toen ik met die bassist samen in Power Circus speelde.
Het was een heel kleurrijke figuur en je kon met hem de meest onverwachte dingen meemaken. Hij woonde eerst in een oude auto en waste zich in de gracht. Hij droeg zelfgemaakte mocassins en schapenjassen uit India. Soms was hij een paar weekjes zoek, omdat hij dan in de gevangenis zat. Hij vond namelijk dat bezit niet iets individueels is en ging daarom nogal eens proletarisch winkelen. Maar het was wel één van de beste bassisten van Nederland.
Op een dag ging hij samenwonen met een hoertje in een bepaalde buurt in Den Haag, waar ik natuurlijk tegenwoordig nooit meer kom. Hooguit om eens een harinkje te happen bij de Haringkoning daar vlakbij. Maar destijds namen we in die buurt ook wel eens een ander visje, alleen zonder te betalen. Wat dat betreft waren we ook proletarisch.
Wij oefenden regelmatig akoestisch bij hem thuis in de achterkamer. Als je zonder drums en versterkers oefent, dan noem je dat 'droog' oefenen. Dat is goed, omdat je dan beter de foutjes hoort. Wij oefenden dus eigenlijk in de achterkamer droog, terwijl zij in de voorkamer steeds natter werd.
Het hoertje had ook heel vreemde opvattingen over wederzijdse trouw. Als we ergens optraden en zij was er bij, dan prikte ze met grote spelden in de kontjes van de meisjes die teveel met haar vriendje flirtten. Ik vroeg haar eens waarom zij zo jaloers was, terwijl ze zelf met de een na de ander naar bed ging. “Bij mij is het werk,” zei ze dan.

Uit het voorgaande blijkt al, dat er wel vaak vrouwelijke belangstelling voor ons was in die jaren. Dat was met veel bandjes het geval. Meisjes wilden graag mee met de band als we ergens in het land optraden. Zulke meisjes heetten toen 'groupies'. Ze waren altijd heel lief voor ons. Wij traden ieder weekend wel twee of drie keer op en oefenden drie keer in de week. Meestal waren zowel bij het oefenen als bij het optreden groupies aanwezig.
In de bandbus was het tijdens de terugreis vaak nogal warm, dus dan kon het wel eens gebeuren dat wij allemaal onze kleren maar uit trokken. Natuurlijk gebeurde er verder nooit iets. Stel je voor. Tussen de spullen van de band hadden we wel wat matrassen liggen. Anders was die busvloer wel erg hard en stoelen waren er achterin niet. De manager reed de bus altijd en als je ’s avonds laat van Assen helemaal naar Den Haag moest, dan was een beetje afleiding natuurlijk welkom. Mobieltjes waren er nog niet, dus je moest iets anders met knopjes hebben om mee te spelen.

Op een avond rond een uur of acht, toen het ook weer zo warm was dat iedereen naakt of bijna naakt achterin lag, waren we een beetje baldadig. Letterlijk en figuurlijk. Toen op een gegeven moment de bus voor een stoplicht moest stoppen, deed iemand de deur open en duwde de naakte bassist naar buiten. Nu stonden daar net twee oude dames bij een bushalte. Die wisten niet wat ze zagen en gelijk hadden ze, want die bassist was nogal mager. Gelukkig was hij beleefd genoeg om: “Goedenavond, dames,” te zeggen en een buiging te maken voor hij weer instapte. De mensen vonden ons toch al vaak genoeg langharig tuig, dus het was wel goed dat hij zich een beetje beschaafd had opgesteld.

De dag van het voorval was het snikheet. We speelden ’s middags in Dansschool Janssen in Rotterdam en we moesten ’s avonds op een groot popfestival in de Vliegermolen in Voorburg optreden.
De Vliegermolen had een grote naam in de popwereld. Alle grote Nederlandse bands zoals de Golden Earring hebben er opgetreden. Ook bekende buitenlandse bands zoals the Who hebben daar op het podium gestaan. Het zal dus duidelijk zijn dat wij erg blij waren dat we daar konden optreden. We stonden bovendien in het hoofdprogramma gepland.

Ieder popfestival bestond uit een middagdeel met allerlei plaatselijke bandjes en een avonddeel met de betere bands en een bekende band als afsluiter. Wij waren dus erg trots dat we in het avonddeel stonden geprogrammeerd.
Afsluiter van de avond was de Sandy Coast. Een echte Voorburgse band en destijds de beste bühneband van Nederland, vond ik. Vóór de Sandy Coast was een andere Voorburgse band geprogrammeerd. Die kende ik niet. Vóór die band weer moesten wij optreden.

De bassist en ik hadden uit het optreden in Rotterdam twee heel leuke groupies over gehouden. We hadden wat met ze rondgereden in de auto van de bassist, totdat we een stil plekje hadden gevonden waar we de meisjes wat nader konden onderzoeken en zij ons. Zo leerden we elkaar een beetje beter kennen. We hadden daarna wat gegeten bij 'Broodje van Dootje' in Den Haag en wilden eigenlijk al redelijk vroeg in de Vliegermolen zijn om onze avonturen met de meisjes in de kleedkamer voort te zetten. 
Toen we de Vliegermolen betraden, speelde er een band die we niet kenden. Het klonk wel leuk. Ik was echter meer geïnteresseerd in een meisje dat vlakbij ons een beetje stond te swingen op de muziek. Het was echt zo’n meisje waar je wel eens lekker mee zou willen, uhm, eten. Donkerblond halflang haar, een gaaf gezicht, mooie donkere ogen en ze had een bepaald sensueel charisma.
“Die ken ik,” zei de bassist, die mijn smaak voor vrouwen goed kende en meteen door had dat ik haar leuk vond. “Ze komt na ons aan de beurt met haar band.”
Mede door haar waren we te lang in de zaal blijven hangen, want nu werden we midden in onze handelingen in de kleedkamer gestoord door de andere bandleden. Die kwamen binnen met kreten als: “Afknijpen!”, “Terugtrekken!” en: “Handen wassen!”, waardoor de meisjes snel weer alles aan hadden.
Tijdens het optreden kwam ik echter wel klaar. Zo goed hadden we niet vaak gespeeld. De volle sporthal stimuleerde geweldig. Den Haag en omstreken had publiek dat niet zomaar in het wilde weg wat ging dansen. Het waren kenners, die bleven staan luisteren. Dat hadden wij ook het liefste, omdat je dan meer op het publiek kon inspelen. De show werd onwillekeurig beter en dat sloeg dan weer over op het publiek als je het goed deed. En dat deden we blijkbaar, want iedereen stond al luisterend te swingen.

Geheel tevreden doken we na twee toegiften de kleedkamer in om een paar biertjes te pakken.
Maar we waren nog maar net in de kleedkamer, of we hoorden hevige ruzie in de kleedkamer naast ons.
Nieuwsgierig als ik was, ging ik samen met de bassist even de gang op. De deur van de andere kleedkamer stond op een kier en gaf ons net voldoende zicht. Het leuke, charismatische, blonde meisje zat op een stoel en er vloeiden tranen over haar mooie gezicht. De anderen praatten op haar in. Soms hevig en dan weer vleiend, maar het meisje bleef onvermurwbaar. Ze vond dat ze nog niet klaar waren voor dat optreden. Ze hadden te weinig goede nummers en het kon zo niks worden. En ze ging ook echt niet optreden.
Uiteindelijk zijn de Sandy Coast maar wat eerder gaan spelen en wij bleven natuurlijk bij dat optreden aanwezig, nog nagenietend van ons eigen optreden. Aan het meisje en haar band dachten we niet meer.

Niet veel later hoorde ik een nummer van ze op de radio. Het was met stip de top 40 binnen gekomen. Ik was perplex. Hoe hadden ze dat nu voor elkaar gekregen?
Het was nog een lekker nummer ook, al was het gitaar-riffje wat simpel. Het heette: 'Seasons.'
In de jaren daarna had de band meer hits.

De afgelopen weken was Jerney weer een paar keer op televisie. Zou ze wel eens aan die avond in de Vliegermolen terugdenken als ze jong talent moet beoordelen?