Examendromen

Weerom een examendroom. Dit keer betreft het een examen Nederlands. Mijn zus Eva surveilleert samen met mijn oude leraar, Van Leeuwen. We moeten in 100 minuten een verhaal schrijven van minstens 100 regels. In eerste instantie weet ik niet wat ik schrijven moet, maar dan heb ik de inval, te schrijven over een man die te horen krijgt dat zijn VWO-diploma is vervallen omdat hij vergeten is haar te verlengen (na iedere twintig jaar). Nu moet hij weer terug naar de examenklas. Later worden de cijfers gegeven. Dat gebeurt klassikaal en op een nogal cryptische wijze. Ik heb 22 fouten gemaakt, wat betekent dat ik een 4,5 kan hebben, maar het kan ook een 8,5 worden, volgens een berekening waar ik niks van begrijp. Het is allemaal zeer verwarrend en frustrerend.

Deze droom is een variatie op een bekend thema: frustratie over mijn geringe maatschappelijke status, in combinatie met het missen van voldoende grip op mijn situatie, ik ben afhankelijk van allerlei grillen. Overigens is het misschien niet zo'n slecht idee om het VWO-examen twintig jaar later over te laten doen, bij wijze van voorbereiding op de tweede helft van je werkzame leven. Ik denk dat veel mensen die het eerst met glans hebben doorstaan dan grote moeite zullen hebben om weer voor dat examen te slagen, mezelf inbegrepen. De 22 fouten zijn als 22 jaren die ik sindsdien heb verprust. De 100 minuten en de 100 regels die ik schrijven moet duiden waarschijnlijk aan dat ik me voor de volle 100% moet inzetten om in het leven te kunnen slagen.

De examendromen zijn tamelijk paradoxaal en beduiden juist dat ik het leven niet als examen moet zien, en dat ik dan ook (voor het leven zelf) zal zakken als ik deze fase niet ontstijg. Opmerkelijk is ook dat het vaak het examen wiskunde betreft, gedurende de middelbare school mijn beste vak. Ik had wellicht beter geen biologie moeten gaan studeren maar wiskunde, ik had daar echt talent voor. De dromen getuigen dan ook deels van spijt door me te laten zakken voor wiskunde of vanwege iets wiskundigs. Ze geven aan de andere kant ook aan dat ik geen berekenend type ben, ik doe iets zonder de gevolgen te willen overzien. Hierdoor ga ik in de droom ook geregeld de mist in of voel ik me gedwongen met de staart tussen mijn benen te vluchten.